
S I’MATUa ’s \YNSTKUST.
vliegonde bloemen fladderden, of gouden tonn» qu koombang’s
of hommels gonsdett, of do kloino golu p a rk ie t of bajiiu Mi
de goudgal© kapoedjnug dartehh'u, - tenvijl hier Ml dmir eon
half—verborgen wntorskaal uit de berghellingen klnlorend in do
(fiepte stortte, of een beider stroompjo of spruitjo als een zijdon
link of als een st ree p van gesandten of vlooibaar zilver tusselum
plant en struiken lieoengleed, of van tijd tot tijd een ollen eil
vlak terrein zijn tapijt van maische sawa’s toonde! Somwijlen
werd het dal met htdder daglicht , dat längs de hellingon der
henvels daalde, als ovcrgoten, en stecg de geurigste aronm bij
het verwannend stralen der zon tot ons nnar boven, - en so ins
vveer wierp een bergtop zijn breede scliaduw er op neder, en zag
men witte dampen of neveleu op de natte 1 i d a - b o aj a (kaaimans-
tongen) en de salie—geurige t ja p o ’s en andere kruiden eil jonge
scheuten en loten liggen. Somwijlen deden de geparfumeerrle
ademtogten van den morgenwind, tusschen kloven eil ravijnen
heengedrongen, het loof der boomen ritselen en de daauwdroppels
van de bladeren vallen, — en soms vveer trok het beeid van een
doorschijnend ochtendwolkje of Awan, dat zieh haastig längs de
zonneschijf bewoog, luchtig over loof en bladeren been, als de
Dewa of de B id a d a r i (geest of nimf) van het dal! En
telkens was het gezigtspunt weder nieuw en anders, want telkens
boog de eenzame route zieh in andere rigting heen, en kromde
zieh ook de lijn van het ravijn met den bergweg mede; en
telkens waaiden nieuwe en versehe balsemgeuren, die over bosch
en beemden zweefden, ons bij het stijgen en dalen tegen; en
telkens klommen zachte stemmen en liefelijke geluiden van
mischende bladeren, gonzende insekten, kirrende duiven, mur-
melende wateren en züchtende morgenkoeltjes, als harp- en
psalter-toonen der Xatuur, nit de diepte op, en telkens beurden
andere boomen en beesters en andere planten en gewassen hunne
toppen en kramen tot ons omhoog, als om den groet der rimba
of wildernis, den groet van ’t dal, ons toe te brengen en
sdiatting onzer holde af te vragen l . . .
Intussehen waren we B a to e n g -k o e r ie en ook de bekende
Hlf M AT11.A’H WISHTKtiST.
Oowa of Orot van A lab an , en de overige bovengermemde
kainpongs en, geliueliten gopnssoerfl , en kwarnen eiridelijk aan de
belangrijke «teilte, die men even vddr de hoofdplaats aantreft,
Weldra waren we ook deze hoogte opgeklommen, en bevonden
ons op een breed en open plateau, eu strak« in het plankcnbui«
van den gemeldet! Opziener, den beer k e t o n t , die ons gastvrij-
heid bood. Van dit plateau, waarop een friasehe bergkonde
hecrscht, heeft men bij beider weder een prächtig nitzigt over
bergen en bergjes en heuvelen, waaronder men rnij de bergen
en heuvelen S ilin jo n g , S ip o p a i, B a to e -p a n ja n g , Bongso,
de beide S iiilain’s, G a d is, M a lin ta n g , liw a d a , Koedong,
Sitjbwan, Tabadi, G ossong, A n g in tje r , Berano, en Lobang
wees, en zoovele kleinere bergjes en b o e k it ’s , die er even
frisch en groen uitzien, als hunne Javasche broeders B e t ir i,
G.e.doegan, H ito e n g , T ilo e , Gambing, G o en g g o e n g , H a n ,
D ja lo e en zooveel anderen.. De plaats heeft oveiigens niets
bijzonders, dan alleen een reusachtig koffij-pakhuis van zware
planten van d j a t t i - of p in d is-h ou t (ook k a p in i of k a jo e -
b is s ie geheeten, of eiken- en ijzer-hout), hetwelk tegenover het
Gouvernementshuis gebouwd is , - de groote en druk-bezoehte
passer, - en in de nabijheid de gemelde Grot en de resten van
een voormalige sterkte. Ter onzer eere waren er eenige volks-
spelen verordend, die we bijwoonden, terwijl den ganschen dag
en avond door de muzyk van de gamlang mischte. De
Hoofden van het distrikt, die ons aan de grenzen hadden inge-
haald, kwamen des middags met hunne vrouwen terug, - en
voor deze, in de nationale kleederdragt rijk-getooide, dames
hield mijne vronw des middags ten half 6 ure eene deftige
receptie in de voorgalerij van het Gonvernementshnis. Had ze
reeds te Paija-kombo eu gedurende de reis van E o r t-d e -K o ck
de aandacht der bevolkiug getrokken, te Alaban was het veel
erger, dewijl men aldaar, belialve Mevrouw d ü t m a e e v a n tw is t ,
(die eenige maanden te voreu met den heer Oud-Go n verne nr-
Generaal van N. Indie, Mr. uüxmaee v a n t w i s t , deze oorden
bezocht had,) nog nimmer een Europesche vrouw scheen gezien