
benevens eene groote verscheidenheid van aard- en boomvruchfcen,
als: obi of k e t e lla (inlandsehe aardappelen), vams, ananassen,
meloenen, kokosnoten, oranje-appelen, citroenen, pisang, kalam-
p an, (1) enz., terwijl de bossehen veel barnboe, sandelhout en
vooral veel ijzerhout en rottan opleveren, benevens b en z o in ,
drakenbloed, g e ta h—p e r tja , Sengkawang—olie, was, kamfer,
g em o e to e , en velerlei verwstoffen, harsen en gommen.
Even rijk is B o rn e o ’s bodem aan mineralen, als goud (2),
edelgesteeuten, diamanten, platina, ijzer, koper, kwikzilver,
tin , kristal, aardolie, porselein-aarde, spiesglas-erts, mineraal-
zout, zwavel, nikkel en steenkolen. De steenkolen vindt men
vooral in het land B o eu o e t aan de westkust, aan beide oevers
der rivieren (kali) Bajang en B lita n g , en wijders in
B a n je rm a ssin , K o e te i en B o r n e o -p r o p e r of Boerneh of
B r o en a i, gelijk de diamant vooral in P o n tia n a k en Lan d ak ,
en het goud rijkelijk in Sambas voorkomen. Desgelijks wordt
er goud gevonden bij de k a li B lin t ia n g en bij k a li P e n it i
aan het Tampi-gebergte. Goud- en diamant-mijnen vindt men
ook bij de rivier en kampong Ambauwang bij P o n tia n a k ,
en te S o e n g i- r o e n t i in het Rijk van B an je rm a ssin . Te
S em in is , Sepang en S o en g i-a s sam wordt ook veel goud
aangetroffen. De Yorsten van Matam zijn in het bezit van
een’ diamant van 367 karaten, welke voor ruim drie eeuwen
in het Rijk Landak gevonden is.
In het binnenland van Borneo zijn ontelbare rivieren, bergen
en vlakten, en het midden des eilands bestaat uit enkel bergland,
hetwelk bij het Meer K in i-b a lo e (3) (alwaar de beide
(1) De Kalam pan is een wilde vrucht, waarvan de inlanders gewoonlijk olie
raaken, gelijk ze ook van de S en g k aw a n g eene wasachtige olie bereiden.
(2) Het overvloedigst komt het goud voor in het landschap L a n d a k , aan de
B l in t ia n g , welke rivier beneden G n ab on g in de Landak-rivier valt. Bij het
Tampi-gebergte is bij het gondwasschen aan de Peniti-rivier kopererts gevonden.
Ook heeft men gezöcht, doch vrnchteloos, naar tin-erts te S u k k ad a n a , S im p a n g
en M a tam .
(3) Behalve het Meer K in i - b a lo e , hetwelk 100 mijlen in omtrek heeft,
zijn er nog verscheidene Meren, waaronder het meer (dano) M a la ijo e , dal 4 mijlen
bergketenen, die het eiland van het N. W. naar het" Z. W. en
N. 0 . en N. en van het Z. W. naar het N. 0 . doortrekken,)
eene hoogte heeft van ongeveer 10,000 voeten. De meest-
bekende rivieren aan de Westkust zijn: de P ontian ak -rivier
of de Kapoeas, de Sambas, de S im p a n g , de P aw an, de
Suk kad ana , de K o t i, de Bunjar, de Kaijan, de T id a n ,
de L a n g -p ila , de T in ian en de Rajang, zijnde de Rajang
(die in het onmetelijk Tiban-gebergte ontspringt, even als de
B r o en i, T id a n , K o t i, Bunjar en L o n g -p ila ,) welligt de
grootste van Borneo; — aan de Z. 0 .—kust: de K a p o ea s, de
Kahaijan, de K a tin g a n , de Mend aw ei, de Sampit en de
B a r ito of de rivier van B an je rm a ssin ; — aan de Oostkust:
de Mahakkam of K o e te i, de Berou of Koe ran , en de
B o e lo en g a n , aan weerszijden van het Soekoeroe-gebergte; -
en aan de Noordkust: de B orneo of B r o en a i, de Baram,
de R ed ja n g , de S irab a s, de B in to e lo e , de Sarawak en
de B a ta n g -L o ep a r (1).
In de bossehen en op de bergen leven olifanten, rhinoceros-
sen, zeekoeijen, tapir’s , Maleische beeren, wilde ossen, herten,
zwijnen, hertzwijnen, varkens, stekelvarkens, otters, civetkatten,
meerkatten, wezels, ratten, eekhorens, groote vledermuizen, en
vooral vele en velerlei apen en o r a n g -o e ta n ’s, en in de boomen
huizen adelaars, gieren, neushoornvogels, paauwen, argus-fai-
santen, papegaaijen, raven, duiven, uilen, boschhoenders,
spechten, enz.; gelijk het in de dalen en valleijen wemelt van
reigers en prächtige kapellen, en in de holen der bergen en
breed en 8 mijlen lang is. In sommige bronnen, welker aantal zeer beduidend is
en welker wateren als zeer helder geroemd worden, treft men zwaveldeelen en
mineraalstoffen aan. Poelen en moerassen zijn er in menigte, en hierin honden
zieh, even als in de rivieren en meren, vele visschen, leguanen, slangen, kroko-
dillen, hagedissen, kikvorsehen en bloedzuigers op, terwijl het aan de stranden
wemelt van tripang, oesters, parelmosselen en schildpadden. Men zegt ook, dat de
zijdeworm op B o rn eo voorkomt.
(1) De k a li’s ß a t a n g - la n d a bij de Landak -rivier, de M o n tjo e k e , de
M e law i bij den berg B a t o e - b a l l a - k ’a p a lla , de Amboewan (in M e lio nw
of M e lio ) de Em b on an , de Embouw of M ouw , de E l ia , de E l l a - b o h a n g
en de E l la -b e s o e w a n g zijn van minder beteekenis.