leggen, vinden we een zeer bescliaafd en welgemanierd inlandsch
Hoofd. Zijne ruime woning is goed ingerigt en met europeesch
huisraad gemeubileerd. A' oor zijn’ dalm heeft liij natuurlijk
eene groote aloen—aloen, en hij is een groot liefhebber van
den senenan of het tournooispel, hetwelk ik boven beschreven
beb. Eraaije en kraclitige Margowattie-paarden kan men in
zijne stallen vindeu. De beide portretten van hem en zijne
raden-aijoe zijn door Vijrr’ neef, den beroemden schilder raden
s a l e h , in olieverw geschilderd. Dit is wel tegen de leer,
die hij belijdt, daar de koran aan de Muhamedanen verbiedt
afbeeldingen van menschen of portretten (gambar) te hebben.
Maar hierin heeft hij het voorbeeld gevolgd van den regent
van M a d ja le n k a , die, hoezeer een stipte opvolger der islamitische
geboden, tocli ook zijn gambar en de gambar zijner ra-
den-aijoe door raden-SALEH heeft laten schilderen. Tijdens ons
verblijf te Magelang was raden s a l e h bij den regent gelogeerd,
en de regent was regtmatig trotsch op het bezit van zulk een’
beroemden neef, den alom gevierden schilder.
Tan het regentschap T emangong, vroeger het regentschap
M enoreh, heb ik nog niets gezegd. Het is een gedeelte
van den heerlijken tuin | | dat Tempe van J a v a , - waarin
we ons bevinden. De lioofdplaats of k o tta -T em a n g o n g heeft
niets bijzonders. Aan de groote aloen-aloen staan de re-
gentswoning en enkele europesche huizen. De inlandsche
kampong ligt een weinig ter zijde, en ' is door een paar
breede wegen doorsneden. — Den naam van den regent van
dit gewest moet ik lüer voluit schrijven. Hij heet namelijk
a e io Ho l l a n d SOEMODILOGO. De naam Ho l la n d is hem, naar
men zegt, gegeven, omdat hij geboren werd op denzelfden dag,
waarop de nederlandsche Kommissarissen Generaal in 1816 op
de reede van B a ta v ia kwamen ter overname der kolonie
nit handen van het Engelsch tusschenbestuur. Zijn vader heeft
zieh gedurende den javaschen oorlog van 1825 tot 18-30 ge-
trouw aan het nederlandsch gezag betoond en zijne trouw met
zijn’ dood verzegeld. Deze lof komt ook toe aan den vader
van den regent van M ag e lan g , die eveneens in den javaschen
oorlog den dood op het slagveld vond. —
En hiermede nemen we afscheid van Temangong en keeren
naar Magelang terng. Daar gekomen, teekenen we nog aati
dat de residentie Kadoe in 1854 eene hoeveelheid afwierp
van 1,119,160 pikols padie, 104,127 pikols koffij en 23,150
ponden indigo, en wijders 457,683 klapperboomen, 56,465 kar-
bouwen, 79,918 runderen en 209,940 paarden bezat,
Intusschen is de morgen aangebroken, waarop we Kadoe
moeten verlaten. De reiswagen staat ingespannen, en de koetsier
klapt met de zweep, het gewone teeken dat hij vaardig is en
ongeduldig wacht. Wcldra is de bagaadje opgeladen, en zijn
we gereed om de reis aan te vangen naar de met 619,234 zielen
bevolkte residentie:
B A G E L E N .
De nog niet lang geleden door het Menorehsch gebergte
aatigelegde rijweg naar Bagelen is in hooge mate aangenaam
en afwisselend. Over heuvelen en door valleijen, längs den
voet van bergen en over heldere rivieren, leidt hi|,a.l kronke-
lend en slingerend naar M a rg ijo s so , de grensscheiding tus-
schen Kadoe en B ag e len , en voorts naar Bo e rw o red jo ,
de hoofdplaats der residentie Bagelen. Aldaar tegen 11 uur in
den morgen aangekomen, noodigt de gastvrije resident, de beer
d e i ’ie l l it a s Bo u s q u e t (1852), ons in zijne woning, en worden
we gul door hem ontvangen. — Het residentie-huis van P o e r-
woredjo ligt aan de aloen-aloeu, een groot vierkant plein,
juist tegenover de regentswoning, welke de andere zijde van het
plein inneemt. In de omgeving van dit vierkant ziet men
eenige. europesche huizen en de school. De plaats is over het
algemeen goed en ruim aangelegd en heeft verscheidene wegen
en zijwegen, waaraan ginds en elders nog eenige europesche
huizen en een aantal inlandsche woningen gebouwd zijn.