om hun’ argeloozen vijaiid te versclialken. We dachten dus niet
anders, of de tijger zou zijn’ kans nu waarnemen en den butfel
zijn’ feilen stoot betaald zetten... Doch neen, het monster was
werkelijk dood, en de buftel lekte steeds de fraai-gestreepte
huid van zijn tegenpartij, als liad hij medelijden met den doode
en spijt dat hij hem verslagen had! Dit tooneel was inderdaad
verrassend p aandoenlijk. De karbouw is de doodvijand van
den tijger, en toch, hij lekt hem kop en rnuil en oogen , nu
hij hem verslagen heeft ! . . .
Het gevecht van een’ karbouw met een’ tijger (rnatjan of
h a rim o ) is een geliefkoosd volksvermaak onder de Javanern
Bij groote feestelijke gelegenheden moet die strijd immer gestre-
deu worden, en zulks vooral aan de hoven der vorsten van
S o e ra k a rta eu D jo k jo k a r ta , bij wie men altijd als in voorraad
eenige koningstijgers in hokken opgesloten vindt. Gewoonlijk
behaalt de karbouw de zege.
Nog eenige oogenblikken willen we nu ter hoofdplaats Tagal
verwijlen, om een bezoek aan den.regent te breiigen, die ons
in zijne ruime en aoor vele pleinen en bijgebouwen omringde
woning, met de gewone eerbiedige beleefdheid der altijd-fatsoen-
lijke javaansche Hoofden en grooten, ontvangt. Zijne raden-aijoe
zit met hare dochters aan de theetafel, en is met deze, als
wäre zij eene europésche vrouw, aan eenige dames-handwerken
bezig, Ook het huis is naar européschen tränt gemeubileerd, eil
men zou vergeten bij eene javaansche famille te zijn, zoo niet
de g am lan g speelde, en bij tusschenpoozen de a n g k lo n g zieh
hooren liet. De angklong is een eenvoudig muzyk-instru-
ment, van grootere en kleinere, längere en kortere stukken
bamboes vervaardigd. Toen de voormalige regent van T a g a l,
die wegens zijne goede diensten door het gouvernement tot
den vorsten-stand met den titel van pangherang of prins verhe-
ven werd, nog in leven was, had hij op een hoog staketsei,
dat boveu zijn huis uitstak, een angklong doen plaatsen, en
last gegeven dat het instrument elken morgen bij het aanbreken
van den dageraad bespeeld moest worden. En daar klonk
dan het speeltuig zoo zacht en liefelijk, dat het inderdaad een
genot mögt heeten, om bij de welluidende door het zwerk rui-
schende en als uit de lucht vallende tooneu te ontwaken. Ik
heb eens met den resident G. bij dien pangherang gelogeerd, en
dat genot een paar malen mögen liebben. Van nabij is de
angklong-muzyk niet zeer aangenaam, evenmin als de gamlang;
maar uit de verte klinken beide instrumenten zoo melodisch,
dat men niet moede wordt er naar t e ! luisteren.
Een huis, dat aan den regent belioort en niet ver van zijne
woning, in de nabijheid van het logement, gelegen is, dient
tot lokaal voor de School voor zonen van inlandsche hoofden,
die met 64 leerlingen bevolkt is. Deze scliool is eene deT
bloeijendste op J a v a , en de regenten van T a g a l, B reb e s en
B am a lan g stellen er eene eer in , dat ze met den resident en
de kontroleurs der residentie, hare belangen mögen behartigen.
De Protestantsche gemeente te Tagal telt (1852) 274 zielen,
waaronder 65 ledematen en 118 kinderen. Ze is gecombineerd
met de gemeente van P e k a lo n g a n , en wordt met deze door
een’ predikant bediend, die zijne woonplaats te Tag a l heeft.
Even als die van C h e r ib o n , is ze eene der oudste gemeenten
op J a v a , en werd ze reeds voor het eerst kerkelijk bezocht in
het jaar 1680 door den predikant van B a ta v ia c. manteau.
Hooger is reeds opgemerkt, dat ook de gemeente van Cheribon
vroeger met die van Tagal en P e k a lo n g an gecombineerd
was, doch sedert een’ eigen’ leeraar heeft mögen erlangen. De
godsdienstoefeningen ter hoofdplaats Tagal worden gehouden
iu een afgeschö'teh gedeelte van het koffijpakhuis, welk gedeelte
zoo doeltreffend tot bedeliuis is ingerigt, dat men bij het bin-
nentreden meenen zou in een opzettelijk gesticht kerkgebouw
te komen.
De gouvernements lagere scliool is bevolkt met 41 leerlingen.
Nu hebben we nog in de Tagalsche residentie de afdeeling