
zijne beeiden en basreliefs te vervaardigen. In 1853 was hunne
taak gereed, en in het daarop volgend jaar werd door het Opper-
bestuur bepaald, dat de uitgave dier teekeningen in Nederland
zon plaats hebben.
In eenige hoofdtrekken zal ik trachten deii lezer een denkbeeid
van den reeds zoo vaak besclireveu Borobodor te geven.
De tempel van B o ro b o d o r is rondom een’ heuvel van p.m.
100 vöeten hoogte piramidaalsgewijze gebouwd. Zes a zeven
steenen trappen van trachyt-lavasteen leiden tot 4 naar de 4
hoofdwindstreken gekeerde poorten of ingangen, die door steenen
leeuwen bewaakt worden. Bij den bovensten trap begint eene
galerij, die tusschen steenen muren van ongeveer 6 a 7 voet
hoogte in het vierkant om den heuvel heenloopt. Hierop volgt,
4 a 5 trappen hooger, een tweede dergelijke galerij. Daarop,
en alweder 4 a 5 trappen hooger, een derde galerij, en zoo
vervolgens. De laatste of hoogste galerij eindigt op J den top des
heuvels in een groote steenen klok of koepel. Deze galerijen vormen
8 terrassen, waarvan de benedenste terras de breedste en de
bovenste de smalste is. De muurwanden der galerijen zijn
van beneden tot boven toe en aan weerszijden inet b a s re lie fs
versierd, die verscheidend tooneelen uit het hoogere en lagere
maatschappelijke leven voorstellen, als b. v. plegtstatige ont-
vangsten of receptiets, vorstelijke audientie’s of presentatien,
tempel-ceremonien, zegetogten, processien, feesten, ondersehei-
dene takken van nijverheid en bedrijf, als akkerbouw, tuin-
bouw, scheepvaart, padie- of rijstoogst, en verscheidene
andere tafereelen en mythische figuren, die waarschijulijk in
verband staan tot den H in d o e -cu ltu s, of wel tot de ver-
eering van den reinen, zachten en vromen leeraar, den wijzen
b o e d d h a . In den p. m. 25 voet hoogen koepel of groote
steenen klok zit een leveusgroot B oeddha—beeid uit een’ enke-
len steen gebeiteld, en rondom die klok of koepel zitten in 3
rijen 72 dergelijke steenen beeiden, en op verschillende punten
der rondgaande muren, in even zoovele nissen of a jour gewerkte
steenen klokken, nog 424 zoodanige beeiden. — De lavasteenen,
die men tot den bouw van den tempel gebezigd
lieeft, zijn niet door kalk of cement, maar enkel door iukepin-
gen en zwaluwstaarten met elkander vereenigd. Allen zijn ze
van gelijke lengte, hoogte en breedte gebeiteld, met uitzonde-
ring van die, welke tot de zamenstelling der klokken gebezigd
zijn. De beeiden zijn elk uit een’ steenklomp gehouwen. IIuu
totaal . cijfer bedraagt 497, en dat der b a sre lie fs 4000.
Het beeid in den koepel is opzettelijk niet voleindigd. Dit is
namelijk het beeid van b o e d d h a—zelven, die (gelijk men beweert,)
naar de meeniug der Hindoes zod volmaakt was, dat men-
sclienhanden zelfs zijne b e e ld te n is niet konden voltooijen.
De oppervlakte van den tempel beslaat ruim 2000 vierkante
voeten.
Omtrent den ouderdom van B o robodor schijnt men in het
onzekere te zijn. Yolgens sommigen is deze tempel gesticlit
tusschen de zesde of zevende eeuw, volgens anderen in de achtste
of tiende, en weder volgens anderen in de dertiende eeuw. De
inlandsche sage zegt dat hij oorspronkelijk met 997 menselien-
beelden versierd was.
Te betreuren is het, dat verreweg de meeste menschen-beelden,
die men hier en elders op Ja v a aantreft, daar staan of zitten
zonder hoofden. Het is duidelijk dat die hoofden baldadiglijk
zijn afgeslagen, en dat men dus aan zoogenaamden beeldstorm
te denken hebbe. Hiervoor viuden we twee oorzaken. De jong-
ste. oorzaak is de invoering van het Muhamedanisme in het
begin der vijftiende eeuw, en de daarmede gepaard gaande
hevige en langdurige godsdienstoorlog, die bij de inlanders nog
onder den naam van p ra n g -a g am a (oorlog der godsdienst)
bekend is. De nieuw-bekeerde Muhamedanen, de neophyten
en adepten van den k o r a n , meenden hunnen geloofsijver niet
beter te kunnen toonen, dan door de heilige plaatsen der Hindoes,
die ze zegevierend bevochten en doodden of verjaagden,
te verwoesten, en de tempelen, pagodeu, beeiden en figuren,
en andere voorwerpen der Hindoe—eeredienst te verminken en
te sehenden. En thans, — nu de eerste vlaag van hun ge