
met eenvoudiglijk aan te stippen, dat de gansche bevolking van
S u m a tr a ’s - W estkust eigenlijk slechts in 2 h oofd-soekoe’s
of hoofd-familien verdeeld is , t. w. de s o e k o e -k o t t a -p il e a n
of vorstelijke familie , en de s o e k o e -b o e d i- t j in iä g o of be-
schermheer-familie (de Grandezza).
Op den 3 ] sten Maart namen we van onzen gullen gastheer,
den heer r o m s w i n c k e l , afscheid en vertrokken, in gezelsehap
van de heeren s t i jm a n en v a n v o o r t h u i z e n , en van den heer
r e p o n t , opziener der kultures te A la b a n , naar H a lab an of
A la b a n , hoofdplaats van het tot de Afdeeling L k o tta ’s
behoorende distrikt A la b a n , (in de benoewa of het land-
schap IV k o tta ’s,) welk distrikt ten zuiden van P a ija -k om b o ,
tusschen den 3000 voet boogen berg Gaboes en den berg
S a g o , op 1 etape of 10 palen afstands van P a ija -k om b o in
het Barissan-gebergte gelegen is. Dit distrikt telt. 4 kotta’s ,
namelijk A la b a n , Gadoei , Ampalo en T e b i a n - t in g i , en
telt ongeveer 8000 zielen, waarvan ons berigt wordt dat ze
tot de Muhamedaansche sekte der W e ch a b iten of Waha-
b ite u (onderscheiden van de sekte der S u n n iten of der
volgers 'van a b u b e k e r ) (1) behooren, tot welke sekte de fa-
natieke P a d r i’s , die sedert 1819 tot 1838 het Islamismus
op Sumatra wilden hervormen, ook de bevolking van A la ban
overhaalden. Toen, tijdens den door de gezegde P a d r i’s
verwekten oorlog, de kampong of kotta Gad oei in Oktober
1832 door den Overste r a a e f genomen werd, stichtte hij er,
op 2,020 voet hoogte boven de zee en te midden van kalk-
heuvelen en salpeter-holen, bij de rivier Ariang eene sterkte
(1) De W eh ab i of W ahab i (W e h a b ite n ) zijn de navolgers van den
Sjcik MOHAMED-ben (zoon) abd- el- wahab , die in de 18e eeuw leefde en de
voorschriften van den Koran slechts gedeeltelijk aannam. De S u n n it e n of
M e la k it e n nemen, behalve den Koran, ook nog de o v e r le v e r in g e n (Sunna)
als geloofsartikelen aan. De S c iit e n , of navolgers van AM, erkennen alleen den
Koran en verwerpen de traditie.
of redoute, welke zijn’ naam draagt, doch thans verlaten is.
En eveneens werd er in de lager-gelegene kotta Ampalo
of Am b a lo , den zetel van den vorst van het landschap, des-
tijds almede een fort, hetwelk T a n jo n g -Am p a lo heet, op
604 voeten hoogte boven de zee gebouwd.
De weg naar Alaban of A la n g—lawas of L a d a n g -law a s
(gedeeltelijk ook voor bendi’s berijdbaar) voert längs de kleine
kampongs L im b o ek an , P a i j a -b a s s o n , B a to e n g -k o e r ie
(eigenlijk g e s tr e ep te bamboe), B o e k ie t, B a le — panjang,
B a to e -p a jo n g (eigenlijk z o n n e - of r e g e n - s c h e rm - s t e e n ,
vroeger P a d a n g -b lim b in g geheeten), L a b o e -g o en o n g en
T a n jo n g -g ed a n g . De hooge bergstreken van de g o en o n g ’s
(bergen) Sago en Kap ok, waardoor die weg dan eens zigzag-
gewijze als een. rivier door de daleu, en dan weder met bogten
en kronkelingen als een schuifelende slang, heenslingert, zijn zoo
schoon en liefelijk, dat ik mij ■ aan geen beschrijving er van
wagen kan. Telkens stonden we s t il, om ter linkerzijde van ons
de diepe en heerlijke vallei, waarlangs de route zieh, - even
als de postweg om den berg P o lla op J a v a , - bevallig om
de lieuvelen en berghellingen ombuigt, met al haar’ rijkdom
van boomen en gewassep en met al hare tinten en kleurscha-
keringen van bladeren en bloemen te bewonderen! Men kau
zieh niets verrukkelijkers in de Natuur voorstellen, dan het
smal en ruim 2 uren lang ravijn of bergdal van A la b a n !
Hier prijkte het met eeuwen-heugende stammen, in welker
kwistig loof- en wiegelende toppen de morgenzon met haar licht
en schaduw speelde, - daär met fijn-getakte en fijn-gebladerde
twijgen met glanzend-bruine of donker-groene kruinen, - ginds
met kleine ovale terpen of breede strooken gronds, met geel en
jeugdig gras en mos begroeid, — elders met krachtige heesters
met glinsterende zaadknoppeh en witte of vuurroode wilde
vruchtjes behängen, - en weder elders met ranke gewassen en
magtige en trotsche Lianen, waaraan myriaden bloemen en bloe-
sems en tuiltjes van allerlei grootte en kleuren flonkerden, en
waarboven prächtige vlinders en Tjapoeng’s of Juffertjes als