
andere watervogels bespeurden we er niet in , en geen vischje
scheen er in te zwemmen. Ze waren eenzaam en verlaten,
even als liunne oevers en de ganscbe streek in de nabijheid,
alwaar we geen enkel liuisje of menschen zagen. Het derde
Meer, dat ik noemde, ligt in de r im b a ’ s of wildernissen en
buiten het gezigt van den reiziger.
Een paar palen verder daalden we den Tal ang af en
bereikten de kampong S e la ij o e - t a n a , e n , toen we deze
gepasseerd waren, begon de lucht weder donker te worden en
weldra een’ digten regen over ons uit te störten. Van het
schoone der natuur rondom ons, van de bergen en heuvelen,
dalen en valleijen, stroomen en rivieren konden we weinig meer
onderscheiden. Dikke graauwe wolken trokken langzaam en
zwaar door het gebergte heen, en een grijze misc of nevel,
die een’ sluijer over beemd en dreven wierp, onttrok de vallei,
waarin A la h a n -p a n ja n g op 980 voeten hoogte boven de
zee gelegen is , bijna geheel aan ons oog. Ten 11 uren kwa-
men we er doornat aan, en vonden in het huis van den
Opziener der kultures, den heer sauuus, vriendelijke gastvrijheid.
A la h a n -p a n ja n g , - de hoofdplaats van het kleine distrikt
van dien naam, hetwelk vodr zijne onderwerping aan het
Nederlandsch gezag door 4 Hoofd—P a n g h o e lo e ’s en eenige
subalterne P a n g h o e lo e ’s bestuurd werd, - is een groote en
ruim-aangelegde kampong, welker vele huizen aan weerszijden
van een’ zeer breeden weg gebouwd zijn. Het is door uitge-
strekte s aw a ’ s of natte rijstvelden omgeven, en heeft in hare
nabijheid eene tam b a n g of goudmijn, en nog digter bij een
groot Meer, waarin het van eenden en b l ib i e ’s en koeten
wemelt. Midden door de vallei stroomt de breede rivier Ala- ^
han—p a n ja n g , welke hare wateren, vermeerderd met die der
uit het gebergte ten oosten ontspringende K a l i -m o e s s o e ,
met groote snelheid en veel gedruisch längs de dessa heenstuwt,
nadat ze zieh onder de brug door bij de woning van den opziener
een’ weg gebaand heeft. Over deze brug zet zieh de route,
welke over het Ta 1 ang-gebergte naar A la h a n -p a n ja n g en
van daar over S ik id ja n g en Soepaijang naar S o lok is aan-
gel'egd, nog 3 étapes ver over L o lo en L o e b o e -s am p it
naar P a s s ir -tn la n g of S o e n g i-p a g o voort, terwijl een
andere weg almede 3 étapes ver zuidwaarts over Moeara-aijer
en Barapa naar Painan of de Zuidelijke Afdeeling van Pa-
dang voert, en nog een andere weg noordwaarts-op naar
Rau leidt. Beide eerstgenofemde wegen waren, v66r dat de
Afdeeling XIII en IX kotta’s (na den oorlog met de P a d r i’sj
onder Nederlandsch gezag gekomen i s , niet anders dan voet-
paden voor de inlandsche handelaars, maar zijn sedert door
den heer v a n o p h u i s e n - zoodanig verbreed en zoo kapitaal
aangelegd, dat ze den reiziger in verbazing brengen over
den arbeid en de volharding, die tot dit doel zijn noodig
geweest.
Dewijl onze paarden en die onzer bedienden rust behoefden, en
de heer v a n o p h u i s e n én ik tevens eenige dienstzaken te be-
handelen hadden, zoo werd besloten om den volgendën dag te
A la h a n -p a n ja n g over te blijven, en ontvingen we in den
namiddag van dien dag een bezoek van verscheidene P a s ir a ’ s
en P r ow a ttin ’ s of Hoofden, door hunne vrouwen vergezeld.
Ze waren door den Opziener namens den Assistent-Resident
genoodigd, en hadden zieh eerst in het huis- van het Lara’ s-
hoofd of den T o e a n k o e , of althans in een der vele groote
huizen, waarmede de kampong prijkt, verzameld, zoodat ze
en corps binnentrâden. Be mannen waren rijk gekleed, doch
het kostuüm der vrouwen kon niet schitterend genoemd worden.
Toen ze thee gedronken hadden en intusschen de lampen op-
gestoken waren, voerden ze eenige nationale dansen en speien
u it , die elk een’ Ü afzonderlijken naam hebben, en waaarbij
meestal sabels en dolken (se war’s) en borden en lichtjes en ringen
te pas kwarnen, en dän eens de mannen en dan weder de vrouwen
figureerden. Deze dansen en speien, telkens gevariëerd,
duurden tot des avonds 10 à l l uren, en ik moet erkennen
dat sommige dier dansen of speien, - zoo als die, welke door
twee mannen, gewapetid met dolken of sabels, op krijgshafte