
door de digte menschen-massa heen, en eenige oogenblikken later
waren we in het Gouvernements—h u is, waarin de heer v ak
opilu isen ons gastvrijheid verleende.
De kotta S o lok is een nette en sterk-bevolkte plaats, en
hare witgepleisterde woningen staan overal aan de goed-onder-
houden wegen en dwarswegen, dan eens in rijen en dan eens
geisoleerd, onder allerlei boomen en vruchtboomen en ten halve
om de groote passer of marktplaats geschaard. Aan den lioofdweg,
die naar A la h a n -p a n ja n g voert, tegenover de passer en aan
den hoogen oever der S o lo k -r iv ie r , daar waar een overdekte
lange houten brug over dezen breeden stroom geslagen is , staat
het Gouvernements-huis, op welks erf ter regterzijde men een
groot bamboezen lokaal ziet, waarin de met 48 leerlingen be-
volkte school voor zonen van inlandsche Hoofden gehouden
wordt; terwijl men ter linkerzijde van dit huis de lands-bureaux
ontwaart, en op eenigen afstand van dezen de verschillende
magazijnen en koffij-pakhuizen, die te midden der uitgestrekte
inlandsche kampong, welke met een’ grooten en fraaijen Missig-
hiet prijkt, gelegen zijn. De benting of redoute verheft zieh
aan den grooten weg, die naar S in gk a rah en P a d a n g -
s ib o e s o ek voert, digt aan den ingang der hoofdplaats.
Het landschap T ig a b la s k o tta (XIII k otta's), waarvan
S olok de hoofdplaats is , is een breed dal of vallei van 10 □
geographische mijlen omvang, en ligt ten noordwesten van den
berg T a lan g of S o e la s i, Het is een der rijkste Afdeelingen
van Sumatra’s W e s tk u s t, en levert alleen aan goud en zilver
uit de mijnen of tamb ang’s van M o n g o e - ta n a h , Tambang-
gadang en L a b o e—s e la s i (bij B a ta n g—b a ro e s), S o e n g i-
p in to e a n , XIII k o tta ’s , S o e n g i-p a g o , A la h a n -p a n ja n g
en S o ep a jan g , ruim 550 thail jaarlijks op. Doch de rijkdom,
dien deze distrikten in goud, en ook in lei en marmer,
bezitten, beteekent weinig in vergelijking met de vele andere
Produkten, die ze, in vereeniging met de overige distrikten
dezer Afdeeling, ruimschoots afwerpen, als koffij, peper, katoen,
tabak, notenmuskaat, c a s s ia , zwavel, lood, gom-elastiek,
g e ta h -p e r tja , b en z o in , g om la k , g am b ie r , vlas, ram é ,
benevens ongeveer 40 soorten van goed timmerhout, en verder
vele aard- en veld-vruchten, als kokosnooten, uitmuntende
aardappelen, uijen, knoflook, kool enz.
Onder de gambier-struiken in deze Afdeeling komt ook de
g am b ie r - to e p e i (eekhoorn-gambier) of Uncaria Virginia
voor, waarvan men zegt, dat het sap der afgekookte bladeren
een koorts-verdrijvend middel is , en de kracht van de (in
1632 door de Jezuiten ontdekte en toen J e su iten -b a st genoemde)
Chinin e heeft, even als zulks té Amb oin a van het gele
alsem-hout, of den wortel van den wilden S e so e t, (waarmede
men den sa g uw e e r—drank bitter maakt), en op Java van de
ganderoessa gezegd wordt. De aardappelen, welke in de
Afdeeling groeijen, zijn onder den naam van „ Soloksehe aardappelen”
even beroemd als de aardappelen van Passaroean en
die van Bon thain . Het lood wordt aan den voet van den
berg S o n g e i-ta r o n g gevonden, en de b a lie r o n g of zwavel
bij den krater van den berg Talang of S o e la s i, - aan welks
voet men, bij de kampong B a to e -b ed ja n d ja n g , 4 warme
bronnen ziet, die bitterzuur water opwellen.
Op den 12den April keerden we, vergezeld van de beide
genoemde heeren, per as naar S in gk a rah weder, e n , na
aldaar bij den heer h e n n y gastvrijheid genoten te hebben,
reden we door tot aan de brug der rivier O m b ilin g , alwaar
we de rijdpaarden vonden, waarmede ik en mijne vrouw de
reis naar P a d a n g -p a n ja n g zouden vervolgen, terwijl de heeren
p a lm en c l e e r e n s respectivelijk naar P o r t van der Capellen
en B o e a -p a n ja n g zouden teruggaan. TSfog eenige oogenblikken
bleven we bij elkander, tot dat we Semawang bereik-
ten , alwaar we van onze hartelijke reisgenooten afscheid namen,
en volgden toen nog eenige palen ver het S ingkarah-meer,
aan welks overzijde, op eenigen afstand van Sem awan g , een
uitgestrekte en breede vallei l ig t , die tot aan den oever van