
menigte van to k o ’s of winkels hebben, en, ten gevolge der
günstige ligging van B in ta n g aan S tr a a t—S ing ap o er eil de
monding der S t r a a t -M a la k k a , met S in g a p o e r (1) en
Malakka en andere plaatsen veel handel drijven. Ongeveer
in het midden dezer to k o ’s en der Chinesehe woningen verlieft
zieh, ter regterzijde der hoofdstraat, een Chinesehe K lin t in g
of 1 e ip e k k o n g of t em p e l, die zoowpl uitwendig als inwendig
zoo keurig gebouwd en zoo prächtig versierd is, dat ik mij
niet aan eene beschrijving er van wagen durf, en maar alleen
zeg, dat men in de open galerij . voor het gebouw, waar de
T a n g k e (priester), geholpen door de 6 H o - e s io of assisten-
ten, den cultus of de eeredienst aan t h i - t h e of het Opper-
wezen verrigt, verscheidene beeiden ziet, in het Chineesch D jo e sie
(vaak verbasterd in Jo o sje) genaamd, waaronder zoowel vrouwe-
lijke beeldjes of k ö a n -im , als mannelijke beeldjes of k ö a n th e - ia
of sa n g th e -i'a of k ia lam -I a zijn. Ofschoon de Chiuezen te
R iouw uit twee club’s of clan’s of K o n g s i’s (eigenlijk: kom-
pagnieschap of vennootechap) bestaan, namelijk uit de C a n to n -
Cbinezen en de Emoi-Chinezen, en de beide k o n g s i’s of
H o e i elk een’ afzonderlijken kapitein of opperhoofd hebben, en
ook, als van twee verschillende provineien herkomstig, 'van
elkander jaloersch en afgunstig zijn, zoo schijnt het toch, dat
ze slechts eenen gemeenschappelijken K lin t in g bezitten. Ook
meen ik , dat ze de Chinesehe hooge feesten gemeenschappelijk
vieren, gelijk ze ook aan de volksfeesten, - als b. v. het
L o ia -feest, waarbij ze over en door het vuür loopen, - gemeenschappelijk
deelnemeu. Ik durf echter niet zeggen, of op het
(1) S in g a p o r e (van s in g a (leeuw) en pore (stad) in de Hindostanschc taal)
zou gesticht zijn door eene Maleische volkplanling van P a lem b a n g , welke
onder de regering van S r ie (zijne Hoogheid) t o e r ie - b o ew a n a , een’ afstammeling
van ALEXANDER DEN g ro o t e (die volgens de sage der Palernbangers over P a lcm -
b an g zon geregeerd hebben), omstreeks of vddr het jaar 1253 dc binnenlandcn van
P a lem b a n g verliet en later ook M a lak k a stichtle. De naam S in g a p o r e zou,
volgens de Javaansche t j e r i t r a , aan deze stad gegeven zijn door b r o w id jo i jo VI,
keizer van M a d ja p a h it (zie D. 1 , bl. 324), die in 1407 derwaarts vlugtte, e n ,
er bij zijne aankomst eenen leeuw (s in g h a of sin g a ) ziende, de plaats S in g a p
o r e of l e e u w e n - s t a d noemde.
feest, hetwelk de kapitein t a n - t o n g h a u w der C a u to n -k o n g s i of
C a u to n -I Io e i of Canton-Chinezen tijdens ons verblijf te llio uw
gaf, (en waarbij ook de Europeanen genoodigd waren), de kapi-
tein o e i j - t i k s i n g der E m o i-k o n g s i of Emoi-Chinezen al
dan niet tegenwoordig was.
Die Chiuezen, welke in het binnenland van B in ta n g wonen,
bebben er aan de rivieren A ij e r -r a d ja , A ij e r -P o n ta n g
en nog drie anderen, en op eenige plaatsen aau de West- en
Zuid-West-kust, uitgestrekte tuinen van peper en gambier,
terwijl een aantal Chinezen in de s te eu g r o e v en op het nabij-
gelegen eiland S ingarang werkzaam is.
De gam bie r is (opdat ik dit even notere,) de k a tsjo e
(gewoonlijk cate chu geschreven) of de terra ja p o n ic a , door
de Maleijers gambier geheeten, d .i. het gegiste sap der bladeren
van de uncaria of n a u c le a -g am b ir , eene plant of
struik van 5 tot 10 voeteu hoogte, die, behalve te llio u w ,
op L in g a , P a lemb ang en O o ste lijk -S um a tr a in groote
menigte, en ook op Java in zekere hoeveelheid, voorkomt.
De bereiding is, als volgt: Men laat de bladeren, die om de
2 maanden geplukt worden, in een’ ijzeren pot, waarin koud
water gedaan wordt , 2 1 uren lang koken, waarna ze er uit
geschept worden, en het uitgekookte sap blijft gisten, totdat
de gambier-deelen bezonken zijn, terwijl het bezinksel, af-
gegoten en het water verdampt zijnde, zoo lang met een rond
stokje geroerd wordt, totdat het een vaste brei of pap wordt.
Deze brei wordt dan half gedroogd en, even als in d ig o , in
koekjes of teerlingen ter grootte van 1 duim kubiek, of juister
van 1? duim in het vierkant en van i duim dikte afge-
deeld, welke koekjes vervolgens in den wind geheel gedroogd
worden. In drie dagen tijds, leest men, kunnen drie werk-
lieden 4,000 zulke koekjes gereed maken, en soms heeft men
juist zooveel gedroogde koekjes (of 4,000 stuks) voor een pikol
noodig, doch soms ook maar 3,400.
Maar de fabriekant niets van het gambier-sap verliezen
wil, worden de afgekookte en uitgesehepte bladeren nog in een’