
In de rigting naar liet zuiden van J a v a bestaat Bagelen
grootendeels uit vlak land, doch in de rigting naar het
noorden en oosten is het terrein zeer bergachtig, en vallen de
meergemelde gebroeders Soembing en Sindoro en het hooge
Diengsch-gebergte in het oog. Deze gebroeders (soedara)
hebben we reeds meermalen gezien, doch ik vergat nog te
zeggen, dat er op 4123 voeten lioogte van den S in d o ro , bij"
D jom b re t, eene grot bestaat, waarin de magtige rivier van
K ad o e , de bovengenoemde P ro g o , ontspringt, en dat men bij
deze grot een apen-kolonie vindt, welke vele overeenkomst heeft
met die, welke we in het bosch van B a d ja h -G a lo e li in
C h e rib o n gezien hebben.
Be kultuur van Bagelen bepaalt zieh tot indigo, thee,*
koffij, kaneel en rijst. De indigo-aanplantingen ziet men
voornamelijk in de vlakte, en de koffij- en thee-tuinen meer
in de bergachtige afdeeling Ledok. De residentie heeft den
naam, dat ze een der sclioonste en vruchtbaarste gewesten vaii
J a v a is, en dien naam verdient ze met volkomen regt.
Even als de K ad o e , is ze in alle rigtingen en allerwege be-
bouwd. Waar men ook den blik wendt, overal ziet men of
indigo-velden, of sawah’s , bf koffij-tuinen, of thee-aauplan-
tingen, bf kaneel-tuinen. In 1854 bedroeg de produktie
van padie 1,336,466 pikols, van koffij 53,914 pikols, van
indigo 315,269 ponden, van thee 145,292 ponden en van
kaneel 39,066 ponden, en telde men 1,639,040 klapperboomen,
4 houtbosschen, 88,200 karbouwen, 44,980 runderen en
12,287 paarden.
De Protestantsche gemeente van B ag e len , zoo ter hoofd-
plaats als in hare afdeelingeri, bestaat (1852) uit 227 zielen,
waaronder 87 ledematen. Hetgeen ten aanzien der herderlijke
verzorging in vroeger en later jaren van de gemeente te Kadoe
reeds is aangemerkt, is ook op de Bagelensche gemeente van
toepassing. Sedert 1856 is zij gecombineerd met de gemeente
der naburige residentie Ban jo ema as, en heeft zij met deze
sedert 1857 een’ eigen’ predikant, die ter hoofdplaats Poerwo-
redjo gevestigd is.
De gouvemements lagere school te P o e rw o red jo is bevolkt
met 41 kinderen.
De scholen voor zonen van inlandsche hoofden, welke zoo
te P o e rw o red jo als in de Afdeeling Ambal weihaast zouden
£;eopend worden, zouden respectivelijk eene bevolking van 50
en 47 leerlingen teilen.
Digt bij Po erw o red jo vindt men het bekende K ed o n g -
Kebo. Aldaar ligt een groot garnizoen en is het Pupillencorps
gevestigd. We bezoeken er de zoo dikwijls met hooge
goedkeuring vermelde pupillen-school, welke (1852) met niet
minder dan 198 pupillen bevolkt is. De lezer weet, dat
het woord ,/ pupillen ” hier beteekent de nagelaten zonen van
militairen van het indisch leger, die voor lands rekening te
K e d o n g—Kebo opgenomen, onderwezen en voor den militairen
stand worden opgeleid. Met zoovele andere bezoekers mögen we
verklären geen lofs genoeg te hebben over het onderwijs,
dat hier gegeven wordt, en over de goede orde en tucht, die
hier voorzitten. — Er was in 1852 sprake, om het pupillen-
corps van K e d o n g—Kebo te verplaatsen naar het fort Gom-
b o n g , mede in de Bagelen gelegen, gelijk dit dan ook later
geschied is.
Onder de bevolking van Po e rw o red jo heerscht veel industrie
en nijverheid. Men ziet er weven, blaauw-verwen, batikhen,
schrijnwerken, touwslaan, netten-breijen , olie-persen, geelgie-
ten , matten-vlechten ,. potten- en pannen-bakken, en het ver-
vaardigen van lief zoogenaamd //javaansch papier,” hetwelk van
den binnenbast van de morus-papyrifera bereid wordt. De
inlandsche pohon-kartas (papier-boom of papier-heester,) gloe -’
goe of galoego geheeten, is echter geenszins dezelfde als
de egyptische papyrus. —£) Gewoonlijk zijn het de inlandsche
priesters, die zieh op het fabriekaat van het Javaansch papier
toeleggen.