niet grooter dan een speldeknop. Die thee moest ik drinken.
Zij had van die pillen een sterken muskusreuk bekomen. Ver-
volgens moest ik slapen. De goede werking was verwonderlijk
schielijk. Dien avond nam ik nog weder zes pillen; den volgenden
morgen voelde ik mij wel; de ziekte was geheel geweken, ik
had trekkingen, hoofdpijn noch kramp meer, doch bespeurde
nog enkel eene groote matheid. De doctor zette eene hooge borst
en was overgelukkig. Yooral roemde hij de roode medicijn, wier
werking onfeilbaar was, ingeval zij slechts met verstand en overleg
toegediend werd. Die roode pillen waren ons niet onbekend,
want zij worden in geheel China voorgeschreven, zijn alom ver-
maard en dragen een zeer hoogdravenden naam. Zij heeten ling-
pao joe-y-tan, d. i. „bovennatuurlijke schat voor al wat men
wenscht,” en worden als een universeel middel beschouwd, waar-
tegen geene ziekte bestand is, mits men ze slechts in de juiste
hoeveelheid en behoorlijk vermengd den zieken weet in te geven,
want bij ondoelmatig gebruik kan deze bovennatuurlijke schat
hoogst gevaarlijk worden. De toebereiding is een geheim. Slechts
eene familie, die te Peking woont, is in het bezit van het recept,
dat van vader op zoon overerft. De muskusreuk dezer pillen is
zeer sterk, ofschoon men daaruit nog niet opmaken mag, dat
muskus er een hoofdbestanddeel van is; want in China riekt alles
naar muskus: het lan d , de menschen, de lucht. Geheel China
is met muskuslucht bezwangerd, en zelfs de uit Europa aange-
voerde waren worden daar spoedig mee doortrokken.
De bovennatuurlijke schat wordt overal in China goedkoop
verkocht, maar daarvoor ook zeer dikwijls vervalscht. Te Peking,
aan de bron, waar men hem ten volle zuiver bekomt, wordt hij
tegen zilver opgewogen. E r is bezwaarlijk een middel, dat ster-
ker zweetdrijvend werkt dan deze schat. Ook werkt hij op eene
zeer eigenaardige wijze. Wanneer men namelijk een dezer kleine
kogeltjes of pillen tot poeder wrijft en als een snuifje inneemt,
wordt daardoor een zoo aanhoudend niezen te weeg gebragt, dat
na körte oogenblikken over het geheele ligchaam zweet uitbreekt.
De Chinezen gebruiken deze pillen als eene soort van ziektebaro-
meter, die hun, naar hunne meening, naauwkeurig aanwijst, hoe
lang een patient nog leven kan. Die na een snuifje niet niest,
moet in den loop van den dag sterven; die eens niest leeft
althans tot den volgenden dag; wie veel niest mag op herstel-
ling hopen.
De chinesche geneeskunde heeft allerlei wonderlijke kuren en
behandelingen; doch de werken over de artsenijkunde bevatten
meest slechts recepten , die ook het publiek kent. Uit een weten-
schappelijk oogpunt zal elk Europeer ze voor nul en van geener
waarde verklären; maar desniettemin zouden er voor onze wes-
tersche practijk toch nog wel veel dingen uit te leeren zijn. De
Chinezen hebben namelijk een verwonderlijk talent tot waarnemen
en daarbij zoo veel doordringende scberpzinnigheid, dat zij op
eene menigte dingen letten, die een ander dikwijls geheel voor-
bijziet. Ook is het geenszins te ontkennen, dat hunne overoude
beschaving en hunne gewoonte, om elke gewigtige ontdekking op
te schrijven, hen tot bezitters van een waren schat van velerlei
en zeer nuttige ervaringen heeft gemaakt. In China zijn even
veel ziekten als in andere landen, en in geen geval is de sterfte
er grooter, wat alleen reeds uit de ontzettende toeneming der be-
volking blijkt. Een drank der onsterfelijkheid hebben de Chinezen
zeker nog even weinig weten toe te bereiden, als de Europeers,
hoewel zij zieh eeuwen ■ lang op het brouwen van een dusdanig
elixir hebben toegelegd; maar toch leven zij even lang als wij,
en tachtigjarige grijsaards zijn onder hen volstrekt geen zeldzaam-
heid. De chinesche doctoren kunnen somwijlen op gelukkige
uitkomsten tegenover krankheden roemen, die onze europesche
artsen verlegen en radeloos doen staan, en alle missionarissen zijn
van zulke verwonderlijke kuren getuigen geweest. Men is over-
tuigd van de waarheid van wat men ziet, en weet er zieh toch
onmogelijk eene verklaring van te geven.
Zoo is het b. v. aan hoegenaamd geen twijfel onderhevig, dat
de Chinezen de hondsdolheid genezen, ook als die reeds den
hoogsten graad heeft bereikt. Dat feit staat vast, en het doet
luttel af, dat zij bij hunne behandeling verordenen, dat de patient
gedurende de kuur volstrekt geen ding zien mag, waaraan hennep
is of dat ooit met hennep in aanraking is gekomen, wijl dan,
volgens hun beweren, hunne middelen volstrekt niet baten zouden.
Wij zelven hadden verscheiden jaren een catechist, die een meester
in het heelen van gebroken ledematen was. Wij zijn zelven getuigen
geweest, dat hij meer dan vijftig kranken herstelde, wier
beenderen gebroken waren en ten deele buitendien zwaar geleden
hadden. Altijd was hem de kuur zoo goed gelukt, dat de her-
stelden hem daarvoor in zijne kamer, die vlak naast de onze
lag, in persoon konden komen bedanken. Wij zagen de günstige