
Kapitein-Cliinees t j o a - k i t j o a n . Ook vergaten we den Chinese-heil
tempel of k liu t in g niet, welks wanden aan de binnenzijde
inet tafereelen uit de c r im in e le r e g t s p l e g in g der Chincsche
natie beschilderd zijn. We zagen hier allerlei Chinesche lijfstraffen
en executien, die van de uitgezochtste wreedheid en barbaarsch-
lieid blijken dragen , in huivering-wekkende verscheidenheid
afgebeeld. Het seheen wel het g e i l lu s t r e e r d e criminele
wetboek der Chinezen te zijn, hetwelk we in waterverw op de
tempel-muren aanschouwden, en de schilder, die de veelsoortige
folteringen, verminkingen en kapitale teregtstellingen hier heeft
afgemaald, schijnt wel eens zulke tooneelen in de werkelijkheid
gezien te hebben, zoo juist en naar het leven heeft zijn penseel
geteekend. Onwillekeurig dacht ik er bij aan de anekdote van
den sergeant, die in de kaserne op een’ der witte muren met
houtskool de verschillende strafoefeningen geteekend had, die
kap as wordt na den padie^-oogst gezaaid, en wel met 4 ä 5 pitten bij elkander en
in kuiltjes, welke op p. m. 2 voet af9tands van elkander gegraven worden. De
vrucht, welke op een’ mispel gelijkt, splijt na verloop van 3 maanden vaneen, en
laat de katoen-vezelen of de boomwol door de barsten of spleten uitpuilen. De inza-
meling geschiedt tweemalen, met een tusschenruimte van ongeveer 12 dagen.
Ook de kapas-heesters of kapas-boomen worden op Pa lern ban g op de erven
en längs de wegen op 6 voet afstands van elkander geplant, en almede van eenige
in kuiltjes gezaaide pitten gekweekt. De vrucht van deze, met breede fraai-gekerfde
bladeren en gele bloemkelken versierde, boomen wordt na 6 maanden rijp en het
gansche jaar door geöogst, en levert fijner en meer k ap a s op dan de jaar-kapas
of struik-kapas. Gedurende 4 jaren blijft de boom in volle kracht en vruchtbaar-
heid, en begint dan te kwijnen, doch is eerst op zijn 7e jaar uitgeput.
De znivering der k ap a s van hare talrijke harde pitten geschiedt tusschen twee
cilinders van 2 duim dikte en 9 duim lengte, die zoo digt bij elkander geplaatst zijn,
dat de pitten bij het ronddraaijen niet doorgelaten worden, maar, van de k ap as
gezuiverd, op den grond vallen. Ter zuivering van 1 k a t t i ( l i Amstd. Iß) k ap a s
wordt de arbeid van 1 man gedurende 1 dag gevorderd. De prijs van 1 pikol
k a p a s is / 8 a / 1 0 , en de beste soort leveren de M a rg a ’ s of de distrikten
L am a ta n g en K ie k im op, en wel ad 300 pikol’s ’s jaars. De Marga S ä n g a -
d e s sa , tusschen de rivieren L a k ita n en R aw a s, levert jaarlijks ruim 150 pikols op.
Overigens worde hier nog aangeteekend, dat de kapas-boom of katoen-boom
tot de familie van den kapok-boom of boomwol-boom schijnt te behooren. De
kapok-boom, dien men op J a v a overal längs de wegen en kampongs ziet, is op
het oog dezelfde fraaije boom, met horizontale takken, gekerfde bladeren en gele
bloemkelken, als de kapas-boom; doch de k ap o k of boomwol kan niet gesponnen
worden, en verschilt dus grootelijks van de kapas.
wegens insubordinatie, diefstal, desertie, enz. worden toegepast,
en op de vraag van den officier der week : // wat dit beduidde ?”
teu antwoord gaf: //dat is de krijgswet, Luitenant!”
Natuurlijk bragten we ook een bezoek bij den bekenden
Chineschen verlakker, in de wandeling t a n —l a k genaamd, of
omdat dit zijn wäre naam is , of omdat zijn ambacht in ver-
lakken (lak) bestaat. In zijn’ netten winkel zagen we allerlei
door hem bewerkte en verlakte voorwerpen als : wipstoelen,
bakkoel's (bakken) of p a s s o ’s , trommeltjes, kastjes, doosjes,
toiletten, nécessaires, naaikistjes, theekistjes, theebladen, mang-
k o k ’s en p ie r in g ’s (kopjes en schoteltjes), sambal-bakken,
flesschen-bakjes, tafeltjes, latafeltjes, enz. enz. Deze voorwerpen
waren allen van den stam der kokospalmen - of van kokoshout,
hetwelk gemakkelijk te bewerken valt, vervaardigd, en het glan-
zige zwart— of rood- o f bruin- of geel-verlaksel, met vergulde
lijsten en bloemen en figuren afgezet, had in de verte eene
trelfende gelijkenis met het schoone lakwerk van China of
Japan. In de huizen van vele ingezetenen van P a lemb ang
en M u n tok treft men menigen stoel of doosje of andere zaken
en étagère-artikelen aan, die van t a n - l a k afkomstig zijn.
. Toen we vervolgens de stad doorgingen, zagen we dat de
inlandsche en Chinésche woningen, welke het digtst aan de
Moe ssie gelegen zijn, meestal op palen of stijlen 4 à 5 voet
hoog boven den grond gebouwd zijn. Wanneer namelijk de
stroom uit zee naar binnen gaat, (hetgeen, naar ik meen, om
de, 6 uren geschiedt,) wordt het afkomend water der Moessie
opgestopt, en treedt het vrij-hoog over den lagen en buitendien
moerassigen oever. Gedurende dezen tijd rijst het soms tot aan
de vloeren der huizen toe, terwijl men bij laag water of uit-
gaanden stroom geheel onder de huizen door kan zien, en er
op den drassigen bodem vaak eenige eenden en kippen ontwaart,
die er tusschen k a ta k -p o e r o e ’s (padden), kodok’s (kikvor-
schen), lip a n ’s en klaban g ’s (kleine bruine, en groote zwarte
duizend-pooten), la b a -la b a (spinnen), lip a s - lip a s (kakkerlakken),
a n d j in g - t a n a (aard-honden) en andere land- en water-insekten