
aau B rahmanen en kampongs vau H in d o e ’s of B o ed d h isten .
Be Sympathie der eersteu voor de belijders van den Is lam is
niet groot, omdat de Muhamedanen hei; vleesch vau runderen
eten, hetgeen de B rahm an en als heiligschennis bescliouwen,
dewijl de zielen der afgestorvenen, volgens hunne denkbeeiden,
in deze dieren overgaan. De B o ed d h isten van B ali daarentegr>eu
eten varkensvleesch, eu zijn liierom in de oogen der Muhame-
daneu verachtelijk. - De 10,000 voeten hooge vulkaan Agong,
die ook Abang of G o eu o n g -K a ran g -A s sam of P ie k -v a n -
Bali heet, en zieh aan de oostkust in het Pdjk van Karang-
Assam verheft, wordt door de Balinezen bescliouwd als de woon-
plaats der goden. Ze durven hem om deze reden bijna niet
beklimmen, ofschoon ze aan zijne zuidelijke liellingen djag o n g
(mais), tarwe, rijst eu katoen bouwen. Bij den top van dezen
hoogsten berg des eilauds, ¡-^ welks uitbarsting van 1808 zoo
veel ramps stichtte, (en welks naam gelijkluidend is met den
5,050 voet hoogen top (Agong) van den Goenong—Goen-
to e r in het regentschap B a n d o n g der P re a n g e r-B e g e n t-
sch ap p en op J a v a ) , - staat een tempel, die aan de goden ge-
wijd is. Ook op den berg B a to e r, in het vorstendom B an g li,
is een tam p a t-d ew -a (geesten-plaats) ter eere der godheid,
die den krater van den eruptiekegel zou bewonen. - Onder de
B o e d d h is te n op B a li onderscheidt men den cultus van
Boeddha eu dien van S iv a , doch telt de Siva-cultus de
meeste belijders. - De oude gewijde of heilige Kawi-taal wordt
nog op B a li bewaard. Op J a v a is ze uitgestorven, doch in
de Bibliotheek van het B a ta v ia s c h G e n o o tsc h a p van K ü n sten
en W e te n s c h a p p e n worden eenige Kawi-handschriften
aangetroffen.
Naar men meent, zouden de B rahm an en , als de Autoch-
to n e n of A b o rig en e s van B a li, van het eiland Celebes her-
komstig zijn, en de Hindoe’s van B a li vlugtelingen zijn uit
het, tijdens de Muhamedaansche godsdienst-oorlogen op J a v a ,
verwoeste rijk van M o d jo p ä h it, of wel van Coromandel
zijn overgekomen.
De kasten-verdeelingen der Brahmanen zijn bekend. Op Bali
vindt (men ze terug: als de käste der Brahman ’s of priesters;
de käste der K s a tr ia ’s of T s ja tr ia ’s , d. i. der vorsten; de
käste der Vasija’s of burgers, en de käste der Soedra’s of
kunstenaren en dienaren.
Van de P a ria ’s, die in H in d o s ta n ook eene käste uitmaken,
durf ik niet zeggen, of ze op Ba li worden aangetroffen. Maar,
daar ik nu toch H in d o s ta n genoemd heb, kan ik mij niet
bedwingen om nog met een paar elders gelezen woorden over
den cultus van B rahm a en Boeddha in H in d o s ta n te spre-
ken. Het getal der Brahma-vereerders aldaar wordt berekend
op 120,000,000, en dat der B o e d d h is te n op 240,000,000,
gelijk het getal Muhamedanen er op 122,000,000 geschat wordt.
De dienst van Brahma is zonder twijfel in het Oosten ontstaan
en verliest zieh in de grijze oudheid, doch heeft zieh vermoede-
lijk uit de Joodsche godsdienst ontwikkeld. Het Boeddhisme
schijnt eene vertakking van het Bralimisme te wezen, of op het
Brahmisme als het wäre ingeent te zijn, dewijl het ontstaan van
het Boeddhisme slechts ongeveer 1000 jaren voor c h e is t d s dag-
teekent. Volgens de leer der Boeddhisten wordt b o e d d h a , de
insteller dezer leer, vooitdurend geincameerd in den hoofd-
priester, den g ro o te n L am a , die bij testament zijn’ opvolger
benoemt. Het Boeddhisme heeft bijkans alle dogma’s van het
Brahmisme overgenomen, doch er verscheidene zedekundige voor-
schriften aan toegevoegd, waardoor het zieh gunstiglijk van het
Brahmisme onderscheidt en zieh als meer beschaafd en meer
humaan doet. kennen. Immers het Brahmisme schrijft offeranden
voor vau dieren, en vooral van menschen, terwijl het Boeddhisme
zoodanige offeranden strengelijk verbiedt, en ook de kasten-ver-
deeling der Braliminen verwerpt. - De Brahminen wijden hunne
offeranden voornamelijk aan de k a u of b h o w a k ie , d. i. de
zwarte godin of de godin der onderwereld of der duisternis.
De dieren, die tot liare offeranden bestemd worden, mögen ge-
s la g t worden en dus bloedig zijn, doch de offeranden van menschen
moeten o n b lo e d ig wezen, d. i. de te offeren menschen