
der rnerkwaardig zou zijn, te zien. Een uitstapje naar de
suikerfabiieken S e rag ie en \Y o n o p rin g o voert ons längs weli^e
sawah’s, en uitgestrekte velden met suikerriet en indigo-struiken
beplant. De weg naar laatstgemelde fabriek loopt door een
schoon, doch vlak, gedeelte der residentie, eil vergunt ons een’
blik te werpen op de bergen P e la r a n g a n en D e p o k , en op
den 8,146 voet hoogen Praauw. Na dit uitstapje zetten we
onze reis voort naar K a lie—m a ttie , alwaar de suikerrietvelden en
fabriek van den gastvrijen beer v a n b lom m e s t ey n digt aan den
postweg gelegen zijn. Een weinig verder ligt B a tan g , hoofd-
plaats der afdeeling van dien naam. Aan het plein ter zuid-
zijde van deze dessa wonen de regent en kontroleur der afdeeling.
Voorbij B a tan g bereiken we de suikerfabriek Sim-
bang. "Van lieverlede beeft de rigting van den postweg zieh
al meer eil meer van bet strand verwijderd, en volgt nu gestadig
de kronkelingen en bogten van bet al hooger en hooger
rijzend terrein. Nog iets verder wenden we, op eene meer
belangrijke aanhoogte van het schier tot aan zee uitlpopend Praauw-
gebergte, den blik terug, en hebben een prächtig gezigt, over
suikerrietvelden en sawah’s en dessa’s heen, op de kotta-Pe-
k a lo n g an en op de zee en bare honderd visscherspinken en
de ter reede liggende schepen. Al hooger en hooger rijst het
terrein, en we naderen het beroemde bosch van W ille r i.
In vroeger jaren liep de postweg van P e k a lo n g a n naar de
grensnvier van Sama rang buiten dat bosch om längs het
strand der zee. Yolgens ontvangen berigten, werd dat trajekt
door zeeroovers, die meermalen op zekere punten der eenzame en
onbewoonde streek durfden landen, zeer onveilig gemaakt. Ik weet
|liet, of deze omstandigheid soms mede aanleiding heeft gegeven
om den postweg te verleggen en door het bosch heen te rigten.
Doch zeker is het, dat de reis over land van P e k a lo n g an
naar de K a lie -k o e to of de grensrivier van Samarang tot de
moeijelijkste mag gerekend worden. Telkens toch en soms uren
lang moet het rijdtuig door een voorspau van karbouwen worden
opgetrokken; en ten dage, dat het bosch nog een maagdelijk
woud mögt heeten, bragt de reis er door heen evenzeer bare
gevaren mede als de reis längs het strand. De vijanden waren
echter geen zeeroovers. Het waren de tijgers, die zieh hier als
in hun domein in menigte ophielden, en bij avond den voet-
ganger of ruiter onverhoeds besprongen. Doch sedert er
zoovele dj a t i e - boomen gekapt, en zeoveel andere tot tim-
merhout geschikte boomen gevallen zijn, en zooveel fragmenten
van het bosch voor rijstvelden en koffijtuinen hebben
plaats gemaakt, - sedert (zeg ik) zijn ook de vreeselijke
woudbewoners in getal verminderd. Gedeeltelijk zijn ze naar
elders heengetogen, maar voor een deel zijn ze in de uitgezette tijger-
vallen gevangen en • gedood. De door het Gouvernement uitgeloofde
premie van f 25 voor elken gedooden tijger heeft reeds aan
honderdeu van die gestreepte en gevlekte monsters het leven
gekost en decimeert nog dagelijks hunne gelederen. Nogtans
zijn er eenigen hunner in dit bosch gebleven, en hun aanwezen
wordt door het geschreeuw der paauwen verraden. Men zegt
namelijk dat de paauwen azen op de spijzen, die de maag der
tijgers gepasseerd zijn, en dat dus, waar men paauwen vindt,
ook tijgers zijn. Trouwens, men ziet ook hier en daar tijger-
vallen staan, die de inlanders geplaatst hebben, en dit is blijk
genoeg dat het bosch nog niet geheel gezuiverd is.
Eindelijk zijn we, - na langen tijd als over de voeten en
knieën van den Bagelenschen goenong (berg) P ra a uw gereden, en
na hier en ginds eenige apen (monjet’s, loetong’s en wauwau’s,)
in de oude boomen gezien te hebben, - tot aan de heupen en
lendenen van den P ra a uw gekomen, d .i. we hebben een zijner
hoogere voorgebergten in W il l e r i ’s woud bereikt., en genieten op
deze punt een schoon uitzigt op de zee, op de vlakte van Kend
a l, op den Praauw-zelven, en op de Twee g eb ro ed e rs
(G o en o n g -so ed a ra ) Soembing en S in d o ro , welke zieh
beiden in de residentie Kadoe aan de grens der residentie
Bagelen majestueus ten hemel helfen. Zuidelijk van ons ligt
het wegens zijne heilzame bad-wateren bekende gezondheids^
établissement P la n to n g a n , hetwelk in 1854 tot eene partikuliere