
bureau en pakhuis, - een uitgestrekte V e d u t a , zoo op de
heuvelen en valleijen der landstreek ten Noorden, als op Oud-
B en k o e len of de voormalige hoofdplaats ten Oosten, en op den
grooten Zuidelijken Oceaan ten westen, en desgelijks op N ieuw -
B en k o e len of de tegenwoordige hoofdplaats, en hare passer of
marktplaats, P a s s e r -M a r lb o r o u g h geheeten, en op de S oen -
g i-B e n k o e lo e of rivier van B en k o e len en hare praauwen
en praauwtjes, hare landingsplaats of zeehoofd van ijzerhout, en
hare beide kranen aan den oever. Naar ik meen, is het Fort
gesticht na het jaar 1714. In dit jaar toch liadden de Engel -
schen, die in 1685 hunne eerste factorij in B en k o e len hadden
opgerigt, - en hiertoe eene plaats gekozen hadden, die nu nog
O u d -B e n k o e len heet en op 2 uren afstands meer noordelijk
aan den oever der rivier gelegen is, - het gezegde établissement
of factorif wegens de hevige branding, waarmède de groote
oceaan de plek gewoonlijk teisterde en het laden en lossen be-
moeijelijkte, naar O ed jo n g -k a r a n g overgebragt, om er de
tegenwoordige k o tta -B en k o e len , die men gevolgelijk N ie u w -
B en k o e len zou kunnen heeten, aan te leggen. Doch behalve
het fort M a r lb o rou gh hadden de Engelschen ook nog tot
aan 1717 het fortje Ann in het landschap M o k o -m o k o ,
hetwelk ter bescherming diende harer faktorij, die ze van de
rivier M a n d ju tta , waar ze eerst was aangelegd, naar M o k o -
moko verplaatst hadden, en wijders het fortje te P e rm a ta n -
b a lem , hetwelk, op een’ afstand van 12 mijlen van de hoofdplaats,
ter bescherming der specerij-tuinen tegen de bevolking
van O lo e -K o e n k e i, L im a -B o e a -B a d a k en A n d e la s
gebonwd werd.
Tot de bijzonderheden der hoofdplaats en haren omtrek mag
men een groot C h r is t e n -k e r k h o f rekenen, hetwelk met kostbare,
doch zeer vervallen monumenten, cénotaphen, zuilen,
naalden en tomben prijkt, benevens twee fraaije grafzerken binnen
de wallen van het fort, die de lijken dekken van wijlen den
Engelschen Resident park, en wijlen den Assistent-Resident
knoerle, welke laatste in 1830 of 1831 door de bevolking
werd omgebragt; — en verder, op 3 palen afstands, te M ou n t-
F e lix de rulnen van het voormalige Residentie- of Gouverne-
mentshuis, en in de omgeving hiervan een geisoleerd graf-
monument, hetwelk ter eere van wijlen den gezegden Resident
pa eu is opgerigt, die toen aldaar woonde en in 1805 wegens
eene onhensche behandeling, den zoon van den Regent aange-
daan, vermoord werd; - zoomede aan het strand, en in de
nabijheid van dit monument, een hooge witte grafuaald, welke
de rustplaats aanwijst van wijlen den Engelschen Kapitein-
Kommandant van B en k o e len , Alexander hamilton; — en
eindelijk op eenigen afstand van den heuvel M o u n t -F e lix , het
Lazaretto voor Leprozen, hetwelk in 1854 tien lijders bevatte,
en door de ingezetenen wordt onderhouden. De, tusschen
M o n n t -F e lix en de k otta-B en koe len , schoon digter bij de
hoofdplaats, gelegen, P a s s e r -M e lin ta n g en de wijken of
buurten An g o t en Penaroenan hebben niets merkwaardigs,
doch de breede en belommerde landwaarts-in loopende rijweg,
die in den tijd der Engelschen van de stad naar de P o e lo e -
baai werd aangelegd, doch sedert lang niet meer gebruikt wordt,
verdient vermeld te worden. Nog een groot gedeelte van dien
weg is in goeden staat, en wordt, — met de vele andere goede
wegen, welke, hetzij door de plaats, hetzij naar P e rm a tta n -
b a lem , hetzij naar O u d -B e n k o e len , hetzij naar M e lin ta n g ,
Angot en Penaroenan voeren, — door de ingezetenen, voor
zooveel ze er rijdpaarden of b e iu li’s op nahouden, (rijdtuigen
met 4 wielen zijn er bijkans niet,) vaak als toerweg gebezigd,
wanneer ze tegen den avond een wandelrid maken. Menig-
maal deed ik met mijne vrouw die toertjes mede, bij welke
gelegenheden ali- bassa gewoonlijk zijn tender-span gitzwarte
Battak-paarden voor zijn ligte b en d i had. M o u n t -F e lix
(alwaar ook, naar ik meen, de uitkijkpost is om de van Java
of de Zuid körnende schepen te signaleren,) was dan gewoonlijk
de r en d e z -v o u s-p la a ts, die de Europesche Notabiliteiten bij
elkander zag komen om er een unrtje te toeven en het gezigt
9*