achteren gekamd en daar m een’ knoop, met paarscli lin t
g e s trik t, vereenigd was. Aan de bloote voeten droeg liij ro o d -
fluweelen mu ilen , waarop een paauw met gouddraad gestikt was.
Naast h em, aan zijne regterhand, stond, op een klein tabouretje
met fran je , zijn gouden siriedoos, met een rood zijden kleedje
overdekt. Achter hem stond in een voetst.uk, een poesaka-lans
met goud gemonteerd, waar naast drie vrouwelijke bedienden
op den grond geh u rk t zaten , van welke de eene zijn schild
hield en de andere zijn’ degen. De derde was een vrouwelijke
dwerg van een terugstootend voorkomen, die op dat oogenblik
geen bepaalde dienst te verrigten had. Aan ’s keizers linkerhand
zat de re sid en t, en op de lin k e r-rij stoelen zaten de kroonprins
in hofgewaad (d. i. het bovenlijf geheel naakt en met geel
(b e b o r e h ) besmeerd) en de oom van den, Keiz e r, benevens
nog twee prinsen. Achter deze rij stoelen zaten zes pangherans
op den grond g e h u rk t, met de beenen onder het lijf geslagen,
mede in hofgewaad gekleed, en m u ts je sv a n de boven beschreven
gedaante, doch wit gek leu rd , op het hoofd. Op de reg te r-rij
stoelen zat de onafhankelijke prins prang- wedono, in kolonnels
mo ntering, en voorts de genoodigde europesche civiele en
militaire ingezetenen van S o e r a k a r t a . Achter deze rij stond
nog een rij stoelen, waarop onder anderen de broeder van
prang- wedono, de majoor der liussaren, prins soekio—matauam,
en de ridmeester r a d e n -m a a s soemo- di- ningrat , en een
luitenant van het legioen van prang- wedono gezeten waren.
Links achterwaarts van den keizer zat een driehonderdtal vrou-
wen, mede in hofkleeding, d. i. de armen en schouders bloot
en gegeeld, op den grond gehurkt. Regts van den keizer
stonden buiten de pondoppo twee corpsen muzykanten, — het
eene in turksche kleeding, — en eene kompagnie van ’s Keizers
eigen Soldaten, gekleed naar de wijze der oude Oost-Indische-
Corripagnie-soldaten, met uitzondering van den hoofddoek en
de rood—gebloemde sarong. De handgrepen en exercitien waren
mede die van de zoo even genoemde Soldaten der Oost-Indische-
Compagnie.
Na verloop van een u u r versehenen de hoogepriester (pan-
g h o e lo e ) verzeld van vier priesters, en de twee vorstelijke
bruidegoms, en hurkten op verren afstand van den keizer neder.
Op een’ wenk van zijne Hoogheid kropen ze allen eenige
schreden n ad e r; op een’ tweeden wenk weder n a d e r; op een’
derden weder, to t dat ze aan de twee trappen van de pondoppo
gekomen waren. Toen riep de keizer h un to e : n s e l am a t
m e la i'k um ! (heil zij u lied en !” ) waarvan de laatste klank door
de priesters herhaald werd. Daarop wenkte de Keizer weder
en weder, en nog eens, to t dat ze aan zijne voeten gekomen
waren. Toen zette zieh (op een’ wenk van zijne H.) de hoogepriester
dwars voor den Keizer neder op het ta p ijt, dat voor
den dampar la g , met de beenen onder het lijf geslagen. Dezelfde
beweging deed de eerste bruidegom, prins a r ia t - m o d jo , in
eene tegenovergestelde rig tin g , zoodat hij regt over d«n hoogepriester
zat. Toen boog de hoogepriester diep voor den keizer,
de handen tegen elkander plaatsende, ze to t het voorhoofd om-
hoog heftende en ze weder latende zinken (m e n jem b a h ), en ver-
volgens een’ oogenblik de regterhand des bruidegoms tusschen
zijne beide handen genomen hebbende, begon hij het tro uw -
formulier der Muhamedaansche kerk u it te spreken, en gaf
daaraa den huwelijkszegen in de volgende bewoordingen:
n o G o d ! vereenig het nieuwe paar door den band des huwe-
lijk s , gelijk Gij het water met den dauw v e reenigt; want G ij,
o liefderijke G o d ! schenkt uwe liefde aan degenen die U beminnen!”
Daarop deed de hoogepriester eenige vrag en , die door den
bruidegom beantwoord werden, en na afloop hiervan deed een
tweede priester nog eene körte aanspraak of zegenwensch.
Yoorts werd 1 den bruidegoms door hun’ v ad e r, den prins
a r i o - m a t a r a m , de kris afgenomen (ten teeken van eerbied en
omdat de keizer niet door een’ gewapend man mag aangeraakt
worden), en tro k de keizer zijn’ regtervoet u it de m u il, en boog
zieh de bruidegom te r aarde om dien voet onder aan de voetzool,
ten teeken van eerbied en gehoörzaamheid, te küssen. Die
hulde duurde verscheiden sekonden, en toen opstaande bood