
Doch ik zou misschien vervelend worden, wanneer ik alle
bijzonderheden noemde, die de K o t ta -P a d a n g oplevert. In
het algemeen kail men er van zeggen, dat ze op den vreemde-
ling een’ zeer aangenamen indruk maakt O O en eene der bevalligOste
Tropische steden mag heeten. Wanneer we toch, na de Indische
r iposo of tegen den avond, zoogenaamde toertjes met rijdtuig
naar en door en rondom de stad deden, bewonderden we vaak
de afwisseling van gezigten, die de plaats en hare omgeving
opleveren. Dan eens een breede en schooue allée, waarin een
B r itsk a of V ic to r ia rolde, of een ruiter zijn fraai B a tta k -
paard met zwier en vaardigheid deed traverseren en caracoleren,
en dan weder een kampong van inlanders en Niassers; - dan
eens een nette villa met bevallige veranda’s in het midden van
bloemen en bloemperken, en dan weder een groep of bosquet
van kokospalmen, boomen en vruchtboomen, waarop an g r ek ’s
of o r ch vd e ën bloeijen; - dan eens een blok van Europésche
huizen, en dan weder een kampong van Sipaaijers met hun
helderwitte kleeding en ontzaggelijke wrongen van sneeuwwit
lijnwaad om het hoofd gewonden; - dan eens een paar straten
met Chinésche woningen, en dan weder een lange laan, door
een digt bladeren-dak verdonkerd en afgekoeld! . . . Maar het
meest bekoorde ons het liefelijke en nimmer vervelende gezigt
op de maische en welige sawa’s ’ die zieh aan weerszijden
van den rijweg van en naar S o e n g k i, zoo ver het oog reikt.,
uitstrekken, en hier de groene halmen en gezwollen aren in
het zonlicht prijken doen, diiAr het jeugdig gewas door de in
beekjes en stroompjes wentelende k in tjie r -a ije r of waterraderen
laten bevochtigen, en elders de gesneden padie, als in p angong’s
of koepels opgeslagen, ten toon spreiden. Voor hem, die Sumatra
voor het eerst bezoekt, heeft het schouwspel van talrijke immer
draaijende waterraderen in het midden der stroomen en beken,
en van hoogere en lagere padie—loodsen, even als hooi-bergen
midden in het veld geplaatst, iets ongewoons en verrassends. Op
Java toch ziet men geen p e n g g ilin g - a n ’s of k ie n t j ie r ’s -
aijer ter bevochtiging der sawa’s in de slooten en vaarfen en
kanalen, maar alleen slok k an ’s of waterleidingen en b andon-
gan’s of afdammingen. en wanneer op Java de geöogste of
gesneden padie even als hooi-hoopen of schoven op het veld
opgetast en opgestapeld wordt, ziet men op S um atra midden
in de sawa’s verscheidene p ond ok ’s of g o eb o ek ’s staan, die
met de hooibergen op de boeren-plaatsen in Nederland geheel
overeenkomen, en waarin de gesneden padie, op dezelfde wijze
als de garven der korenakkers of het hooi der graslanden, wordt
opgeborgen, om evenwel later naar de lom b o n g ’s of padie-
sehureu vervoerd te worden. Sommigen der bedoelde k in -
t jie r ’s -a ije r of p e n g g ilin g - a n ’s hebben slechts den omvang
van zeer groote karrewielen, doch de meesten hebben 12 en meer
voeten diameter, en geven door hun aanhoudend wentelen in het
stroomende nat.,: en door het aanhoudend glinsteren en klateren
van het overstortende en spattende water, eene ongemeene leven-
digheid aan de anders stille en eenzame velden. Ze zijn van
eenvoudig maaksel en van een’ langen en breeden houten bak of
goot voorzien, waarin het opgeworpen water valt, en tevens zoo
vernuftig opgesteld, dat men den praktischen zin der landbouwende
bevolking bewonderen moet. Gdlukkig ook ontbreekt het in de
Eesidentie P adan g niet aan sterk-stroomende rivieren of Ba-
tang’s , daar de rivieren de P ad an g, de A ij e r -h e r b a , de
A ije r -h a d ji, de A ij e r -B a d ja , de P assaman, de Anoe
(die op den berg Merapi ontspringt), de A ntokan (die uit
het Dano—gebergte afvloeit), de B is s i of B e si (een zijtak
der Padang-rivier), de B a ta n g -S im p e e i (die in de Passaman
valt), de B a ta n g -a ij e r -P a d a n g en verscheidene
anderen zieh door de landstreek slingeren, en de grachten en
kanalen, beken., slooten en lei dingen, welke door de sawa’s
kronkelen, zoo overvloedig voorzien, dat er altijd water genoeg
is, en altijd genoeg stroom om de räderen in beWeging of rotatie
te houden, en om het opgeworpen nat in de goot, en längs
deze op de velden te brengen.
Wat aangaat de Protestantsche gemeente ter Westkust van
11*