
CHMIIBON.
tot gemeenschappelijk bedeliuis voor Protestanten en Boomsch-
Katholijken bestemd. Ze staat aan den grooten weg voorbij de
Gouvernements-päkhuizen en de lands-bureaux, aan de noord-
zijde der aloen-aloen van den regent der afdeeling C l ie r ib o n ,
die, qfschoon muhamedaan, met de drie andere regenten der
residentie, u it eigen bewegyig tot de kosten van den opbouw
lieeft bijgedragen. Hierin hebben die regenten het voorbeeld
gevolgd van den keizer (soesoehoenan) van S o e r a k a r t a , die in
1832 tot den bouw der Protestantsclie kerk te S o e r a k a r t a
bijdröeg.
Naast, en tegenover, en voorbij het cheribonsch kerkgebouw
staan eenige goede europesche huizen, en een eind weegs
voorbij die huizen woont de tegenwoordige sultan van Cheribon.
Eenige jaren geleden leefden hier nog twee sultans, met name
a n om en s e p o e , afstammelingeu van den reeds meermalen ge-
noemden sjech i b n m o e l a n a , en naneven van den in 1473 over-
leden regerenden sultan, die bij laatste wilsbeschikking zijn rijk
in twee rijken gesplitst en onder zijne zonen verdeeld had. A n om
en s e p o e hebben vroeger ook in Ch erib o n geregeerd, doch
waren reeds door den maarschalk d a e n d e l s in 1809 van
hunne regeringsmagt ontdaan, en in 1819 door het Gouvernement
gepensionneerd. Een hunner was de uitvinder of schep-
per van een nieuw javaansch tooneelspel of waijang. Yan
den tekst der waijang-voorstellingen kan men gewoonlijk
weinig of niets vatten, maar het decoratief, dat hij had uit-
gedacht, was inderdaad bezienswaardig, en de tooneelzaal, eene
groote pondoppo of galerij van zijnen dalm, had hij met
smaak en zorg versierd.- De europesche ingezetenen van
C h e rib o n en de notabele vreemdelipgen, die er tijdelijk ver-..
toefden, werden dikwijls door hem tot zijn privaafr-theater ge-
noodigd. — In den kraton of dalm van den tegenwoordigen jongeu
sultan ziet men velerlei keurig-uitgesneden meubelen en ander
houtwerk, als schutseis of schermen, deurstijlen enz. Deze
kunstige arbeid is meestal door voormalige cheribonsche vor-
sten en prinsen verrigt, en ook de tegenwoordige prinsen van
Cheribon zetten zieh gaarne tot zulk een’ arbeid neder.
Den kraton van wijlen sultan a n om heb ik niet bezocht.
Die van een’ voormaligen derden sultan, sultan t je h ib o n ge-
naamd, die in ' de 16,l(! eeuw gelijktijdig met twee andere
sultans regeerde en dus ook een gedeelte van het rijk bekomen
had, bestaat niet meer. De kraton van den jongen sultan, zoon
van wijlen sultan s e p o e , is een groot vrij-goed ingerigt en
goed-gemeubileerd huis, met talrijke bijgebouwen en huisjes
(die met elkander kleine kampongs uitmaken,) voor zijne hof-
houding, familie-betrekkingen en bedienden. Een ringmuur van
p. m. 8 voet hoogte omsluit kraton en bijgebouwen en kampongs,
te gelijk met de pleinen, sloöten, wegen en plantsoenen, die
zieh tusschen de gebouwen en huisjes bevinden.
Gelijk we hooger zeiden, heeft het strandgedeelte van de
residentie C h e rib o n weinig aantrekkelijks, en ook de kotta
C h e rib o n is niet fraai te noemen. Maar toch hoogst-belangrijk
is het gezigt van deze bijkans twee eeuwen oude stad, met
hare vele naauwe en ongeregelde strafen, dwarsstraten en grach-
ten, met hare groote chinesche en arabische kampen, haar groote
inlandsche passer, en haar5 bijzonder-fraaijen chineschen klinting
of tempel. Belangrijk ook vooral is het gezigt van hare
vele chinesche, arabische en bengalesche winkels of toko’s, —
van hare talrijke inlandsche warongs, gevuld met alles wat tot
eene inlandsche huishouding, kleeding en versiering of geriefe-
lijkheid hehoort, — van hären levendigen handel, hare welvaart,
hare visscherijen, en hare dikwijls met vele schepen en vaartuigen
prijkende reede. Maar ook uit een historisch oogpunt is deze
stad merkwaardig. Hier toch landde, in het jaar 1403 de
bekende uit A rab ie gekomen invoerder van het Islamisme. in
westelijk J a v a , de sjech ib n m o e l a n a , eil van hieruit btgou
hij den standerd der halve maan in gelieel het westelijk deel
des eilands te planten! Bloedig was voortdurend de strijd, die
al dadelijk tusschen de boeddhistische Javanen en de aanhangars
der nieuwe leer -van Mekka ontstond, en zieh weldra allerwege