
m assin ,) (1) alwaar we des namiddags ten 2 uren aankwamen.
Marabahan is een groote längs de Doeson-rivier gebouwde
kampong, juist tegenover de monding der Nagara—rivier, aan
welker oevers, zoomede aan die der S o en g i-p a n k a n g , de
r o em b ia - en rasoela-boomen groeijen, die aan de Nagarezeu
en andere kampongs de sago en atap leveren. Marabalian is
een uur gaans lang, en heeft 45 bruggen, die over even zoovele
zijtakjes der Doeson-rivier geslagen zijn. Ze is sterk bevolkt,
en bewoond door een Maleisch menschenras van B ek om p a i, een
distrikt ten westen van B an jerm a ssin aan de rivier Menkatip,
welk distrikt ongeveer 11,000 zielen, allen Muliamedanen,
telt, en, behalve eenig goud en vogelnestjes, r o t ta n , damar,
honig, was, timmerhout, fijne gevlochten mandjes en gedroogde
viseb oplevert. Weldra ging ik aan wal en bezocht den Militairen
Kommandant en Civielen Gezaghebber, wijlen den heer
b a n g e r t , die, bij het afioopen van Z. M. stoomschip Onrust
voor L o e to n g - to e o o r boven de Teweb-rivier (boven-Barito
of B a r it o -o e lo e ) , door Tomm ong on g s o e r a p a t t i , Hoofd
van T ew eb , op 26 Dec. 1859 zijn’ dood vond (2). Met hem
bezocht ik de benting en de kaserne en deed eene wandeling
door het dorp, waarna tegen den avond 2 kinderen van
Militairen van het kleine garnizoen gedoopt werden.
Des anderen daags (L Junij) werd weder auker geligt en
stoomde de Tjipannas naar B an je rm a ssin , alwaar we ten
10 uren des vooriniddags behouden aankwamen (3).
(1) In de Doeson-rivier vloeijen verscheidene andere rivieren uit, als b. v.
de A n d jam a n , — en aan de D o e s o n—o e lo e , in het distrikt van dien naam,
vertieften zieh de bergen I s a t en I n g a i. Bij laatstgemelden berg vloeit de rivier
M e n ta la t .
(2) Aan de bronnen der T ew e h , ten W. van K o e t e i , woont -de stam der
o r a n g -B e n t ia u , waaronder goede wapen-smeden zijn.
(3) De T j ip a n n a s is de K a h a ija n tot kampong T am p a n g (70 Duitsche
mijlen ver) opgevaren; de B a r i to tot op 110 Duitsche mijlen; en de Men dawi
tot aan kampong Maijo oi 66 Duitsche mijlen. De M en d aw i vloeit uit in de
S a b a n g a -b a a i, bewesten S am p it .
Op den 2den en 3l!e" bleef ik te B a n je rm a ssin , van waar
ik den 4den Junij naar Martapoera vertrok. Deze reis deed
ik met den Gouvernements-stoomsleper K a p ite in van Os (1),
Gezagvoerder g l a s e r (2). Des morgens ten 7 uren stoomden
we weg, en hadden nog een’ tijd lang het gezigt op de
bewoonde oevers der B a r ito en op een aantal praauwen en
b ida r ’s van Maleijers, Javanen, Chinezen, Banjir&en, Boegin&en,
Arabieren en Daijakkers, en op de vele vlotten (rakit) aan de
rivier—oevers, waarop een aantal inlanders en Chintzen, meest
warong-houders en klein-handelaren, woont. Even buiten de
hoofdplaats passeerden we de rivier S o e n g i- lo em b a , waar de
Chinesche kamp eindigt, en de kampong van den Sultan aan
den riviertak Kwien (de grens tusschen die kampong en de
hoofdplaats of kotta) gelegen is. Een weinig verder passeerden
we den kraton (paleis) van den Sultan a d am . Deze kraton,
een zeer groot gebouw van stevige planken, verheft zieh aan
den regteroever der rivier, op den achtergrond van een breede
halaman of voorplein, en is gedeeltelijk oinringd door kleinere
tot het hoofdgebouw behoorende gebouwen en getimmerten, die
meestal, zoo als gewoonlijk te B a n je rm a s s in , op palen
staan, eu waarin eenige inlandsche grooten, als P a n g h e -
rang’s , G o e s ti’s en ßad&n’s , wonen. In de p a se ib an
(voorgalerij of gehoorzaal) stond een inlandsch hoog-bejaard
man, van een aanzienlijk voorkomen en in een lange k a lo e -
bong of Arabische kabaai gekleed. Aan boord giste men
dat het de Sultan was, die naar den sleper keek, en ik
hoorde toen tevens een en ander, dat op hem, de Sultane
(1) Deze stoomsleper dient om de ijzeren laadpraauwen rivier-opwaarts naar de
kolenmijn O r a n j e -N a s s a u te P e n g a r o n terug te brengen, wanneer ze bare
lading steenkolen aan het inagazijn te B a n je rm a s sin gelost hebben. Naar ik
meen, heeft dit tweemaal ’s weeks plaats.
(2 ) De stoomsleper K a p it e in van Os en zijn moedige Kommandant W. GLASER
hebben gedurende de onlusten in B a n je rm a s sin in 1859, 1860 en 1861 militairen
.roem verworven, vooral wegens het in 1860 dapper afslaan van een groote overmagt
van Dajaksche opstandelingen, toen het vaartuig in de K apoeas-rivier bij P o e lo e -
p e tak gestationneerd was. De Kommandant is onlangs (8 Julij 1861) beloond met
de dekoratie der Militaire Willerasorde.
m . 28