
houdend voor de lioeven onzei paarden op, en voor.d dan,
waimeer rnijne geleidende inlandsche ruiters, die zonder zadel
en soms ook zonder toom te paard zaten , van tijd tot tijd
hunne vlugheid en bekwaamheid in liet rijden toonden. Een
paar malen trokken we door de bedding eener kleine en 011-
diepe rivier, die ergens in liet binnenland uit een bron 001-
sprong nam, misschien de Fetemaas , die 10 mijlen van
K o ep an g in zee valt. Te O e isa p p a -b e sa r (gewoonlijk
sleclits bij verkorting Oeisappa geheeten), eene nette kam-
pong met knappe huisjes en een lief kerk- . en school-
gebouw, - alles van bamboe en gawang of de stengels der
bladeren van den g aw a n g -b o om , - werden de gemeente en
scliool geinspekteerd, en klaagden mij de dorpelingen bet verlies
van hunnen inlandschen Christen-meester (goer o e ), die
een paar dagen voor rnijne komst overleden was. Ongeveer
ten 12 nren was ik te B a b a u w, alwaar ik dadelijk het
kerk— en schoollokaal, een gebouw van steen, doch ruw ge-
metseld en ruw aangestreken, binneritrad om de verzamelde
schooljeugd te examineren. De Posthouder had mijn logies bij
den inlandschen Christen-meester besteld, en bij dezen nam ik
dus na den afloop mijner werkzaamheden mijn’ intrek, en deed
tegen den avond eene wandeling door de plaats. Het dorp ziet
er goed u it , en telt verscheidene goede en vrij-geregeld aan-
gebouwde huizen, waarvan echter het grooter deel door een
breed grasplein van het kleiner gedeelte gescheiden is, Enkele
huizen zijn er van steen. In de nabijheid der kampong liggen
welige sawa’s of natte rijstvelden, die door de bron van
Babauw van water voorzien worden.
De inlandsche Christen-gemeente werd vroeger geleid door
den Zendelingleeraar s c h o t , die tot aan 1855 in haar midden
werkzaam was, en zieh toen naar de Zuidelijke distrikten
(Bonthain) van het gouvernement Makasser op C elebe s begaf.
Op den l en September reed ik des morgens vroeg naar het
op ongeveer 4 | palen afstands ten N. 0 . van Babauw gelegen
dorp O e isa uw , alwaar de kerk— en schoolzaken werden.
daan, en keerde in den laten namiddag naar Babauw terug,
van waar ik mij dadelijk naar de op ruim 4 palen afstands van
Babauw gelegen kampong O e ile o begaf (1). De wegen naar
Oeisauw en naar O e ileo loopen over een onbebouwd terrein
van wit zand, waarop zieh echter vrij-veel groen en vele
struiken en groepen van geboomte voordoen. Somwijlen zag ik
de toppen van gebergte • schemeren, hetwelk mijn geleide, ten
regte of ten onregte, voor de toppen van den 4000 voet
hoogen E a to e—l e o d i e zieh in het Ko ep an g sch e verheft,
en van den E a touw e , den E e t ie , den F a te le a n en het
Nifor-gebergte, hield. Waarschijnlijk echter werden de 4
laacstgemelde bergen verkeerd opgegeven, daar de F a te lean in
het rijk Amab i, de F a touw e in het rijk T a k a i, de l e t i e
in het midden gedeelte van T im o r , en het Nifor-gebergte
(waaruit de rivier B ie sjam a , die zieh in de N o i-m in a
werpt, ontspringt,) in het rijk Amanoebang staan, en dus wel-
ligt te ver van mij verwijderd waren om ze te kunnen zien (2).
Te O e ile o nam ik mijn’ intrek bij den schoolmeester, be-
handelde des anderen daags de zaken van kerk en school, en
keerde toen naar Koepang terug, dewijl ik berekeneu kon,
dat de Celebes nu weder van P o e lo e -b o e r o n g bij P a r it t i
(alwaar de van K o tti aangevoerde hulptroepen moesten worden
afgezet) te Koepang terug kon zijn, om het restant der hulptroepen
te gaan afhalen, van welke gelegenheid ik gebruik
moest maken om R o t t i te bezoeken.
Te Koepang op den 2ac“ September teruggekeerd, schreef'
(1) O e is a p p a , O e is a u w , O e ile o en Babauw liggen digt aan de ßaai van
K o e p a n g , aan welker naauw-toeloopend einde het door een fortje of borstwering
besehermde dorp P a r i t t i ligt. Op mijne reis van K o ep an g naar Babauw en
terug had ik meermalen het gezigt op deze Baai en haar eilandje Poeloe-w
b o e ron g , en somwijlen reed ik rakelings längs hären Zuidoostelijkcn oever heen.
(2) De B ie s jam a vloeit aan T im o r ’s Zuidkust en voert koper-erts af. De
F é té -m aas voert stofgoud af, zoo ook de H a li m e a , die in het distrikt F ia -
la r a n g (een onderdeel van het rijk W a iw ik o -W a ih a lle ) vloeit. F ia la r a n g
staat onder Nederlandsch gezag met een’ Posthouder. In 2 rijkjes verdeeld, wordt
het be9tuurd door een' g r o o te n en een’ k le in e n R a d ja .