
vooral op de marktdagen, zagen we de inlandsclie vrouwen
hare mandjes met rijpe koffij-bocmen in dit pakhuis breiigen,
alwaar het artikel dadelijk in ontvangst genomen, gesorteerd,
gewogen en aan de belanghebbenden betaald werd. Het ge-
benrde geld werd door de vrouwen onmiddellijk op de passer
besteed teil aanköop van groenten en andere benoodigdheden
voor de inlaudsche keuken. De boonen, welke ze aanbragten,
liadden ze niet in koffij-tuinen geplukt, maar van de verstrooide
koffij-heesters, welke de kampongslieden bij hunne dorpen en
huisjes hebben aangeplant. Bijkans overal toch in de Padang-
seh e B o v en la n d en ziet men rondom de inlandsche huisjes
onder de pisang—struiken een aantal koffij-heesters, waarvan
gedurende den oogsttijd elken morgen de rijpe boonen door de
vrouwen geplukt worden, - en allerwege ziet men kleine lands-
pakhuizen staan,waar de vrouwen elken morgen hare pas-geoog-
ste koffij aan den paklmis-mandoor tegen contant geld komeu
verkoopen. Nergens ter wereld kan eene of andere kultuur
meer geliefd zijn, dan de koffij-kultuur op Sumatra. De
inlander, die eenige koffij-heesters in den vetten grond van
het kleine erf zijner woning geplant heeft, bewaakt zijn tuintje
met even veel zorg als de Mythologische draak Ladon den
tuin met gouden appelen der H e sp e r id en of der dochters van
den nacht tegen Herkules bewaakte, die ze echter voor erystheus
roofde. Doch de gouden appelen van den Snmatraan der Padang-
selie B o v en la n d en zijn de schoone bessen, die zoo rood en
groot als kersen zijn, d .i. de glinsterende en maische koffij-boo-
nen, die daar rondom de dünne takjes in kransjes vastgehecht door
beider—groene was-achtige bladeren omlooverd en vaak ook gelijk-
tijdig door geurige witte bloesems omzet zijn. De koffij—heester is
hem het v o g e l t j e m e t h e t g ou den ei der fabel. Elken
morgen ziet hij aan dien heester zooveel gouden eitjes pralen,
dat hij daarmede zijn onderhoud voor zieh en zijn gezin voor
den ganschen dag rnim betalen kan, en zelfs ten slotte nog wat
overhoudt om eenige a n te n g -a n t e n g of preciosa’s voor zijne
vrouw of dochters of een’ se ro e to e voor zieh—zelven te koopen.
Een weinig ten noorden van P a d a n g -p a n ja n g ligt de
3,559 voeten hooge heuvel G o e g o e r -m a lin ta n g (1) met de
daarop geboiiwde sterkte en het groot militair kampement. Aan
den oostelijken rand van dezen heuvel, die een prächtig ver-
gezigt over het distrikt B a t ip o e en X k o tta ’s aanbiedt,
ontwaart men een eenvoudig graf-monument, waarop de
namen te lezen staan van den sergeant scheixing (een’ Duit-
scher), en van de fuseliers marlier, (een’ Belg) en sosmito
(een’ Javaan), - drie namen, welke met gouden letters
in de militaire jaarboeken van N. I. zijn opgeteekend. Op
deze piek stond eens het bastion eener b en tin g of redoute,
welke in 1841, na den oorlog met de P ad r i’s of P ad a r ie’s
(welke oorlog van 1819 tot 1838 duurde), door een kleine
bezetting onder de bevelen der luitenants j . b . banzeh en hoi.y
en den luitenant-betaalmeester keppel verdedigd werd. Door
eene groote overmagt van vijanden, opstandelingen van B a tip o e ,
omsingeld en tot het uiterste gebragt, verliefen deze dappere
officieren met ongeveer 50 meestal geblesseerde manschappen, die
nog van het garnizoen waren overgebleven, (benevens eenige
vrouwen en kinderen), in zekeren nacht van Maart 1840 de
half-veruielde benting, met achterlating van 3 zwaargewonde
mannen, die niet konden medegaan en ook niet door hunne
kameraden wilden vervoerd worden. Deze gewonde helden,
wetende, dat. hunne redding het behoud der aftrekkenden te
midden van duizend fanatieke vijanden zou in de waagschaal
stellen, verwierpen grootmoediglijk alle aanbod en weerstonden
allen drang der scheidenden, om hen uit de benting en van
den heuvel af in het nabijgelegen woud in veiligheid te brengen.
Ze hadden vast besloten om zieh voor hunne lotgenooten op te
olleren en in de benting om te komen, en lieten zieh liiertoe
in den kruidtoren nederleggen. Eindelijk, na menig hartver-
(1) G o e g o e - of G o e g o e r -m a lin t a n g , niet te verwarren met G o e g o e -S ig an -
d a n g , een’ heuvel en achans in het landschap VI k o tta t s der Residentie^Padang.