
derachtige en woelige vertooning. Sommigen stouden naar de
C e leb e s en L an sie r te staren, — anderen liepen heen en
weder, - anderen speelden inet elkander een of ander inlandscli
spei, - en weder anderen lagen of sliepen in het witte zand
onder het lominer van het laag geboomte aan den zee-oever,
terwijl de vrouwen in de open lucht rijst kookten, djagong
braadden, enz. enz.
Behalve de woning van den Posthouder (of „ kommandant,”
zoo als de inlanders zeggen), die mede binnen de omwalling
staat, ziet men op kleinen afstand van de p assangrahan of
lo d jie nog een rij huisjes längs het strand, waarin eenige
Rottische handelaars wonen, benevens eenige aistammeliimen van
Europeanen van K o e p a n g , die de leveranciers schijnen te
wezen der vreemde sehepen, die te Baa ankeren om Rottische'
paarden te koopeu. Tot dit oogmerk, namelijk den aankoop
van paarden, wordt de veilige reede van Baa vaak bezocht,
gelijk er tijdens inijn verblijf aldaar een schip van Sydney ten
anker kwam, die een aantal paarden in ruil voor madapollam’s,
sitzen, katoenen, en aarden- en ijzerwerk afhaalde (1). De
pnjs, welken de kapitein' in goederen betaalde, beliep eene
som van 10 tot 15 dollars. Een uitgezoeht goed paard kon
ik voor den prijs van f 25 bekomen. Yerscheidene" paarden
zag ik te Baa tusschen eenige buftels en geiten in een geoogst
padi-veld (2) vrij rondloopen, en eenige inlanders, die juist
te paard waren t’ huis gekomen, joegen hnnne rossen dadelijk
dat padi-veld in.
(1) Geld is op R o tti onbekend. Alleen te B a a , en aan de ankerplaats te
T i e , welke ook somwijlen wordt aangedaan, weet men er mede om te gaan. Ter
ecrstgemelde plaats nam men ook het Ned, Indisch papieren geld als betaalmiddcl
aan, dewijl de handelaren het gemakkelijk te K oepang tegen specie kunnen in-
wisselen.
(2) De p ad i wordt op T im o r en R o t t i , terwijl ze op het veld staat, van
den stengel a f g e s t r o o p t , dewijl de korrels er zoo gemakkelijk loslaten dat men,
door de halmen, even als op J a v a en elders, af te snijden, al de korrels ver-
Tooii de hulptroepeu op den 4den en 5ta ingescheept en beide
oorlogsvaartuigen vertrokken waren, zette ik mij op den
des morgens ten 7 ure te paard, en reed naar de eigenlijke
kampong Baa, welke 3 paal of 1 uur meer landwaarts in op
eenige heuvelen gelegen is, en bij uitnemendheid k am p o n g -
Radja of k am p on g—Ba a—Radja genoemd wordt, omdat er
de Radja woont. De T om m en g on g , die (bij absentie van
den Radja, welke mede met eenige zijner mannen naar
P a r itt i ter expeditie tegen t a k a i p , den keizer van S o n o b a it,
was afgereisd,) het bestuur in handen had, was mij met
eenige volgelingen komen afhalen en reed vooruit. De w eg ,
of liever het smalle voetpad, liep al kronkelend en slingerend
eerst dwars door eene rivier digt bij de L o d jie heen, en ver-
"volgens door kleine ravijueu en over heuvelen, en toen weder
dwars door een paar smalle stroompjes, die door een paar kleine
ravijnen vloten. Hier en daar stonden geisoleerde huisjes, groepjes
van boomen en Iontar-palmen, en enkele tabaks—aanplantingen
en sawa’s tusschen g la g a - en a la n g -a la n g velden (1 ), terwijl
een aantal mannen en vrouwen en kinderen, die de strijders
uitgeleide gedaan hadden en nu naar liunne verschillende dorpen,
als Baa, L e la in , L o lle , Denka enz. terugkeerden, de route
verlevendigde. Na een groot half uur rijdens over een’ harden
klipgrond bereikte ik de ledige woning van den Radja, waarin
mij huisvesting bereid was, en welke op een’ heuvel, - digt
bij het vervallen kerk— en schoollokaal van bamboe en g ab b a -
gabba of g aw au g , - ongeveer in het middelpunt der wijd-
uiteen-gebouwde en hier en daar verstrooide huizen der kampong
gelegen is. Deze woning was in den tränt van alle
Rottische huizen opgetrokken, en bestond dus alleen uit een
ontzaggelijk-groot zwart dak van „doek” (buitenschors ofbeklee-
ding der lontar1- en sagoweer-palmen), rüstende op zware
palen, waaraan ongeveer 4 ä 5 voet boven den beganen grond
i fl
(1) Sommige sawa’s zijn met een muurtje van klipsteen omgeven, terwijl de
tabaksvelden met bamboezen ompaggerd öf omheind zijn.