
174 sum a t e a ’s w e stkü st .
met dit onderscheid, dat de sarong niet als een vrouwenrok
aan elkander genaaid is , maar als een los stuk lijnwaad om de
lendenen geslagen wordt, en wel zoodanig, dat de beide einden
elkander op de linkerheup ontmoeten, en het linkerbeen onder
het gaan gewoonlijk onbedekt laten. De vrouwen in de Afdeeling
L k o tta ’s , te B o n d jo l, en in de XIII en IX k o tta ’s
en elders, hebben in hare kleeding nog iets bijzonders, hetwelk
later zal worden aangeteekend.
Ook de bouworde der buizen in de Sumatrasche Bo-
venlanden, en vooral van de huizen der Hoofden en der
meer-aanzienlijke Smnatranen is van die der overige Maleijers
in den Indischen Archipel verschillend. Wel ziet men, even
als op J a v a , eenige gewone Inlandsche huisjes van b am b o e ,
met. atap of n ip a gedekt (1), gelijkvloers aan den weg of in
de kampongs staau, - ofschoon ze doorgaans op stijlen of palen
3 ä 5 voet hoog boven den grond verheven zijn, - doch
meestal zijn de Sumatrasche, en speciaal de Bovenlandsche huizen,
zeer groote en zeer langwerpige planken gebouwen, waarin
niet eene enkele familie woonachtig i s , maar 2 of 3 of 4 families
bij elkander wonen. Van zoodanige huizen wijst het dak door
breede omhoog-stekende eenigzins gebogen houten punten het
getal der families aan, die er onder gehuisvest zijn, zoodat men,
een dak met 2 of 4 punten ziende, ook weet dat er 2 of 4
huisgezinnen onder dat dak met elkander zijn. Inzonderheid
echter verdienen de huizen der Hoofden van Afdeelingen en L a r a s
of distrikten de opmerkzaamheid. Dit zijn kapitale gebouwen
van zware, met Rogge-vel glad-gewreven, planken van tem-
b e so e -r en a -lio u t, rüstende op stijlen van t em b e s o e - ta la n g ,
en met een zwaar dak of kap van t a li-d o e k of hoornachtige
gemoetoe--twijgen gedekt, en aan de beide gevels versierd met
nette lijsten en kroonlijsten, die keurig bewerkt en uitgesneden,
en met roode, groene en gele verwen beschilderd zijn. Ook
(1) Inlandsche huizen ran steen ziet men niet, of zeer zelden. Op P a lem b a n g
aan de Oostkust van S um a tr a was ket zelfs door de voormalige Sultans aan hnnne
onderdanen verboden om st e en en huizen te hebben.