
sum a tka ’s w e stk ü st .
ken van den reuzen-arbeid die liier eenmaal vverd verrigt.
Drie trotsche bergen met. sterk-begroeide kruinen, de Boekiet,-
l e n d ik e en de B o e k ie t—S iron g an ,(twee toppen van den
S in g a lla n g ) ten westen, en de berg Am b a tjan g ten oosten,
verliehen zieh op eenigen afstand van elkander, ter weerszijden
eener p. m. 15 a 20 voeten breede rivier, welke hare ondiepe
wateren (naar ik meen, uit de T e la g a of het meer op den
S in g a l la n g uitvloeijende,) met groote snelheid afvoert, - en
van die beide B o e k ie t ’ s heeft men de zuidelijke helling van
boven tot beneden loodregt afgekapt, en längs huu’ voet den
ongeveer 12 voet breeden weg aangelegd, die tusschen de
gezegde bergen eenige palen ver voortloopt. Hoog boven ons
rees S in g a l la n g ’s bergwand steil ten hemel, en onderschcpte
het lieht der naar het westen neigende zou, zoodat het reeds
avond scheen te zijn in den engen doortogt, ofschoon het
slechts 2 uren na den middag was, toen we er binneutraden.
Een koude luehtstroom daalde van de geborgten neder, en
helder water sijpelde hier en daar nit den zwarten wand van
T en d ik e en S ir o n g a n , en spatte op de rotspuuten en steen-
klompen, die allerwege knobbelig en knoestig en hoekig uitstaken.
Eenige apen en lo e to n g ’s en siam a n ’s schreeuwden in de
takken der oude en zware boomen, die soms dreigend boven ons
hingen, en het melancholisch en klagend geluid van den
wauwau (1) klonk droefgeestig door de bergkloof heen. Een
paar palen verder bij kampong L o e b o e—taroe bruist een
schoone waterval over een’ hoogen rotsmuur ongeveer 40
a 50 voeten diep brüllend neder. Bij dezen waterval, die
almede, naar ik g is, uit de gezegde T e laga van den S in g aR
lau g stroomt, maakt de weg een’ scherpen hoek of bogt, en
klimt hij spoedig verscheidene voeten hooger en spiraals— of
slangs-gewijze (k a n tjo k -k a n t jo k ) tegen het gebergte op,
alwaar hij op een plateau, p. m. 2000 voeten boven de zee
(1) De Wauwau of A uw - au w is een soort van grijzen aap of grijzen lo e -
to n g . Het is een droefgeestig dier, hetwelk zijn’ naara aan het treurig geluid,
dat het voortbrengt, tc danken heeft.
Sum a t r a ’s westkü st. 169
gelegen, uitloopt. Bijna waren we aan de lange houten brug
genaderd, die bij den gezegden hoek of elleboog over de rivier
¡reslagen is, toen de heer sch enck Ö O ' ', Kontroleur der P klasse
van het distrikt B a tip o e en X k o tta ’ s te P ad a n g -p a n ja n g
(thans Assistent-Besident), vergezeld van den heer oud-Kapi-
tein schultze, ons te gemoet kwam rijden. Dankbaar namen
we het aanbod van gastvrijheid ten zijnent aan, hetwelk hij ons
deed, en na een oogenblik oponthoud werd de togt gezament-
lijk voortgezet. De weg, die aanhoudend klimmen en van
tijd tot tijd ook dalen bleef, was hier en daar nog weder in het
gebergte doorgekapt, en voerde ons dan eens tusschen hoogere
en dan eens tusschen lagere heuvelwanden heen, totdat we eindelijk
te S e la ijan g kwamen, de voorstadals het wäre van Padang-
panjang of B a t ip o e , welke hoofdplaats van het distrikt
B a tip o e en X k o t t a ’s op 2,484 voet boven de zee gelegen
is. Weldra passeerden we nu een gedeelte der inlandsche kampong,
het zout-pakhuis en eenige nette woningen van Christen-
ingezetenen, sloegen toen links af, trokken de groote vierkante
passer over, - die tevens (zoo als gewoonlijk) het strijdperk
of het schouwtooneel is der op Sumatra zoo geliefde sab ong
of der hanenvechterijen, — en bevonden ons kort daarop in de nette
Kontroleurswoning van P a d a n g -p a n ja n g , die juist aan de
passer gelegen is en bij helder weder een prächtig uitzigt
heeft op de schoone landstreek, welke zieh ten oosten of in de
rigting der IV kotta’s ten zuiden van den berg Merapi uitstrekt.
P a d a n g -p a n ja n g (op 4 etapes of 40 palen afstands van
Padang verwijderd,) is een uitgestrekt vlek, hetwelk zeer net
aangelegd, en op min of meer verwijderde afstanden inet inlandsche
huisjes" eil geboomte bezet en door breede wegen en
voetpaden doorsneden is. De passer is het centrum der
plaats, en rondom dit vierkant staan de verschillende kantoren,
de Regentswoning of roema—t o e a n k o e , de magazijnen en pak-
huizen en andere getimmerten, waaronder vooral het groote
koffij-pakhuis tegenover de Kontroleurswoning aan de oostzijde
der passer dadelijk in het oog valt. Elken morgen, en