
deze zicli somwijlen iu de, door een’ afgeschoten giftpijl
veroorzaakte, verwonding van een’ aap of stekelvarken voordoet.
Zulk een steen is , volgens beweren, bij een stekelvarken rond,
en bij een’ aap langwerpig en dun, zoo als b.v. het vierde
gedeelte van een gewoon scbrijfpotlood. Men houdt hem bij de
inlanders voor een* obat (geueesmiddel) tegen bloedspuwing,
en bij maakt een’ niet onbelangrijken handelstak bij de Daijak-
kers uit. De Daijakkers gaan met hun so em p it (blaasroer)
opzettelijk in de bosscheu ter jagt, niet zoo zeer om apen en
stekelvarkens te dooden, als om ze slechts te verwonden of
aan te schieten, opdat de g o e lig a n zieh in de aangebragte
wonde ontwikkele.
Op den 2 7sten Mei, des morgens ten 6 uren, scheepte ik
rnij in aan boord van het Gouvernements stoom-advies-vaartuig
T jip an n a s, Kapt. p . b o o d t , hetwelk de Resident, toenmaals
de heer v a n d e r g r a a p p , ter mijner dispositie gesteld had voor
mijne reis naar de verschillende Posten van het Rijnsch-Barmen-
sche Zendeling-Genootschap. Weldra waren we onder stoom
en zakten de B a r ito af naar zee, ten einde eene andere
rivier, de Kahaijan, weder op te stoomen. Van het hooge
scheepsdek kon ik nu duidelijker dan vroeger de Daijak-kam-
pongs Bah aue r, Bagaauw en B e s ir ie , welker huisjes op
palen staan, onderscheiden, en bij B e n t in g -lam a (eene oude
versterking op eene hoogte) de plaats ontwaren, waar de Sultan
vroeger een door geschut beschermde ketting over de rivier
gespannen had. Ook kon ik nu veel beter over de woeste,
läge en moerassige oevers heen landwaarts in zien, en onder
anderen aan den regter-oever vele rivier-takjes bespeuren, die
naar de rottan—bosschen leiden. Deze riviertjes zijn S o e n g i-
m o e san g , S o e n g i - a l o - a lo , S o e n g i-o e r o e , P o e d o o t, Oe-
d jo n g -b a le enz. en wemelen van visch en kaaimans (1),
(1) Ook in de B a r ito zag ik dikwijls b o a ja ’s of kaaimans, vooral toen ik later
naar M a r ta p o e r a voer.