
ziener der kultures alleen eti verhaalde hij mij, dat het distrikt
O e loe 16 kampongs of o e ta ’s telt, en P ek an ten 4 o e ta ’s ,
waarvan er 3 zeer groot en aanzienlijk zijn. De kampongs van
O e loe zijn: T a n j o n g - a le i, S itom b o l, T a n jo n g -b a to n g ,
M o e a r a - s ip o n g i, T j o b a d a -h ilir , K o t ta - r a d ja , K o t ta -
baroe, K o t t a - t in g i , K am p o n g -p in a n g , T a n jo n g -la r a n -
g a n , T a n jo n g—medan , B a n d a r—p an jan g , P e n ja n g h e i,
E a n jo n g—b a to e , L im a—manis en S im p an g—m on d op o , en
de kampongs van P ek a n ten zijn: K o t ta - lom b a , K o t ta -
to e a , K o t ta -p a d a n g en K o t ta -b o e k ie t .
Des anderen daags keerden \ve naar M o e a r a - s ip o n g i te-
r u g , en had ik des namiddags teil balf 5 uren eene conferentie
met de meergemelde vorsten van O e lo e en P e k a n t e n ,
t. w. Soetan-LAUT-APi, B a g in d o - angso, Radja-PANGKET
en Soetan-MOMPANG, die met een talrijk gevolg waren afge-
komen. Deze conferentie werd in de open lucht voor het liuis
van den Opziener en tegenover de passer en school gehouden.
lo e n de vorsten en de Opziener op de buiten-gebragte
stoelen badden plaats genomen en de drukte voorbij w as,
stond ik op en sprak to t de vorsten, die insgelijks opstonden,
over het doel, waartoe ik gewenscht had hen te spreken. Ze
hoorden mij in diepe stilte a a n , en ten slotte verzocht ik
hen om over mijne woorden onderling te beraadslagen, waartoe
ik h e n , door mij in huis te verwijderen, algeheele vrijheid
liet. Weder buiten körnende, traden ze mij met een zekere
hartelijkheid te gemoet, en gaven mij op mijn voorstel het
günstige antwoord, hetwelk ik op bl. 256 reeds heb opge-
teekend. Tegen 61 uren namen ze met een’ vriendschappelijken
handdruk afscheid en reden ze huns weegs.
Op den 30slen vertrok ik naar R an, en des anderen daags
naar P a n t i , van waar ik op den l sten Junij over B a to e -
b a tin d i naar L o eb o e—s ik a p in g en den volgenden dag naar
Bon djol afreed. Op den 4den Junij passeerde ik P is a n g en
P a lim b a ija n g , bereikte vervolgens Matoea en was den 7 den
te P o r t - d e -K o c k , van waar ik den naar het hooggelegen
en op 10 palen van P o r t -d e -K o c k verwijderde
T an jon g -a lam vertrok, en van daar naar P a ija -k om b o .
Mijn weg liep eerst weder over G a n tin g , Ta ra , Alam en
B ie r o tot aan B a s so , van waar ik zuidoostwaarts A ije r -
ta b e , K o t t a - t in g i , M a ta -a ij e r -g e d a n g , K o t ta -g e d a n g ,
S ilib a r o e , Sawan en Taboe bereikte. Van Taboe tot
T an jong -a lam lieeft men de schoonste v ed u ta ’s of vergezigten,
die men zieh verbeelden kan. Overal lagchende velden en
strooinen, kampongs en boschjes, heuvelen en dalen ! En bii
elken hoek of bogt van den al-kronkelend opwaarts-gaanden
weg ontrollen zieh nieuwe natuurtooneelen en nieuwe verras-
sende panorama.’s der weelderige Tropische schepping! In het
westen paradeerde de Merapi met trotsche kruin en fumaro-
len, en ten zuiden en oosten blonken de liefelijke Sago en
de g o en o n g ’s of bergen B is s i en B o e k ie t—Kapor. Even
voorbij T a n jo n g -a lam , welke plaats op het hoogste punt of
den poentjak van het gebergte lig t , vond ik den heer stij-
man , Assistent-resident der Afdeeling L k o tta , die mij met
zijn rijdtuig kwam afhaleii. Weldra ging het nu nog 5 palen
verder en berg-af naar B e r o e la , en längs Port Thouloup
naar Bo e lak an en verder naar K o t ta - t e n g a , van waar we
weldra P a ija -k om b o binnenreden, en ik bij den heer stijman
gastvrijheid vond. Van hier vertrok ik met den heer stijman
over A la n g—lawas en Alaban naar B o ea—p a n d ja n g ,
alwaar ik den heer de butt in ontinoette, Kontroleur en Civiel
Gezaghebber van het distrikt VII k o tta ’s , met wien ik des
anderen daags per as over T anjong-Am palo naar S id jo en -
d jo en g , hoofdplaats der VII k o tta ’s , reed. Opvolgend passeerden
we de kampongs T ig a - ja n k o , T a lo k , Koemari
en P a d a lo ew a , en waren ten 11 uren te T an jon g -Am p a lo ,
alwaar het fort op 604 voet hoogte aan de vischrijke
rivier (batang) O m b ilin g gelegen is, en een Opziener der
kulturen woout. Van daar liep de bendi-weg over en längs een
aantal heuvelen naar Moeara, alwaar zieh vier der grootste