
bergwand van den B o e k i e t -R i k i r , of van den B o e k ie t
L a n k o i? ) , dat zieh als een kaap of voorgebergte voordoet, en
waarop de P a d r i ’s, tijdens den Padrischen oorlog, versteikingen
hadden aangebragt. Vbbr den gemelden datum van 15 Augustus
1887 was B o n d jo l de hoofdplaats of de H e il ig e S ta d van
den leermeester der P a d r i ’s , (d. i. der P r i e s t e r s ) , m a u e m -
b a s s a (d.i. leidsman of meester b a s s a ) , die zieh later T o e a n k o e -
Im a n , d. i. M ijn h e e r d e n P r i e s t e r of o p p e r s te n g e e s -
trelijke of o p p e r s te n P r i e s t e r , noemde. Deze heilige stad,
toenmaals bijkans het , /M e k k a v an S u m a t r a ” te noemen, was
ten jare 1803 door 30 huisgezinneu der P a d r i ’s gesticht, en
door den Chef dier liuisgezinnen, Dato c - b a n d h a r o (d.i. opper-
hoofd b a n d h a r o ) ,/B o n d jo l” geheeten, d .i. p l a a t s v a n ver-
e e n ig in g van G o d g e le e r d e n of o r a n g m a liem (eigenlijk:
stuurlieden of leidslieden). Datoe-BANDHARO had in later’ tijd
tot opvolger Datoe-SANDARAN, en' daarop den bovengenoemden
Datoe-MALiM-BASSA of T o e a n k o e -m o e d a (jonge T o e a n k o e )
of T o e a n k o e - Im a n .
Aangaande de W e eh ab itisch e of W ah abitische sekte der
meergemelde P a d r i’s (eene sekte, welke, zoo als bekend is,
door haar fanatisme aanleiding gaf tot den langdurigen Su-
matraschen oorlog van 1819 tot 28 December 1838,) leest men,
dat hare leden zichzelven o r a n g - s a lé s noemden, en door
de bevolking P a d r i’s , d. i. // p r ie s te r s ” genoemd werden,
ofveelal ook o r a n g -p o e t i (w itte menschen), omdat ze als
symbool der heTvormende en reinigende sekte, waartoe ze
behoorden, altijd eene w itte kleeding droegen. De sekte
ontstond in het gemelde jaar 1 8 0 3 , toen er drie Sumatrasclie
H ad jie’s van eene bedevaart naar Mekka of Medina waren
wedergekeerd. Deze drie H ad jie ’s (d. i. pelgrims of bedevaart-
gangers,) waren H a d j i e - m i s k i e n (d. i. arme Hadjie) van
P a d a n g - s e k e t in het A g am s ch e , H a d j i e - p i a b a n g van
S o e n g i—B e r iu g ie n in het landschap VIII k o tta ’s, en
H ad jie—soe m a n i k van Tanah—datar. Te Mekka hadden ze
de leerstellingen omhelsd van den bovengenoemden S je ik
Mo h a m e d - b i n - a b d - e l - w a h a b , die in de 18de eeuw leefde en
leerde, en zulk een’ grooten aanhang gevonden had, dat hij
eene nieuwe sekte stichten kon, namelijk de fanatieke sekte der
W ah ab ie ten of W e c h a b ie te n , die wel een gedeelte der
voorschriften van den Koran verwierpen, maar daarvoor eenige
regelen van w a h a b ’ s eigene vinding in de plaats stelden. Deze
regelen waren: witte kleeding; vijf-malen daags baden; de
hoofdkruin scheren; geen tanden afslijpen; geen hanenvechterijen ;
geen amfioen—schuiven; geen b é t e l - of s ir i—kaauwen, enz-.
De drie h adjie ’s predikten hunne nieuwe leer overal, en vonden
overal veel bijval. H ad jie m i s k i e n narn den titel aan van
Toeankoe n a n - r i t j i e , vestigde zieh te B o e k ie t -K am a n g ,
en won duizenden van volgelingen in Madjan, alwaar de
dweepzieke vorst To eank o e n a n - r i e n t j a regeerde. Na verloop
van weinige jaren was de gansche bevolking van noordelijk
S um a tr a , van M a n d h e lin g af tot aan de rivier Massang
toe, P a d r ie sch geworden, en hielp vooral ook de Toeankoe
d i-L in to u w of Toeank oe p a s s a m a n (een Lintouwer) de nieuwe
leer uitbreiden. Door toedoen van dezen wreeden en gruwzamen
dweeper werd ook eindelijk de bevolking van Tanadatar ge-
dwongen P ad r ie sch te worden, terwijl hij de beide, in eene
opzettelijk-bijëengeroepen vergadering tegenwoordige, vorsten van
Menangkabouw, ofschoon dezen reeds het P a d r ie sch geloof
omhelsd hadden, verraderlijk vermoordde. Eindelijk ontstond
(in 1819) de bekende langdurige Padri-oorlog, en had het
eerste hevig treffen der Nederlandsche troepen op Sumatra
met de dweepende P adr i’s (of P adar i’s) plaats te B o e k ie t—
betaboe in A g am , hetwelk spoedig gevolgd werd door de
gevechten te B o e k ie t -ta r am (in de L k o tta ’s), P a d a n g -
m en g a te , K am p o n g - lo e a k , P a ija -k om b o (L k o t ta s ) ,
P a d a n g -te r o in Agam, enz. enz.
Op den 8slen Mei vertrok ik naar het 10 palen noordelijker
en in de Afdeeling A ije r -b an g ie s gelegene L o e b o e -s ik a p in g .
16