CHERIBON.
zoogenaamde hadjie-scholen, waarih de muhamedaanschc kinderen
van alle standen onderwezen worden, en inderdaad weinig minder
leeren, dan in de lioogesclvolen of pesantriau’s onderwezen werd.
Het eenige ondersclieid is, dat de santrie’s of Studenten der
pesantrian’s tot r/ priesters ” werden opgeleid, en soms ton getale
van 70 of 80 of meer in een gebouw als in een Gesticht bij
elkander woonden. Een voornaam punt in hunne opleiding
was liet door allerlei middelen dooden van het vleesch, het
vermageren en uitputten hunner ligchamen en krachten! Z66
werden ze niet alleen priesters, maar zelfs heiligen!!
Men weet dat een inlandsch priester, die eene bedevaart naar
Mekka gedaan heeft, den titel van / /h a d j i e e n een5 groenen
turband dragen mag. Om nu dezen titel en dit hoofdtooisel te
mögen bezitten, gaan er jaarlijks priesters van J a v a naar Mekka_
ter bedevaart. Doch ook gewone inlanders gaan er heen, hetzij
uit zwaarmoedigheid, hetzij uit godsdienstigheid, hetzij uit
dweeperij, hetzij eindelijk uit zucht tot gewin, omdat sommige
aanzienlijken (naar men zegt,) wel eens groote sommen gelds
aanbieden aan dengene, die vo o r hen eene bedevaart wil onder-
nemen. De Verdienste van zulk een bedevaart komt in het
laatste geval voor rekening of ten faveure van hem, voor of in
plaats van wien de togt gedaan wordt!... Is de bedevaartganger
een priester, en wordt hij bij zijn’ wederkeer een v hadjie,” dan
behoeft hij ook niet te werken, want een hadjie is per se
een heer (toewan), en arbeidt n ie t, maar leeft ten koste der
bevolking, aan wie hij djimat’s uitdeelt, - d. i. briefjes met
spreuken uit den koran, welke als talisman of amulet tegen alle
onheilen beschermen, - en die zijne sawah’s bebouwt, en hem eert
als een’ bezweerder van booze geesten, en als iemand, die alle
ziekten door gebeden, betooveringen, speeksel enz. genezen kan!
Doch keeren we tot onze reis terug. Van de kotta-Cheribon
en van drie harer afdeelingen hebben we een en ander geziem,
wat ons belang kon inboezemen. Ons rest nog de Afdeeling
In d ram a ijo e en het hooger reeds genoemde P a lim a n a n g .
CHEIUBON. 14-1
Dit P a lim a n a n g zijn we reeds gepasseerd, toen we naar
Gherib o n reden. Het ligt ongeveer vier uren van T a n k il
verwijderd, en we komen er längs P ie r6 t en längs de, om
hare voortreffelijke pompelmoes-vruchten bekende, groote dessa
D jam b lan g . Te P a lim a n a n g zien we een sterk fort en een
zeer net militair kampement. Aan den .voet van het digtbij
gelegen liakkelig of gekarteld gebergte zijn enkele plekjes, waar
aardolie uit den grond te voorschijn komt, en eenige kleine
bronnen van kokend-heet zwavelachtig water ontspringen. Bij
deze bronnen moeten vrome inlanders zieh vroeger wel eens als
fakirs of boetelingen hebben nedergezet, om er eenigen tijd of soms
voor hun gansche leven te blijven. Al wie toch onder de inlanders
voor heiligen wilden gehouden worden, of lust hadden
om in luiheid en ledigheid hunne dagen te slijten, kozen zieh
eene verblijfplaats bij deze of gene bron of in de eene of andere
grot of rotsholte. Die plaats werd naderhand: kabaijan, en het
graf, waar de boetelingen rüsten, werd: kramat, d .i. heilig
graf, genoemd.
In den omtrek der gezegde bronnen zien we, verscholen
in het geboomte, een stikgrot, en wijders eene geisoleerde door
de natuur uitgeholde rots, waaraan de inlanders bijgeloovige denkbeeiden
hechten. De uitholling der rots is ongeveer ter mans-
hoogte, en ter breedte van ongeveer een’ vadem. Kan nu iemand,
regtop in de holte staande en de armen regt uitstrekkende, de
beide zijwanden der rots met de handen aanraken, dan is dit
voor dien qujdam een gelukkig voorteeken en kan hij zegen
wachten!! Het inlandsch geleide, dat u bij het bezoek in
dezen omtrek de rots wijst, zal er vriendelijk op aandringen,
dat ge er ook eens de proef van neemt. De geheele zaak is
eene questie van langer of korter armen.
Ik heb magtig veel Sympathie voor bergen, en daarom wil
ik , alvorens nu het vlakke In d ram a ijo e te bezoeken, de
lieve cheribonsche bergen en bergjes nog eerst en als ten afecheid
bij hunne namen noemen. Ze zijn de P o eg ag , 2720 voeten