
zoomedc op B o e k ie t—k a n d a n g , waai goudgroeven zijn en de
groote weg heenloopt , maar vooral ook op het vermaarde
P a g g a r— r o e ijo n g , den ouden zetel der vorsten van het trot-
sche rijk van M en a n g k a b o uw , hetwelk weleer op Sumatra
bloeide. Van dat vorstelijk stamhuis is nog, voor zoo ver
bekend i s , één nakomeling in leven , t. w. het L a ra ’s-hoofd
of de Toeankoe van S o r o à sso , met name soetar-agama (1)
en den titel voerende van M a n t ik o e -S a t ie . Op het erf
van het Gouvernementshuis staat nog een beschadigd b u d d h a -
beeld, (waarvan er op Ja v a zoovelen zijn,) hetwelk in de
omstreken van Menangkabouw’s lioofdstad gevonden i s , en
waarbij men twee u besehreven steenen” of B a t o e - t o e li e s
z ie t, benevens een’ steen met talrijke in symétrie uitgeholde
gaatjes, die aan het zoogenaamde tjo n k a -sp e l op Ja v a her-
innert, waarbij de spelers talrijke boontjes (b id jie -a ssam of
b o a -sa uw of rerak (2) geheeten,) bezigen, of aan het
k e tjèh of pitten-spel op Sumatra. Bovendien zijn er in de
sawa—velden eenige ruines van gebouwen en muren van ge-
bakken steen gevonden, ter plaatse, waar weleer de hoofd-
plaats van M enan gk abouw gelegen was.
. Begeerig als ik was om P a g g a r - r o e ijo n g te bezoeken,
gingen we er des anderen daags, vergezeld van eenige Pro-
w a tt in ’s of P e rw a ttin ’s (Hoofden), te paard heen, en waren
binnen een half uur (3 paal afstands) te Go dan g of 1er plaatse
onzer bestemming. We zagen nu een heuvelachtige terp of
grasplein, met talrijke w a r in g ien beplant, en een’ grooten
B a t o e - t o e li e s of een’ steen met K aw i- (of S a n sk r ie t-)
(1) SOETAN-AGAMA beteekent: » S u lta n " of »hoofd der g o d sd ie n s t. De
Maleijers van S um a tr a houdcn veel van groote en schitterende namen. Zoo zijn
e r , die den naam dragen van SOETAN-maIA-HAKI , d .i. »Sultan" of »Heer der
eon;" - MAHA-EADJA, d .i. »groote koning; - GIGIET-AMaS, d .i. »gouden
tand;" SOETAN-LAUT-AH, d .i. »Sultan van zee en vuur,” enz. Sommige vorsten
drao-en den naam van B a g in d a of S r i -B a g in d a , eigenlijk een titel, beteeke-
nende: »de heerlijke,” of »Zijne Hoogheid," even als S r i-p a d o e k a (de doorlucbtige.)
(2) Van de R e r a k -p it te n maken de inlanders op J a v a eerie soort van
groene zeep, waarmede ze hunne kleederen wasschen •
inscriptie, (die in het T ijd sch r ift van h e t Bat. G en o o tsch ap
beschreven is,) zoomede eenige oude vorstelijke graven, en een
geïsoleerd graf, hetwelk ons door den p en o n g g o e of orang—
djaga (wachter of bewaker der plaats,) als het graf van den
laatsten regerenden vorst van Menangkabouw werd aangeduid.
Bit graf ligt onder het lommer van een’ ouden w a r in g ie n ,
welks leeftijd echter niet tot 2000 jaren opklimt, zoo als de
inlanders op Java van den w a r in g ien bij B a t o e - t o e lie s
(ongeveer bij den berg B a to e - to e lie s ) te B u iten z o r g be-
weren. We bleven een’ geruimen tijd op dit belangrijk plekje
toeven, en herdachten den alöuden tijd, toen hier de troon
stond van dat beroemde Menangkabouw, hetwelk men voor
de wieg en bakermat houdt van den Maleischen volksstam, die
van hier is uitgegaan om zieh door den ganschen Indischen
Archipel te verspreiden, en die zijne b a h a sa -d jaw i, d. i.
z u iv e r -M a le is c h e ta a l (1) tot de taal van alle Oost-Indische
eilanden, of tot de L in g u a -P r a n c a (d .i. hier: het verbasterd
Maleisch) van den Indischen Archipel verheven heeft. (2)
Vol van deze en andere herinneringen keerden we naar
B a to e—sangkar terug, alwaar ik de school voor zonen van
inlandsche Hoofden bezocht, welke met 14 leerlingen bevolkt
is en in een der lokalen van het Landskantoor gehouden wordt.
Op den 8stel1 April vertrokken we, alweder per as en vergezeld
van de heeren p a lm en c l e e r e n s , naar S in g k a r a h , welke
plaats ongeveer aan de grens der Afdeeling Tanadatar of
XX k o tta ’s en op l i étape of 15 palen afstands van B a t o e -
(1) Op J a v a ondevscheidt men 6 taalvormen, als: b aM s a -d a lam (lioflaal),
-b a n g s jaw a n (taal der edellieden of fataoenlijke taal), - g o e n o n g (berg- of
büerentaal), -p a s s a r (markttaal), -k o r a n g (onfetsoenlijke of lompe taal), en
-k d s a r of - lo ew a r of -k a t jo k a n (läge straat-taal.)
(2) M en angkab ouw moet misschien geschreven worden: M e n a n g -k e b o
of -k e r b o , d .i. »dekarbouw heeft overwonnen” of »de karbouw wint” of »is de
verwinnaar." Welligt heeft dan het land M e n a n g -k e b o of M e n a n g -k e r b o den
oorsprong van zijn’ naam te danken aan een gevecht, hetwelk hier weleer tussehen
een’ karbouw en een’ tijger geleverd werd, en waarbij de karbouw verwinnaar bleef.
m 14