
kleedjes en doeken, kokos-olie, liaai-vinnen, t r ip a n g , karet,
wilde kamille en g o em o e to e -to uw op. Het gansche eiland,
waarvan Mangarei of liet westelijk gedeelte onder den Sultan
van Bima staat en het oostelijk gedeelte onder Timor, heeft
eene oppervlakte van 5,700 □ mijlen en eene bevolking van
ruim 500,000 zielen, welke bevolking, voor zooveel het strand-
gedeelte der oostkust of Larantoeka aangaat, deels uit Heide-
nen of D jin te o s bestaat, deels uit Muhamedanen, en deels uit
inlandsclie Roomsch-Katholijke Christenen, die door de Portugezen
bekeerd zijn, en gewoonlijk zw a r te P o r tu g e z en genoemd
worden. De voornaamste bergen des eilands zijn de piek Lobe-
t o b i, 6,912 voet hoog, de Omboeoe— Romba of G o en on g—
K e o (een vulkaan), 8,798 v. li., de Om b o e o e -S o r o of
G o e n o n g -R o k k a , 6,371 v. h., de tweede piek L o b e to b i,
7,301 v. L , en de berg van T o r en -e ilan d, die 2,230 voeten
hoog is. Aan de zuidkust woont in het gebergte een volks-
stam, Endore geheeten, welke als wild en woest wordt afge-
schilderd. De Endorezen zouden het hart liunner vijanden of
krijgsgevangenen raauw eten, en er in geoefend zijn om dit deel
met eenen enkelen slag of houw uit het ligchaam te halen.
legenover F lo r is ’s noordoostkust of aan de andere zijde der
S tr a a t —E lo r is ligt het eiland Adanara of Andanara, (ook
Adinara of Adenara, en door de Portugezen S a r b it e of
Sabrao of ook Od ouaro, geheeten). Dit hooge bergachtige
en boschrijke eiland wordt ten zuiden begrensd door Straat —
Zimanro en het eiland Solor, en heeft eene oppervlakte van
144 of, volgens anderen, van 290 □ geogr. mijlen, met eene
bevolking van p. m. 36,000 of, volgens anderen, van 45,000
zielen, deels Maleisehe Muhamedanen en deels Maleische Roomsch-
Katholijke Christenen, welke laatsten in der tijd almede bekeerd
zijn door de Portugezen, die weleer bezitters van het eiland
waren en in de laatste jaren nog ,te W o e r e i, een gedeelte van
het eiland, liun gezag handhaafden. Bij den overgang van
L a ran to ek a aan het Nederlandsch bewind in 1851 (6 Augustus)
is ook W o e r e i en geheel A d e n a r a onder dit bewind gekörnen.
De bevolking leeft van den haudel, waartoe haar
de haven aan de noordwestkust goed te stade komt, doch
meest van de vischvangst. Tusschen Adenara en F lo r is is
een zeestraat, welke S tr a a t—S o lo r of S tr a a t—L a r a n to ek a
heet en 1 mijl breed is. Overigens is het eiland verdeeld
in drie landschappen, welke door drie Radja’s bestuurd
worden, t. w. de Radja’s van Adenara, van T e r o n g , en
van Lamahaie.
,0p een’ afstand van 5 mijlen ten oosten van Adenara ligt
het eiland L om b len , hetwelk 340 mijlen omvang heeft en
p. m. 7000 bewoners telt. De S tr a a t-L om b le n wordt door
dit eiland en Adenara gevormd.
Ongeveer 5 mijlen ten oosten van Lomblen ligt het eiland
Pandije of P o e ta r e of P anta r, hetwelk eene grootte van
841 □ mijlen en eene bevolking van p. m. 15,000 zielen
heeft. Tusschen dit eiland en Lom b len ligt S t r a a t -P a n t a r ,
die ook S t r a a t -A llo e of A llo o of Alor heet. De hoogste
berg van Pantar is 3,110 voeten hoog.
•Ten zuiden van Adenara en ten oosten van Larantoeka
ligt het eiland S o lo r , hetwelk 300 □ mijlen groot is en ongeveer
20,000 inwoners telt. Het eiland, in twee landschappen
verdeeld, wordt door 2 Radja’s , t. w. dien van Lawaijang
en dien van L am ak èra , bestuurd. De ingezetenen staan
bekend als goede visschers en varenslieden, en worden te
Timor — K oepan g als sloep— of boot—roeijers (pelembaija)
gebezigd. Er is eene goede haven, waarin eenige handel
gedreven wordt.
De S tr a a t, welke door S olor en Adenara gevormd wordt,
wordt onder den näam van S tra a t—S o lo r op de kaart vermeld.
Bij het passeren van deze Straat op den volgenden dag zagen we
op S olor de zoo even genoemde kampong Lawaijang of La-
waijong (alwaar de Portugezen ook eenmaal hunue vestiging liad-
den), en een oud fort, hetwelk in 1613 door de O. I. Kompagnie
gesticht werd en F r e d e r ik -H e n d r ik heet. Tot aan 1828 was
er te Lawaijang van wege het Nederlandsch gezag een Posthouder,