
zijde van het Gouvernements-huis vloeit, en de 2 groote
räderen van een k in t j ie r - a i j e r doen omzwenken, die eene
gemetselde badplaats aanlioudend van frisch bergwater voorziet.
Een der grootste merkwaardigheden, die de natuur kan ople-
veren, treft men bij B o ea—p an jan g aan. Op geringen afstand
van de negorij, welke beneden den heuvel ter regterzijde van liet
Gouvernements-huis en van een’ breeden rijweg ligt, bezochten we
de beroemde gowa of g r o t, welke onder den naam van Gowa-
B o e a -p a n ja n g bekend en ongeveer 7 palen of ruim 2 uren
gaans lang is, en door welker midden eene rivier stroomt.
Ongeveer een paal ver gingen we längs een’ smallen weg en door
eenige rijstvelden, en bevonden ons toen bij eene kalkbran-
derij, en te gelijk ook voor de opening der grot, welke
opening p.m. 15 a 20 voet breed en 12 voet hoog zijn zal.
Zoodra de ob e r ’s of fakkels in de Cimmerische duisternis der
grot ontstoken waren, traden we er bijna-gelijkvloers binnen,
en zagen een groot gewe'lf van poreusen kalksteen, hetwelk in
den achtergrond zieh vernaauwde en al spoedig in eene soort.
van gang of galerij van p. m. 6 ä 7 voeten breedte overging,
waarin we meestal regtop staan en gaan konden. In het
weinige water, hetwelk in de rivier aanwezig was, zagen we
eenige kleine witte vischjes rondzwemmen, en ter regterzijde
van den vloed eene bron, waaruit warm water vloeide, dat zieh
dra met het koude nat der rivier vereenigde. Toen we ongeveer
een dertigtal schreden längs de droog-liggende steen-massa,
aan weerszijden van het door het stroomend water -vrij—diep
uitgesletene rotsige rivier-bed, gedaan hadden, bleven we stil-
staan, en gingen de inlanders-, die bij ons w'aren, nog een
dertigtal schreden verder, alwaar ze bij eene kromming in
den boogsgewijze-overwelfden gang of tunnel de roode fakkels
feiler deden branden en ons een spookachtig vergezigt bezorg-
den; terwijl we nu ook bespeurden, dat de wanden en het
verwulfsel overal bulten, bobbels, hoeken, gaten, sleuven,
soheuren, kuilen en oneffenheden hadden, die echter door
het water waren afgerond en glad-gesehuurd. De inlandsche
Hoofden, die ons vergezelden, verhaalden ons dat de rivier,
wanneer er veel regen gevallen i s , hoog opzwelt en den
ganschen tunnel tot aan het verwulfsel opvult, en dat dan de
b an jie r of watermassa, die zieh van den kant van Tanadatar
of P o r t van der Gapellen in den tunnel stört, met vree-
selijke snelheid en vervaarlijk gebrul er door heenstroomt, en
in een’ oogenblik te B o e a -p a n ja n g door de rotspoort uit-
barst. Om deze reden dürft niemand den tunnel van het
eene einde tot het andere doorgaan, en hadden slechts eenmaal
3 à -4 mannen, van de noodige , obers voorzien, eenige jaren
geleden den moed gehad om er zieh aan den kant van Tanadatar
in te begeven, en gedurende ongeveer 3 uren den akeligen
onderaardschen gang te betreden, totdat ze te B o e a -
panjang het daglicht weder aanschouwden. Ware er in die
3 uren tijds een b a n jie r gekomen, d. i. wäre er in dien tijd
een zware regenbui in het gebergte der Afdeeling Tanadatar
gevallen, dan zouden -die kloeke mannen jammerlijk zijn om-
gekomen !
Des morgens van den 2de" April verzochten de verzamelde
Hoofden, dat hunne vrouwen des namiddags bij mijne vrouw
een bezoek zouden mögen afleggen, hetgèen natuurlijk werd in-
gewilligd, zoodat we tegen den avond of ongeveer ten 5 uren
meer dan 20 vrouwen, - in hare prachtigè nationale costumes,
even als te P a y a -k om b o en Alab an, gekleed, en door hare
vrouwelijke bedienden met s ir ie—doozen of tja r an a s en gouden
tam p a t-lo e d a of kwispedoren en p a jo n g ’s (1) gevolgd, -
längs den heuvel zagen opstijgen, om weldra voor een poos in
de kronkelingen der lommerrijke allée te verdwijnen en na
eenige oogenblikkeu het Gouvernements-huis binnen te treden. Er
waren er ondér die vrouwen, welke nazaten of aanverwanten
waren der oude vorsten-familie van Bo ea , en dus ook meer
staatsie ten toon spreidden. Onder anderen was er eene jeug-
dige p o e tr i of prinses bij, die tusschen twee vrouwen van
(1) D ja ta r in H in d o s t a n gcheeten.