
Wat aangaat de jongere geschiedenis vau P a lem b a n g , hier-
van kan ik den lezer alleen enkele bijzouderheden vermelden.
Nadat de Holländers zieh, onder het bestuur van den Gouverneur
Generaal j . P . c o e n (1 6 1 9 -1 6 2 3 ) in 1620 te P a lem b ang
hadden nedergezet, werd er door den Kapitein satjry in 1640,
(onder het bestuur van den Gouverneur-Generaal A. v a n d ie m e n
1 6 3 6 -1 6 4 5 ), een fortje gebouwd aan den oever van het riviertje
A uw e r , hetwelk aan den regteroever der M o e ssi vloeit, en
waarbij men nu nog vele tuinen van Arabieren ziet. Binnen
dit fortje stonden de huizen der Europeanen en de magazijnen
der Kompagnie, en zulks tot aan 1659, toen er hevige onlusten
uitbraken, die de handelsbetrekkingen der Kompagnie met Palembang
jaren lang stremden. Nadat echter deze handelsbetrekkingen
weder vernieuwd waren, werden er in 1760 vele Holländers
te P a lem b an g vermoord, en rezen er in 1787 (onder het
bestuur van den Gouverneur-Generaal Mr. w. a . a l t in g ) tusschen
de Kompagnie en P a lem b ang op nieuw eenige geschillen,
welke echter 3 jaren later, t. w. in 1790, en dus gelijktijdig
met de in de Vorstenlanden van Ja v a uitgebroken onlusten,
gestild werden. Toen in het jaar 1 8 1 1 , of een jaar na de
komst der Engelsehen in den Nederlands—Indischen Archipel,
de Hollandsche bezetting te P a lem b a n g , op last van den
Sultan m a h m o e d—b a d a r—o e d ie n , verraderlijk vermoord werd,
en er in 1812 eene Britsche expeditie voor P a lem b an g
versehenen was, verklaarde de zegevierende Engelsche Generaal
g i l l e s p i e het gebied vaii P a lemb ang tot eene Bezitting van
G r o o t -B r it ta n n ie , en den gevlugten Sultan m a h m o e d - b a d a r—
o e d ie n van den troon vervallen, terwijl hij den P a n g h e r a n g -
D ep a tti of Bijksbestierder, B a to e a c h m a d - n a ja m - o e d ie n ,
des Sultans jongeren broeder, tot Sultan van het rijk verhief.
als: de I b o e l , B l id a , ß a ij a t ,' L a k i t a n , K is a r a n , B l i t i , D e l l , K l in g i ,
B o e b o e la n , B o e ä t a n , L a n g k a t , S ia k , A sa h a n , S o e n g i - b o ä j a , H itam ,
H o g a n g , enz.
In 1 8 1 6 , toen de Nederlandsche Bezittingen, krachtens het
traktaat van 15 Augustus 1 8 1 4 , door de Engelschen werden
teruggegeven, werd ook op Palembang het Nederlandsch gezag
hersteld, doch toen de S u lta n -m o ed a of de jonge Sultan,
NAJAM—OEDIEN, op den 30 Oktober 1818 naar Tjanjor op
Java verbannen was, nam de oude Sultan m a hm o e d - b a d a r—
o e d ie n het gezag wieder over en stak op den 12 Junij 1819
de vaan des# opstands. De pogingen van den Baad van I n d ie ,
Kommissaris der Begering, den heer m t jn t in g i ie , liepen vruch-
teloos af, en reeds den 15 Junij was hij verpligt, om met de
krijgsmagt Palemb ang te verlaten en de bezetting genoodzaakt
naar M u n to k , op het eiland B an k a , de wijk te nemen. De
expeditie van 15 October 1 8 1 9 , welke de M o e ssi en de
overige kwala’s of rivier-mondingen blokkeerde, werd twee
jaren later, uamelijk in 1 8 2 1 , opgevolgd door een tweede
expeditie, die onder het, opperbevel van den Generaal-Majoor
d e k o c k voor Palemb ang verscheen. Deze expeditie, waarvan
de landmagt gekommandeerd werd door de oversten l a f o n t a in e
en b is c h o f f en de zeemagt door den Kapitein ter Zee l ew e van
a d ija r d , vond geduchten tegenstand, dewijl de rivier geheel
afgepaald ivas en in het midden door eene water—batterij verde-
digd vrerd, gelijk ook P lad jo e en het kleine eilandje Kambaroe
of Gombora voor den mond van den rivier-arm Troessan aan
den linker-oever der M o e ssi versterkt waren. Nogtans slaagde
ze naar wensch, en op den 25 Junij werd de ontzaggelijke
kraton, het tegenwoordige fort, en hiermede de stad P a lem b a n g ,
ingenomen, en de Sultan in ballingschap naar Ternate gezon-
den. Twee jaren later, namelijk op den 18 Augustus 1 8 2 3 ,
stond de nieuwe Sultan, Batoe a c hm a d—n a ja m - o e d i e n , zoon
van den naar P a lem b ang teruggevoerden ex-Sultan Batoe
h o e s ie n—d l ia—o e d ie n (broeder van b a d a r - o e d ie n ) , het gebied
van P a lem b an g aan Nederland af, beproefde echter op den
22 November 1824 een’ aanslag, die mislukte, en w'erd toen
met zijn’ vader, die den titel van S o e so eh o en a n bekomen had,
naar Java verbannen, alwaar de Soesoehoenan stierf, terwijl de