
rivieren, namelijk de O m b ilin g , de K w a n ten , de Sinama
en de Ampat- P la n k ie s , — nadat ze al de andere rivieren
der P ad an g sch e B o v en la n d en hebben opgenomen, — zuster-
lijk en tevens majestueus vereenigen. Van liier reden we nog
eenige weinige palen verder, en waren teil 2 ure in den na-
middag te S id jo en d jo en g , welke plaats bij de rivier van dien
naam (1) op 20 palen of 2 etapes afstands van Boea-pandjang en
op ougeveer 10 palen afstands van T an jon g-amp alo verwijderd is.
S id jo en d jo e n g , boofdplaats van liet distrikt VII k o tta ’s
of K o t ta - to e d jo e , ligt in eene vlakte, welke bijkaus aan alle
zijden door xneer of min verwijderd gebergte, - als de bergen
T e la g a , M en am ö e i, S imp ang , Ongen en S ig am a , en de
b o ek ie t’s of heuvels S a n g k o e r , G o e g o e liu g i, S a r a n g -
itam , Sankapoeja, Salamba, A g o n g , In d o em an , S tabian
en M am b o l, - als omschanst wordt. Het landschap VII
K o tta s, door de b a ta n g -S id jo en d jo en g doorsneden, is de
oostelijkste der Nederlandsche bezittingen ter W e s tk u s t van
S um a tr a , en grenst aan het niet— onderworpen landschap
Kwanten. De lioofdplaats S id jo en d jo e n g is aan den uiter-
sten oostelijken hoek gelegen, of digt aan de grens van
K w a n ten , op geringen afstand van de rivier S idjo en djo eng ,
die ten zuiden van de groote b a tan g of rivier K w an ten
vloeit. Ze is zeer net aangelegd en prijkt met een plein of
a lo n g - a lo n g en breede goed-onderliouden voetpaden. Achter
het huis van den Kontroleur ten noorden der plaats -staat de
benting, welke haar verdedigt, en westwaarts-op loopt de weg
naar B o n d jo l, welke T a n jo n g -am p a lo of A m b a lo , B o e a -
p a n ja n g , H a lab an , P a ija -k om b o , S i l ik i e , en eindelijk
P oead atar passeert, welke laatstgemelde plaats op een steil,
en in de westmoesson bij na ongenaakbaar, gebergte gelegen is.
Den volgenden morgen vroeg verliet ik mijn’ vriendelijken
(1) Bij de rivier S id jo e n d j o e n g vindt men cen warme minerale bron, bij het
dorp A i j e r - h a n g a t , welke naam warm w a te r beteekent.
gastheer, den heer d e b r u in , en vertrok ik te paard naar
P a d a n g -s ib o e so e k . Een eind weegs van S id jo en d jo en g
werd ik over een’ arm der rivier O m b ilin g overgezet, en
passeerde voorts de kampongs P om atan -p an jang of Moedan-
p a n ja n g , K a n d a n g -r a h o e , P a lan k i en M o e a ra -b od i
(of Moeara—poeti?), en was ongeveer ten half 2 ure te P a d
a n g - s ib o e s o e k , welke plaats 15 palen van S id jo en d jo en g
ligt. Hier nam ik mijn’ intrek in den grooten en ruimen
passangrahan van het aanzienlijk en goed-bevolkte dorp, en
vond er een der kamers, door de zorgen van den heer d e
b r u in en den Opziener van T a n jo n g -am p a lo , ter mijner
ontvangst in gereedheid. In den namiddag deed ik met mijn’
jongen reisgenoot, - van wien ik sedert mijn vertrek naar
S olok niet gesproken heb, en die mij toch altijd trouw ver-
gezelde, namelijk den zoon van den Kegent of Toeankoe van
S e la ijo e , - eene wandeling door het dorp en. zijne bevallige
omstreken, en verbeeldde mij toen dat de naam P a d a n g -
s ib o e s o ek (vuil of stinkend veld) wel ten onregte aan de
plaats gegeven is. Het wemelde er van wilde duiven of boe-
r o n g -d a r a (1) of t jik o e k o e r ’s (tortelduiven), waarvan ik er
eenigen voor ons souper schoot. De dorpelingen vonden het
zeer aardig, dat er bij elk schot een b o e ron g (vogel) uit de
bamboe-struiken viel, en nog aardiger, dat ik eenige duiven
aan de mannen, die ze opraapteu, weggaf. Ze konden het,
naar het scheen, niet begrijpen, dat ik mijne jagt met hen
deelde, en volgden mij door alle lauen en paden en wegen.
Om hun genoegen te geven, deed ik nog verscheidene vogels
voor hunne voeten vallen, en zag ik ze den buit, onder luid
gegil en gejoel, en elkauder verdringende, stootende. en duwende,
haastig en blijmoedig oprapen. Ik geloof, dat ze nimmer
hadden zien jagen, en over de snelle en juiste werking van mijn
Manton-geweer (hetwelk een mijner Padangsche vrienden mij
(1) B o e r o n g -d a r a : b lo ed -v o g el, of misschien ook: m a a gd en -v o g e l, dewijl
dara beide beteekenissen heeft.