
was de breede en effen weg ter weerszijden door lioog geboomte
belommerd, waarin zieh van tijd tot tijd een koolmees, of een
k ak a to ea , of een lo e r i hooren liet. Geheele zwermen van
b e t e t s vlogen somwijlen al schreeuwende over de boschjes in de
verte, waarin de b eo het geluid der dieren nabootste of de p e r -
gam (steenduif) of p om b o zijne diepe toonen steunde. — "Van
K a t je ging de weg aanhoudend door bosclirijke oorden, en
tevens door de kampongs S e lem a n , P e t a lin g , L o k o , K e rn
o ed ja en S id . Somwijlen was ik aan beide zijden door
boomen en bosschen ingesloten, — somwijlen had ik een flaaUw
gezigt op de bergen D je rok en P a n d in g en op den 2,617
voet hoogen Marras, en op eenige met a la n g—alang be-
groeide lieuvelen en vlakten, — en somwijlen, zoo als tusschen
L ok o en S id , passeerde ik een paar riviertjes. Voorbij ¡sid
kwam ik uit het distrikt P a n k a l-p in a n g in het distrikt
B a t o e - r o e s s a k , en bereikte de kampong P o e d in g , alwaar
ik den B a t in of Krio (distriktshoofd) ontmoette, en de
Man door of het dorpshoofd mij thee met honig (zonder melk)
aanbood, — eene attentie, die zijne kollegen (altijd gul en
vriendelijk, zoo als de volksaard der Bankanezen i s ,) mij in
de bezochte dorpen ook immer bewezen hadden. Van P o ed in g
bereikte ik de kampongs S im p a n g , Gebak, D a l i l , T ian-
tara of B a k o n , N en a n g , Kapok of N ja lo u w , Geba,
Amp ang , K la p p a , T e b i n g - t in g i , D in d a n g , K e t a p i -
lam a en K e ta p i of K a t j o n g , alwaar ik mij herinnerde, dat
tusschen deze of de laatstgemelde kampong en N ja lo uw de
toenmalige Resident van B a n k a , wijlen den Heer sm is s a e e t ,
op zijn’ terugtogt van P a n k a l-p in a n g naar M u n to k , op
den 14 November 1819 door de opstandelingen, onder aan-
voering van den bovengenoemden D ep a tti b a e in , overvallen
en vermoord werd. Bij K a t jo n g buigt zieh de weg, die van
P a n k a l - P in a n g af 7 malen over kleine riviertjes en spruit-
jes gaat, links af of van het noordwesten naar het westen, en
loopt dan in westelijke rigting tot bij P la n n a s door, alwaar
hij zieh naar het zuidwesten keert. De koelie’s sloegen
dus ook links af, en ik bereikte eindelijk des nachts oin 2
uren T r en ta n g , zoodat ik nu, deels te voet en deels
gedragen en deels in den donker van den avond en nacht,
60 palen of 20 uren had afgelegd! Heeds van N ja louw af,
alwaar ik met het vallen van den avond of ten 6 uren
in den namiddag was aangekomen, hadden de dragers zieh
aanhoudend van fakkels bediend om den weg door de ontzagge-
lijke en eindelooze bosschen te verlichten, en ook van daär af
was mijne geregelde voetreis begonnen, want het was mij onmogelijk
geworden, om het langer in den draagstoel uit te
houden. Ook gedurende de heete uren van den heeten dag was
ik telkens op de been geweest, en had ik telkens zoo lang
geloopen, totdat ik van vermoeidheid weder in den broeijenden
ta n d o e stapte om er uit te rüsten, en dan vervolgens op
nieuw te voet te gaan! Te T r en tan g begaf ik mij dadelijk
in de b a le i of het Raadhuis, tevens logement voor reizende
personen, en strekte mij, dewijl ik in de duisternis geen
bank of stoel vond, maar regtuit op den n ib on g -v lo e r neder,
uitgeput als ik was zoowel door de hitte van den dag en door
honger en dorst, als door de vermoeijenis van het gaan en van
de schokkende beweging van den vervelenden tandoe.
Aan dezelfde vriendelijke zorgen van den Heer m e n s in g a ,
mijn’ gastheer te P a n k a l-p in a n g , waaraah ik het te danken
had dat ik overal op den weg spoedig met versehe koelie’s was
bijgestaan geworden, was ik het ook verschuldigd, dat men te
T r en tan g van mijne komst verwittigd was. De boodschap
mijner reis was mij overal vooruitgegaan, en had ook Trentang
bereikt. Weldra was het dorpshoofd gewekt en bij mij, en werden
er fakkels b ui ten de balei en hars-stokjes in de balei
ontstoken. Ook was er spoedig een tafel met een paar stoelen
geplaatst, en tevens wat koude rijst, die door het lange wachten
op den gast natuurlijk vrij-hard en droog (garing of k r in g )
geworden was, met gedroogde visch en zout opgezet, en deed
ik tegelijk mijn dejeuner, mijn diner en mijn souper. Ik
had nu wel lust gehad om te Tr en tan g te overnachten,