
brievenpostboot was afgevaren, gingen we weder onder stoom,
koersende naar S in k aw an g . Eenige oogenblikken later pas-
seerden we de linie of den aequator, die het eiland Borneo
als liet wäre in twee helften deelt, passeerden den hoek van Mam-
pawa of Mampauwang aan dekust van het landschap Landak,
en zagen toen verder opvolgend een reeks van eilanden, ge-
woonlijk Boeroug-eilanden of vogel-eilanden genoemd, die
zieh längs de westkust van Borneo in een lange rij uitstrek-
ken, als: P o e lo e -d am m a r (bi] den hoek van Mampawa),
P o e lo e—datoe (ver te zien), P o e lo e—s e tin g a of s e ten g a ,
(half-eiland), P o e lo e - t em a d jo e , P o e lo e -b a r o e of midden-
eiland, P o e lo e—t in t j a n g , P o e lo e—s e lo e a s , de beide Pena-
ta - of Penatahan-eilanden, P o e lo e - lam o k a ta n , P o e lo e—
kaboen of P a ssa g e—eiland en P o e lo e—b o e ron g , terwijl we
aan bakboord, doch buiten z ig t, de eilanden Ste Barbara
en de H. Geest-eilanden passeerden, (1) en opvolgend in het
land van Borneo den berg Sedouw en de 3 g-oenong’ s
(bergen) van M on trad o , de g o e n o n g ’ s R aja, P erangk a t-
a k a r , het E rme ra - en P angalang-gebergte, het Panira-
man-gebergte, den Gedong, den S o en g i—doeri, den A p i ,
den B a to n g , den B e to n g , den I t im e (in de afdeeling
Sambas), en den Tem an d ong te aanschouwen kregen.
Des anderen daags vroeg waren we aan de buitenzijde der
zandbank, die voor de rivier van S in k aw an g lig t, geankerd
en ging ik kort daarop met de sloep de rivier in. Deze
rivier is zeer naauw, en vloeit door een wildernis van laag
moerassig land, hetwelk met digt geboomte en kreupelhout
begroeid is. Ze heeft een ontelbare menigte van bogten en
kronkelingen, en telkens raken sloep of rieraen aan de stammen
of takken der overhangende boomen. Na verloop van
ongeveer 2 uren was ik te S in k aw a n g , alwaar ik bij den
heer kapitein der infanterie, h e is t e r k a m p , toenmaals Militairen
(1) Tusschen P o n t ia n a k en S am b a s liggen 13 eilanden en meer zuidwaarts
zijn de 64 R en d e z -v o u s-e ilan d en gelegen.
Kommandant en Civielen Gezaghebber van S in k aw an g , gast-
vrijheid vond.
Eer ik nu verder ga, zal ik eenige bijzonderheden, gedeelte-
lijk van elders ontleend, aangaande het eiland Borneo mede-
deelen. Men leest dat het ontdekt zou zijn door den Portugees
l o r e n zo d e g om ez in 1 5 1 8 , of wel door een’ landgenoot van
dezen, jo r g e d e m e n e z e s in 1526. Deze laatste zou er loges
of faktorijen voor den handel gesticht hebben. De Nederlander
o l iv ie r v a n n o o r t , die er in 1600 kwam, gaf het eiland
den naam van B o rneo , en w a e r w i jk , die het in 1604 aan-
deed, knoopte op de Westkust haudelsbetrekkingen aan, welke
in 1608 door sa m u e l b l om m a e r t , die Resident van Sukka-
dana en Landak geworden was, werden voortgezet, gelijk hij
in 1609 een handelsverdrag aanging met den Vorst van Sambas,
Landak en Mampawa. In dit zelfde jaar kwamen
ook de Engelschen op Borneo aan, en stichtten successivelijk
op verschillende plaatsen hunne faktorijen, gelijk ze in 1700
er eene oprigtten te B a n je rm a ssin , alwaar ze echter in 1707
door de inlanders, die hunne loges vermeiden, vermoord werden.
Toen de Nederlanders vervolgens in 1733 op nieuw te
Ban jerm assin kwamen, rigtten zij er almede eene löge op,
en sloten met den Sultan van B an jerm a ssin een kontrakt
voor het monopolie van peper, gelijk ze 14 jaren later, of in
1747 , ook eene faktorij stichtten op het Ri vier-eiland Tatas,
waartoe ze een nieuw kontrakt met den Sultan sloten en een
fort te Tabenio of Tabanio bouwden. Weder 9 jaren later
of in 1756 sloot de Opperkoopman j . a . p a r a v ic in i een
nieuw kontrakt met den Sultan, waarbij de Kompagnie zieh
verbond den Sultan tegen zijne vijanden te beschermen, in
vergelding voor het monopolie der peper, waarvan reeds jaar-
lijks 600,000 ponden werden uitgevoerd.
De Westkust van Borneo (1 ), alwaar de Arabier Said
(1) B o r n e o ’s W e s tk u s t bestaat uit 64 landschappen, als: P o n t ia n a k ,