
zoo bijzonder-gestoffeerd voorkomen, dat men zieh een scliilderij
zöu kunnen denken, door de fantaisie van een’ der zoneu van
a p e l l e s gepenseeld. Hier de rijen der goudgele heuvelen, -
daar de stoet der trotsche boomen, - ginds de sierlijke bam-
boe-struiken; - en elders de boschjes van kreupelhout, en de
velden en dalen met hooge en wilde grassebeuten, — en dan
wederom heuvelen, en wederom boomen en bamboe-stoelen , en
wederom boschjes en heestergroepjes, en wederom velden en
dalen ! , . . Het is inderdaad een schilders-tafereel, maar een
tafereel, waarvan het doek een deel van ’t. lieve aardrijk i s ,
en de meesterhand de hand der Natuur.
De kampong S o e n g i - s a r i e , welke door den weg door-
sneden en als in twee helften gedeeld wordt, bezag ik met
meer dan gewone aandacht, omdat te midden dezer kampong
tijdens .den oorlog op S um a tra , op den 27 Maart 1827 een
bloedig treffen tusschen onze troepen en de opstandelingen plaats
liad, waarbij onder anderen ook de toenmalige Militaire Kommandant
van P r iam a n , de Luitenant der Infanterie b e r gm a n ,
sneuvelde. Deze officier was, naar men mij verhaalde, ter
assistentie van den Generaal d e s t ü e r s , die op dit punt met
den vijand slaags was, met een gedeelte der bezetting van
P r iam a n tot S o e n g i—sa r ie opgerukt, tastte hier den vijand
in den rüg of in de flank onverschrokken aan , doch mögt de
lauweren der behaalde overwinning niet om zijne slapen vlechten.
Bij den ingang van het dorp, aan de zijde van P r iam a n ,
door het vijandelijk lood doodelijk getroffen, blies hij op het
veld van eer den adern uit.
Ongeveer ten 10 uren passeerde ik de groote brug, welke
op 4 palen afstands van de hoofdplaats P riaman over de
breede Sampang lig t, en ontwaarde tot mijne niet geringe
vreugde, dat de weg nu door tal van kokospalmen belommerd
werd. Gedurende 4 uren had ik in eene brandende zonnehitte
doorgebragt, en mijn rijdpaard, hetwelk ik eenige dagen geleden
te P a d a n g -p a n ja n g gekocht had, beeide van vermoeidheid,
en liet ziju zweetdruppelen als stralen waters tappelings van zijn
bruine robe afvloeijen. Wel was hij op het oog een kloek en
sterk dier, maar hij scheen mij toch wat zwaar te vinden, en
ik had ook op mijne verdere reizen op Sumatra van hem veel
minder dienst dan van een’ grooten, doch zeer mageren, rood-
schimmel, dien ik eenige dagen later kocht. De schaduw der
palmen aan de andere zijde der Sampang was hem, even als
zijn’ meester, bijzonder-welkom, en terwijl de kampong-lieden
van Paa hem eenige tiem b a ’s (1) water lieten drinken, zette
ik mij neder op den krans of stoel der duizend dünne en
brokkelige wortels, waarmede een der klapperboomen den dikken
voet van zijn’ ouden stam omgeven had. En toen nu paard
en ruiter wat bekomen waren, ging het weder voorwaarts!
Had ik onderweg menig huis en kampong en inlanders gezien,
thans zag ik overal huizen en menschen längs den weg en
huizen en menschen onder de kokospalmen. Na nog een uur
rijdens, passeerde ik de groote kampong Krammant of Kra-
m an t, en was weldra te P r iam a n , alwaar ik door den heer
Assistent-Resident d i e p e n h o r s t gastvrij ontvangen werd.
De kotla-Priäman dagteekent als handelskantoor, - even
als T ik o e , de hoofdplaats van een der onder-afdeelingen der
Afdeeling P r iam a n , - van het jaar 1 6 6 4 , toen de Kommandeur
k a u w de Atjinezen van daar verdreef, en er een löge liet
bouwen, die door een benting of redoute beschermd werd. Ze
is de hoofdplaats der Afdeeling van dien naam, welke Afdeeling
de distrikten K a jo e—tan am , D o eb o e—b a s so n g , T ik o e ,
L o e b o e -a lo n g , Kiamb ang en Oelakkan bevat, en in 1854
niet minder dan 159,135 notenmuskaat-boomen (waaronder
5000 vruchtdragende) telde, die 108 pikols noten (pala) af-
wierpen (2). Aan den oever der Sampang en digt aan het
•(1) Een soort van aker of put-emmer van o e p i of lontar-bladeren, waarmede
het water uit de p r ig i ’s of so em o r's (putten) wordt opgehaald. De o e p i is de
dikke grijs-wit-gekleurde bloesem-scheede van den pin an g -b o om ,
(2) De overige pala-produktie van Sum a tra wordt verkregen uit de notenmus-
kaat-tuinen der Afdeelingen P ad a n g en A ij e r -b a n g ie s .