Herberg „In de gelukzaligheden,” — Scheepvaart op de
Blaauwe Bivier. — Tooneel en comedianten in China. 121—141
ZEVENDE HOOEDSTUK.
De tempel der wetenschappelijke uitwerkingen. — Twist
met een doctor. — Een burger in het halsblok. •— Bezoek
in het tribunaal te Oe-schan. — De mandarijnen aldaar. —
De geregtelijke geneeskunde der Chinezen. — Lijkschouwin-
gen. — Zelfmoorden. — Eigenaardig karakter der chinesche
beleefdheid. — De grens tusschen Sse-tschoeen en Hoe-pe.—
Beschryving van de provincie Sse-tschoeen. — Hare voort-
brengselen. — Karakter der bewoners. — Koeang-ti, de
krijgsgod, beschermpatroon der Mandschoedynastie en diens
plegtige vereering.— Zout- en vuurbronnen.— Wetenschappelijke
kennis der Chinezen. — Het Christendom in de provincie
Sse-tschoeen..................................................................... 142— 159.
ACHTSTE HOOEDSTUK.
Aankomst te Pa-toeng, grensstad der provincie Hoe-pe. —
Wetenschappelijke examens. — De chinesche candidaat. —
Toestand der geletterden. — Taal en letterkunde der Chinezen.
— Het hemelsche rijk eene onmetelijke bibliotheek.—
Vaart op de Blaauwe Kivier. — Zoutdouane. — Een man-
darijn als sluikhandelaar. — Ontmoeting met den prefect
van I-tschang-foe. — Twist met een militairen mandarijn. —
Tolstelsel in China. — I-toe-hien, eene stad van de derde
klasse. — Geographische kennis bij de Chinezen. . . . 160— 176.
NEGENDE HOOEDSTUK.
Hoe de Chinezen europesche landen betitelen. — Oor-
sprong der benaming China en Chinezen. — De verschil-
lende benamingen, welke China in het land zelf heeft. —
De eerwaardige prefect van Song-tsche-hien. — De mandarijnen
in den ouden tijd. — De geheiligde bevelen des
keizers. — Een man uit Khorassan aan het keizerlijke
hof. — De zeden der Chinezen in den ouden tijd. — Oorzaken
van het verval van China. — Middelen, door welke
de Mandschoedynastie hare magt bevestigt. — Slechte poli-
tiek der regering. — Algemeene verwachting van eene revo-
lutie. ___ Storm en schipbreuk op de Blaauwe Bivier. 177— 191.
TIENDE HOOEDSTUK.
Eene stad in staat van beleg. — Hardroeijen op de
Blaauwe Bivier. — Twist tusschen de overwinnaars en de
overwonnelingen. — De gewapende magt van het chinesche
rijk. — Eene wapenschouwing. — De chinesche marine. —
Opmerkingen over de weerbaarheid der Chinezen. — China
heeft behoefte aan een doortastenden hervormer. — Vertrek
van Kin-tscheoe.......................................................................... 192— 204.