Daijaksch praauwtje zette ons, bij 2 man te gelijk en met
groot gevaar van omslaan, over de breede en snelstroomende
Mampawa-rivier, en weldra waren we weder in de moerassen en
digte wouden, waarin een kille koude heerschte en een vunzige
lucht ons tegenwoei. Ten 9 uren ontmoetten we op een der
talrijke smalle bruggen of vondels 6 ä, 7 M on trad o—Chinezen,
die naar Mandhor gingen. Met groote moeite, en met veel kans
van op de afgekapte of afgeknotte boomstammen te vallen, die onder
de soms 5 h 7 voet hoog liggende loopplanken stonden, gingen
we elkander voorbij, en van toen af zagen we niets anders dan
bosschen en boomen en grasvelden, en afgebrande klapperboomen,
en dito Chinesche huizen en Tepekkon ’s, en soms ook een ge-
hucht of kleine kampong of hier en daar een strook sawa’s.
Intusschen maakten we een’ omweg van de hoofdroute af om de
Daijaksche kampong Saki te zien. Na een uur gaans ongeveer
hadden we ze bereikt, en vonden in het midden van veel
geboomte een enkel bamboezen huis van welligt 70 a 80 voet
lengte, waarin 5 h 6 Daijaksche familien in afzonderlijke
law an g ’s of vertrekken woonden. De meeste mannen droegen
niet anders dan den tjam a t, en de meeste vrouwen niet anders
dan een zeer kort rokje of k a in , dat van de heupen tot bij de
knieen reikte. Dit rokje sluit zoo naauw, dat het de draagster
belet om het been verder dan p.m. 6 duim vooruit te zetten. Om
de heupen is het wat wijder, en zijn 3 ä 6 rottan-banden
of hoepels (bij wijze van C r in o lin e !) onder de kain aange-
bragt. Sommige vrouwen hadden den boezem met een slin d a n g
of strook lijnwaad naar beneden gebonden, of droegen een
koetang - of lijfje of buisje zonder mouweu, dat echter zoo
kort en zoo eng—sluitend was, dat het ligchaam er als het wäre
uitbarstte. Aan den geheelen beneden-arm droegen ze dikke
koperen ringen, die 4 h 6 maal rondom den arm liepen, en
in - en uit—elkander konden gewonden worden. Vrouwen en
mannen droegen rolletjes van hoorn in de ooren, ter grootte
van een Dollar of Spaansclie mat, die met dun goud opgelegd
waren, en grooter of kleiner konden geraaakt worden door ze
25*