
om zieh de poort van een reuzen-stad te denken, waarvan
de hoofdstraat met een dubbelde rij van reuzen-sloten of
Titans—kasteelen is bezet, - of liever nog om zieh een Bürgt
voor te stellen, zoo als de Zonen van c r o n u s of s a t u r n u s
bouwden, toen ze uit de brandende P h le g r e is c h e velden van
Campania, met rotsen en boomstammen gewapend, uitrukten
en de bergen Ossa en P e lio n opstapelden om den Olympus te
bestormen. Het zijn in waarheid de evenbeelden der Cyclopische
muren van Argos of van Tiryn s en M yc en e, waarvan de
fabelleer getuigt, dat ze door de broeders b r o n t e s , s t e r o p e s en
a r g e s gebouwd werden, eer ze n o g , uit de kerkerholen van
den Ta r ta rus verlost, in de smidse van v u l k a a n voor ju p i t e r
den donder en den bliksem moesten smeden. Als h om eu u s
deze stoute steengevaarten had gekend, hij zou misschien ge-
zongen hebben dat hier de stad der U ran ion en of der 12
reuzenzonen en reuzendochteren van u r a n u s en g a e a lag, en
dat aan de eene zijde van A ro ’s Kloof de kasteelen stonden
van c r o n u s en c r iu s en c o eu s , en o c e a n u s en h y p e r io n
en ja p e t u s , en aan de andere zijde de versterkte sloten
van t h ia en t e t h y s en t h e m is , en r h e a en p h o e b e en
h n e m o s y n e . En als hij dan ook het diepe rotshol der kloof
gezien had, waarin in 1852 zieh eenige opstandelingen verborgen
hielden, dan had hij in dat hol misschien den M in o taurus
van Creta of den Anthropophagischen p o l y p h e e m doen
wonen, die weleer t jlysses’s togtgenooten verslond. En als
hij dan ook nog den zwaren Echo had gehoord, die in de
Kloof door zweepslag of vuurroer of menschenstem wordt.
gewekt, dan zou hij ook misschien de vermaarde T ita n o -
m a ch ia , of den reuzenstrijd der T itan en en Croniden, van
de bergen Othry s en Oeta naar Arauw verplaatst hebben!
Ter linkerzijde van den ingang der Kloof rijst een Monolieth,
blaauwgrijs van kleur en welligt lOOOvoeten breed, en vlak en
eiten als door menschenhanden afgebeiteld, ruim 400 voeten
steil en schijnbaar-loodregt omhoog, doch plaatst men zieh er
digt tegen aan en heft men te gelijk den blik naar boven,
dan ziet men met een huivering, die men niet bedwingen
kan, dat dit ontzaggelijk gevaarte zoo sterk vooroverhelt, dat
het als het ware telkens op het punt staat om voorover op den
we" te vallen. Bij dezen rotswand losten we nu en dan een
geweerschot, en hoorden dan den Echo klaar en helder van
wand tot wand en van rots tot rots overspringen , en vervolgens
den al zwakker en zwakker wordenden galm al dieper en dieper
de kloof ingaan, om eindelijk uit te sterven !
Yolgens de overlevering, of misschien geheel volgens de
gissingen der inlanders, was er in vroeger eenwen te Arauw
geen kloof bekend, doch is later het gebergte op dit punt
ingestort, of door een of andere geweldige katastrophe in de
natuur gespleten en ter breedte van 100 voeten van een ge-
scheurd. Doch wat ook hiervan zij, - de Kloof bestaat, en is
door menschen-handen niet gemaakt, zoo als b. v. de Kloof van
Pan tar , en de Tropische Natuur, altijd even mild en kwis-
t ig , heeft de rotskruinen met groen gekroond, en laat op de
oostelijke helft der breede spieet de koffij-tuineu welig tieren! ...
Gedurende ons verblijf te P a ija -k om b o deed ik meermalen, -
en wel gewoonlijk per as of per bendi, dewijl er vele goede
rijdtuig-wegen in de afdeeling zijn, - met de heeren s t i jm a n
en r o m sw in c k e i . wandeltoertjes naar en längs eenige dorpen en
tuinen. Zoo bezochten we S ir ilam a , eene kampong in het
distrikt S ir ilam a of S u r ilam a , het eenige distrikt op Sumatra's
W e s tk u s t, waarin de Gambier-kultuur bestaat; - en
verder de kampongs E im b o ek a n , S ito ed jo e , S o en g i—brin-
g ie n , L im b an a , S ilik ie (waar de weg doorloopt naar
P o e a -d a ta r ), en ook de kampong G o e g o e , alwaar het ver-
laten fort Yan den B osch staat en de wegen naar Sima-
lo n g a n en Monkar loopen. Bij eenige dezer dorpen, die,
behalve G o e g o e , meestal met hunne sawa’s längs het gebergte
liggen, zag ik koffij-en gambier-tuineii, peperranken en areeng-
boomen, en vooral ook vele kokospalmen, waaronder zieh de
huisjes, door eenige pisaüg—struiken en altijd—groene koffij-heesters