rijnen en in ’t algemeen bij rijke lieden, die over talrijke ver-
trekken te beschikken hebben, vindt men eene huiskapel, waarin
borden met de namen der voorväders zijn opgehangen. Zij geven
de volledige lijst van deze, van den eersten stamvader der familie
tot op den laatst overledene. Soms ook hangt in die kapel alleen
het naambord van den stichter, die alsdan alle na hem volgenden
vertegenvvoordigt. In deze kapel worden de voorgesehreven ge-
bruiken verrigt; men brandt er wierook, brengt offers en werpt
zieh eerbiedig voor het naambord neder. De Chinees bezoekt deZe
kapel ook telkens, als hij eene gewigtige onderneming voorheeft,
of eene gunst ontving, of als hem een ongeluk trof. Armer lieden
plaatsen de geslachtstafel op eene plank of in eene nis in hun
woonvertrek. Eertijds had zelfs in oorlogstijd de veldheer in zijne
tent eene soort van voorvaderlijke kapel; te midden van zijn staf
verrigtte hij daarin de gebruikelijke ceremonien en gaf aan de
voorväders verslag van den Staat van zaken, als hij b. v. eene
belegering ondernemen of den volgenden dag een slag leveren
wilde.
Deze gebruiken werden door een deel der christelijke missiona-
rissen als niet berispelijk en eenigermate als eene hulde van bur-
gerlijken aard beschouwd, welke men aan de voorväders betoonde.
Anderen zagen daarin eene bijgeloovigheid, die bij de bekeerde
Chinezen niet geduld mögt worden. Na langen heftigen strijd
tusschen beide partijen besliste de paus, dat de vereering der
voorvaderen en van Confucius te veroordeelen was.
De rouw over vader en moeder duurt drie jaren; voor de
ambtenaren is die to t zevenentwintig maanden bekort. Gedu-
rende dezen tijd kan de rcuwdragende geen openbaar ambt be-
kleeden, maar moet in stille afzondering leven, mag geen bezoe-
ken alleggen en is in vele opzigten voor de wereld geheel dood.
Althans eens in elk jaar moet eene gedachtenisviering bij het graf
der voorvaderen plaats vinden, en alle aanhoorigen en afstamme-
lingen der familie, mannen, vrouwen en kinderen, hebben daarbij
te verschijnen. Het graf wordt schoon gemaakt en met gekleurd
papier versierd; men werpt zieh neder, brandt reukkaarsjes en
wierook en plaatst kleine schoteis met uitgezochte spijzen op gras
of lijksteenen. Uit alle liturgische voorschriften voor de begrafe-
nissen, voor rouw en offers, treedt ons het groote beginsel der
k i n d e r l i j k e p i e t e i t voor oogen; dat is de grondslag van het
chinesche volksbestaan. Alles heeft de strekking, om in den geest
des volks de achting voor het vaderlijke gezag in te prenten.
Datzelfde blijkt ook bij andere gebruiken en plegtigheden, vooral
bij die op het huwelijk betrekking hebben.
Het staat eens voor al vast, dat vader en moeder, of na het
overlijden de grootouders, of waar ook die ontbreken de naaste
aanverwanten, over de kinderen, waar deze een huwelijk aangaan
willen, een volstrekt willekeurig gezag uitoefenen. De Chinezen
trouwen zeer jong, wat anders tegen de aloude gewoonte en ook
tegen het boek der gebruiken inloopt. Dit canonische werk
schrijft: „Op tienjarigen ouderdom is bij de menschen het brein
nog even zwak als het ligehaam; zij kunnen zieh dan op zijn
hoogst met de beginselen der wetenschappen bezig houden. Mannen
van twintig jaren hebben ook nog niet de volle kracht; zij
kunnen pas de eerste stralen der rede waarnemen. Daar zij even-
wel reeds beginnen manbaar te worden, moet men hun het dra-
o-en van den manshoed toestaan. Met dertig jaren is de man
werkelijk man, sterk, krachtig, en alsdan is het huwelijk geraden.
Een’ man van veertig jaren kan men de niet al te zvvaarwigtige
ambten opdragen en de moeijelijkste, die het meeste inzigt vorderen
, aan een man van vijftig jaren. Met zestig jaren wordt
men oud; er blijft slechts nog overleg zonder kracht over. Op
zulk een ouderdom moet men niets meer zelfstandig ondernemen,
maar slechts voorschrijven, wat verrigt behoort te worden. Een
zeventiger, wiens ligehaams- en zielskrachten verzwakt zijn, moet
aan de kinderen de zorg voor de huiselijke aangelegenheden toe-
vertrouwen. Tachtig en negentig jaren zijn een gebrekkige ouderdom
; de menschen, die dien bereiken, zijn als de kinderen en
niet meer aan de wetten onderworpen. Wie het tot zijn honderd»
ste jaar brengt, mag zieh met niets meer bemoeijen, maar slechts
zijn best doen om den levensadem te behouden.”
Tegenwoordig worden reeds huwelijken gesloten voordat nog
beide partijen den daartoe vereischten leeftijd bereikt hebben, ja
het komt voor, dat ouders hunne kinderen verloven voordat
deze nog geboren zijn. Twee vrienden geven elkaar in allen ernst
en onder eede de belofte van hunne kinderen, die ’t eerst geboren
worden, te zullen doen trouwen. Die belofte wordt bekrachtigd
door dat ieder een stuk van zijn kleed afscheurt en dat den ander
overhandigt. Behalve zulke gevallen komt het zeer dikwijls voor,
dat bruid en bruigom elkaar voor het huwelijk nooit gezien hebben,
daar alleen de wil der ouders beslist.