
jo c k on B o g o r tot nan W ila n g a n . Bij laatstgemelde plaats
hebben we de grenzen van K e d ir ie , en het grondgebied bereikt
der 4300 □ palen beslaande en met 332,860 zielen bevolkte
residentie:
M A D IO E N .
Nog altijd loopt de weg, die door de vele regens doorweekt
en modderig is , door laag en vlak land voort. Opvolgend
passeren we S a rad an , T ja ro e b a n , Djeroek en B o la n , en
zien weinig anders dan drassige sawah’s , die gedeeltelijk nog
beploegd en bewerkt, en gedeeltelijk reeds met de goudgële
b ib ie t (jonge padie, die uit de pépinière genomen is,) beplant
worden. .Mannon en vrouwen staan tot aan de knieën in den
zaehten modder, en steken de teedere plantjes op kleine afstan-
den van elkander vlug in den grond, terwijl op andere velden
of p i t t a k ’ s de logge karbouw tot ami den buik in het natte
land inzakt en met den ploeg door ’t vuile water lang/aa™
benenwaadt. Eindelijk komen we ter hoofdplaats der residentie,
welke, even als de residentie zelve, M a d io e n geheeten wordt.
De beer Resident, Baron d e k o c k (1853, — thans Vice-president
van den raad van N. Indië), ontvangt oils gastvrij in zijne'wo-
ning, die tegen over het fort of blokhuis gelegen is.
De kotta—M ad io en of de hoofdplaats heeft een bevallig
voorkomen, en prijkt met het steenen beeid van den N a n d i
of heiligen stier, hetwelk op een’ hoogen pilaar geplaatst is.
Twee rijen van iiooge boomen vormen een lommerrijke allée,
waaraan ter wederzijde eenige Europésche huizen gebouwd zijn.
Niet ver van deze allée is de dalrn van den regent, die met een
dochter van wijlen prins p a k o e - a lam van Djokjo gehuwd is, en
den titel van P a n g h e ra n g (Prins) voert, dien hij van het gouvernement
gekregen heeft. Zijn broeder was wijlen a e i - ba s sa of
s e n t o t , den voormaligen geduchten aanvoerder der armée van
d i p o—n e g o r o gedurende den oorlog op J a v a van 1825 tot
1830. Hij, de Prins, is een man van talent, - bekwaam schilder
en gelukkig portret-schilder, tevens graveur en beeldhouwer, - en
bekeud met de behaiideling van de aardglobe en het zonncstelsel,
die men in zijn pondoppo ziet, en ook in staat, om horologien
en andere uurwerken misschien even goed te repareren en te
regelen, als een man van het vak het zou kunnen doen.
De residentie M ad io en is een läge vlakte, die aan drie zijden
door gebergten omringd is. Ze is verdeeld in 3 afdeelingen,
t. w. de afdeelingen M adioen, Ngawie en P o n o ro g o , en
deze afdeelingen zijn weder gesplitst in 11 regentschappen.
Madioen, Ngawie en P o n o ro g o liggen aan de oostelijke
zijde der rivier, die door de residentie stroomt en de r iv ie r
van M a d io e n heet, terwijl het regentschap M a g e tta n aan
de westzijde ligt, zoodat de rivier het gansche gewest in twee,
doch zeer ongelijke, helften deelt. Tu het regentschap M a g e tta
n staan de bergen B lig o , K e n d il, L ilir a n , Koekoesan en
K o ew a raw an , terwijl) men elders den berg W ilis en het Nge-
bel-gebergte ziet. In de verte blaauwen de bergen P a n d a n
en Lawoe in S o e ra k a rta , en nog verder schemert de berg
B red jo . Tusschen den W ilis en het Ngebelgebergte zijn de
weinig-bekende oudheden bij P e n am p e a n , en op het gebergte
N g e b e l vindt men een T e la g a of meer, T e la g a -N g e b e l
genaamd, hetwelk 2,338 voeten boven de zee verheven is.
Ten zuiden en ten westen van de hoofdplaats ziet men uit-
gestrekte aanplantingen van suikerriet, die tot de fabrieken
G o ra n g -g a re n g en P o e rw o d ad ie behooren. Eiders ziet men
indigo-velden, koffij-tuinen, kaneel-tuinen, en , zoo ver het
oog re ik t, met sawah’s overdekte vlakten. -
De Protestantsche gemeente van M ad io eu telt (1853) 128
zielen, waaronder 65 ledematen en 34 kinderen. In 1857 werd
de gemeente gecombineerd met die van K e d ir ie , en is er voor
beide gecombineerde gemeenten een predikant bestemd, die te
Mad io en zal gevestigd zijn.