
rnet het gelukkig gevolg dat ze op de vlugt gedreven werden
eil naar Mont.rado weken, welke plaats vervolgens op den 2dcn
Junij (1854) door den Lh-Kolonnel An d e r s e n , waarnemend
Resident van Borne'o’s W e s tk u s t en Kommandant-en-Chef der
expeditie, genomen werd.
Eene eigenlijke gemeente was er in 1855 te S in gk aw an g
uiet. Er woonden slechts 2 civiele personen, beide ledematen
der Protestantsche kerk, zoo als ook in het nabijgelegen Mon-
trado het geval was. De overige aanwezige Europeanen waren
railitairen. Aan drie kinderen van dezen, zoo te S in gk aw an g
als op de digtbij gelegen militaire posten K o e lo r en P ak o en an ,
werd in 1855 de Doop bediend. (1)
In den av ond van den 15 December stoomden we van
S ingk aw ang naar P o n tia n a k , welke hoofdplaats van Borneo’s
Westkust we in den morgen van den 16d™ bereikten. Op de
reede kwam de Gouvernements-Bidar of het Bandong-vaartuig
mij afhalen, en weldra was ik over de zandbank in de breede
Kapoeas of rivier van P o n tia n a k , welke ik gedurende p.m.
6 uren lang bevaren moest. (2) In de monding der Kapoeas
passeerden we het eilandje Boemin, en roeiden of schepten toen
aanhondend längs läge met riet en biezen en struiken bewassen
oevers, slechts nu en dan door hoogere plekjes met geboomte en
kokospalmen, of door rotsen en steenklompen, afgewisseld. Na
ruim 5 uren varens kwamen we te B a to e - la ija n g (Y lieg en d e
Steen), welke plaats aan den regter-oever der rivier op 1 mijl
afstands van de hoofdplaats op den weg naar Mampawa ligt.
(1) Onder M o n tr a d o behooren, behalve S in g k a w a n g , P a k o e n a n , Sedouw
en K o e lo r , nog de posten of landschappen B e n k a ija n g , P e n g k a l la n g - b a t o e ,
S e w a l i e , B o ed o h en S a lin s i e , en S e b a lo e .
(2) De K a p o e a s ontspringt nit de vele waterkommen, die in ’t gebergte in
het verre binnenland worden aangetroffen, en stört zieh met 8 mondingen in zeo.
In het geheel heeft B o r n e o ’s W e s tk u s t 44 riviermondingen, welke voor schepen
van 6 tot 12 voet diepgang bevaarbaar zijn.
Dit kerkhof der vorsten-famille van het Rijk van P ontianak
wordt door een batterij van 4 stukken beschermd, en prijkt
met een missighiet, waarin de Sultan van Pontian ak elken
Vrijdag ten gebede gaat. Er liggen ontzaggelijke rotsgevaarten,
die gedeeltelijk uitgekapt en met kanonnen beplant zijn. Het
was weleer een geliefkoosd verblijf van wijlen den Prins o sm a n .
Ongeveer ten 1 ure zag ik Z. M. stoomschip Borneo en de
koloniale Civiele schoener H a a i, benevens 3 handelsvaartuigen
voor de kotta-Pontianak ten anker, en kort daarop stapte ik
aan wal, alwaar ik bij den Sekretaris der Residentie, den heer
p e e t e r , vriendelijk gastvrijheid vond.
Pontian ak (1) bestaat uit eene enkele rij van planken huizen,
waarin de ambtenaren en de officieren der bezetting wonen, en
die op tamelijk-groote afstanden van elkander längs den linker-
oever der rivier zijn aangebouwd. Tusschen de Kapoeas en
de huizen in loopt een breed voetpad, hetwelk echter in de
westmoesson zoo drabbig en modderig i s , dat men planken
leggen moet om het droogvöets te passeren. Aan het einde der
huizen-rij ziet men het fort, Port Du Bus genaamd, en aan
het noord-oostelijk uiteinde der plaats ligt de groote p asser,
alwaar een groot aantal van Chinezen, Maleijers, Boegi-
nezen en Arabieren woont. Uit de huizen van den Resident
en den Sekretaris heeft men het gezigt op de groote Boeginesche
kampong, welke op een landpunt, alwaar de Landak-rivier
zieh met de Kapoeas vereenigt (2 ), is aangelegd. Deze kampong
ligt geheel in het water, en wordt gewoonlijk //Yenetie”
genoemd, omdat men door de straten per praauw of sampan
varen moet. De huizen, van planken gebouwd, staan op hooge
palen en het water vloeit er vrij onder heen. Toen ik een
paar dagen later met mijn’ gastheer dit B o rn eo ’s Y en e tie bezocht,
traden we in bij een’ voornaam’ Arabier, die Toean-Kramat
(1) Tot de Residentie P o n t ia n a k behooren de Afdeelingen P o n tia n a k
S u k k a d a n a , S in t a n g , S an g o uw , M am p aw a , N ie u w -ß r u s s e J en Mandhor.
(2) De K ap o ea s deelt zieh hooger op in de M a h ak k am en de B a r ito .