
b e i t , die eene tuchtiging verdiend liad, en dat de C e le b e s
vervolgens, - te gelijk met Z. M. stoomscbip Adrairaal van
K in s b e r g e n , hetwelk in Station te Makassar lag, en Z. M.
sclioenerbrik L a n s ie r , die gestationneerd was voor T im o r -
K o e p a n g , benevens eenige kruisbooten van Soerabaija en
M ak a sse r, - een paar maanden lang een’ kruistogt doen zou
tegen de zeeroovers. Eerst den W m Augustus werden de
laatste Orders ontvangen, en den 14d™ des morgens ten 11
uren was ik aan boord (1). Een paar uren later (ten 2 uren
* middags) waren we onder stoom, hebbende twee gewapende
kruisbooten van S o e rab a ija op sleeptouw. De loods bragt
ons veilig door het zoogenaamde J a n s en s -g a t, en ging bij
de L i t e r -T o n van boord. Tegen den avond zagen we het
Krabben-eiland en werden de zeilen geheschen. De Nöord-
kust van Java bleef bestendiglijk in liet gezigt, en, terwijl
we op den en 15den P a ssa r o ea n , P r o b o lin g o ,
P anaroekan en B e zo ek ie opvolgend passeerden, vertoonden
zieh ook successivelijk aan stuurboordzijde de hooge bergen van
J a v a ’s O o sth o ek aan ons o o g , als de P en a n g o e n g a n ,
Sm ir o e , A r d jo e n o , B iom o , L am on g an , B a iir a n , Y a n g ,
R in g ie t , T ja ssem , Rauw, de Id jin . of Merapi met zijn’
9,600 voet hoogen krater A rg op o e ro (den hoogsten top van het
I d j in - of Ajang-gebergte) , en de Sedano of G o e n o n g -
Batoeran bij kaap Sedano aan J a v a ’s oostelijksten hoek bij
B a n jo ew a n g ie , - terwijl aan bakbooid de drie Zadel-bergen
van Madura ons een’ tijd lang tegenblonken. Toen we in
het gezigt der bergen S ed a n o , Id jin g en Rauw waren, w’erd
de batterij met scherp geladen, en kregen we harden oosten-
(1) Het Etat-major van de C e leb e s bestonil, behalvB- den heer Kommandant
T. HANSEN, uit de Heeren E. STAR n a u t a , Lt. ter zee 2<b klasse (thans
le klasse) len officier, J. P. M. WTLLINCK, M. J. BIJLEVELD en H. VAN GOENS,
Luitenants ter zee 2e. klasse, J. J. g e b e l , officier van gezondheid 3e klasse (thans
2e. klasse), C. J . s . COURT, offic. van administratie 3e. klasse, en twee Adelborsten.
Het stoomscbip A dm ir a a l van K in sb e r g en werd gekommandeerd door den
heer Lt. ter zee le . klasse OST1, en de schoenerbrik L a n s ie r door den heer Lt.
ter zee le . klasse STÖRT.
wind. Yoorbij Meinders-droogte kwarn de wind aan bak-
boord half in , en hadden we te worstelen met een hooge en
zware zee, die uit S tr a a t -B a li aanrolde en ons stuurboord
teisterde. De C elebe s (die sleclits 6 voeten diepgang heeft)
slingerde zoo hevig dat de boven—ra en fokke—ra successivelijk
moesten worden afgenomen, en de voorsteng gestreken, terwijl
de bakboord-boven-pardoen brak en de stuurboord-bakspier
wegsloeg. Des avonds ten half 7 uren moesten we de beide
kruisbooten, die lek geslagen waren en dreigden te zinken, en
waarvan de bemanning vreeselijke noodkreten aanhief, loslaten,
en kort daarop werden er gijus op de slingerende en krakende
masten gezet en ook de groote steng gestreken (1). Al
deze maatregelen gaven het schip meer steun, en toch slingerde
het zoo hevig, dat we ons op het dek aan de relings
moesten vasthouden en ik telkens dacht dat de golven den
steamer het onderst boven zouden keeren. Eindelijk waren we
de monding der S t r a a t -B a li overgestoken, en kwamen we
onder de Noord-kust van het eiland B a li, . waarop we vele
vuren zagen branden. Nu hadden we een kalme zee en stoomden
rüstig door.
Den volgenden dag (16 Augustus) was het weder fraai, doch
heijig, en de wind 0 . Z. O. Met het aanbreken van den ochtend
zagen we de pieken van B a li en L omb ok, namelijk den
Tabanan bij Djagaraga in het Rijk B e lil in g , den rooken-
den B a to r , den 8,795 voet hoogen vulkaan G o e n o n g -A p i,
den A gon g (2) en het 637 voet hooge bergje Bakoengan
(1) De bijzonderheden, die in dit reisverhaal betreffende schip en tuigaadje,
windstreek, peiling, koers^- enz. voorkomen, heb ik te danken aan het privaat—
journaal van den heer Lt. ter zee van GOENS (van de C e le b e s ) , die mij vrien-
delijk inzage er van gegund heeft.
De bedoelde kruisbooten zijn zwaar lek, doch behouden, te S o e r a b a ija terug-
gekomen.
(2) De A g on g heet ook A b a n g , G o e n o n g -K a r a n g -a s s em of P ie k van
B a li. Mn is de heilige berg, dien de bevolking niet dürft beklimmen, om den
daarop wonenden geest niet te stören. Er staat een tempel op, en hij wordt ge-
houden voor de woning der goden. Een andere heilige tempel Staat te S o e n g ila w a s .
De Tabanan is 7 ,6 4 5 , en de A g o n g 10,511 (of 9,790) voeten hoog.