vierkant va.11 een driedubbelde rij met lanscn gewapende Inländers.
In bet midden van dit vierkant wordt de tijger in zijn
hok gebragt en het bok geopend. Zoodra dan de tijger het
verlaten heeft, tracht hij naar alle zijden te v lugten, docli
springt overal in de gevelde lansen, tot dat hij eindelijk dood
nederstort. Het is echter wel eens gebeurd, dat hij door de
linie heenbrak of er over heen sprong! — Daar de tijger gewoon-
lijk, uit vrees voor de hem omringende duizendtalleu van
menschen, zijn hok niet verlaten dürft, zoo wordt hij door
den man, die er boven op zit om de schuif te openen, zoolang
gekwcld tot dat hij te voorschijn komt. De koene in-
lander, die hem uitdreef, verwijdert zieh langzaam en al
dansende (tandakh) uit het vierkant, zonder eenige vrees voor
den wild-rondloopenden tijger te toonen.
Ook zou ik nog verteilen moeten, hoe keurig de inlaudsche
vrouwen van Solo weven, en met goud, zilver, zijde en wol
borduren, en hoe sclioon ze zijden- en katoenen-stoffen batik-
ken; en hoe kundig de mannen zijn in het goud—, zilver- en
ijzer-smeden, geel-gieten, koper- en blik-slaan, kuipen, tim-
meren, meubel—maken, draaijen, en in het maken van allerlei
lederwerk, als wagen-tuigen, zadels enz. Welligt moest ik ook
nog iets zeggen van de vroeger zoo gevreesde roofbenden, die ,
onder den naam van K e tjo e—partijen, op ’s keizers landen
moordden en plunderden... Maar misschien hebben we ons reeds
te lang te S o e r a k a r ta opgehouden, en willen nu maar een
ander vorstelijk hof bezoeken, hetwelk we zullen aantreffen in
de met 323,382 zielen bevolkte residentie:
D J O K JO K A R T A .
Een eind weegs dienen we op den reeds afgelegden weg
terug te gaan, en wel tot däar, waar we op onze reis naar
Solo het keizerlijk Lusthuis gezien hebben op den tweesprong
der wegen naar S o e ra k a rta en D jo k jo k a rta . Met andere
woorden, we keeren weder naar K a lie ta n bij K a rta so e ra (1),
en slaan dan den weg in naar D jo k jo k a rta of bij verkor-
ting Djokjo. Die weg voert ons längs D ilan g g o e en Ka-
ran g -m o en in g y en levert niets merkwaardigs op. Het is een
zeer goede postweg, zoo als alle postwegen op J a v a zeer goed
zijn. Onze eenige afleiding is het gezigt van sommige ge'isoleerde
hooge k a n a r i e - , breed-gestoelde k em ir ie - , fraai-gekroonde
k e ta p p a n - en waaijerachtige p isan g -a ije r-b o om en (2), en
dikwijls ook van vele honderden van sawah-vogels, als tja n g a ’s,
k o e n to e l’s , b a n g o n ’s (reigers), maraboe ’s (welker schoone
pluimen of donzen vederen zoo bekend en beroemd zijn,) en
anderen, die daar peinzend op de g a la n g ’s (dijkjes) der p it-
t a k ’s of aan den rand der s lo k k a n ’s (slooten) zitten of deftig
door het rijstgewas henenstappen; terwijl ons telkens eenige
inlanders van Djokjo tegenkomen, die hunne met klapperolie
gevulde blazen in korven op den rüg dragen en naar Solo ten
verkoop brengen. | Maar digt bij D jo k jo genaderd, zien we
eerst het fort K la t t e n , en weldra de Oudheden van Sambi-
lan g an , en de ruinen der beroemde tempelen van P ram b a n a n ,
gewoonlijk de 1000 tempelen geheeten, ofschoon er slechts
300 of zelfs maar 170 zijn. Ook hier zijn, even als te
B o ro b o d o r, wonderen van aloude Hindoesche bouwkuust te
aanschouwen, doch ik kan die wonderen onmogelijk beschnjven,
(1) Keizer rAKOE-BOEWONO I I , zoon van Keizer iiamab'GKOE-b a t I I , be-
«cliouwde den kraton K a r t a s o e r a als een ongeluks-plaats ( p am a l i e ) , en verlegde,
na zijne herstelling op den troon in 1 7 2 5 , den zetel des rijks van K a r t a s o e r a
naar h e t dorp S o l o , bonwde daar h e t tegenwoordige paleis aan den linkeroever der
P e p e - r i v i e r , en noemde de p la a ts : S o e r a k a r t a (anagram van K a r t a s o e r a . )
(2) Van de vrucht der k a n a r i e - b o om e n wordt eene fijne olie bereid. De
vrucht van den k e t a p p a n heeft een’ zeer aangenamen smaak, die veel overeen-
komst heeft met den smaak der noten. Zijn stam is 5 I 6 voet ho o g , en zijne
lange digtgebladerde takken spreiden zich horizontaal u it en vormen een breed
natuurliik zonnescherm. De p i s a n g - a i j e r (water-pisang) hevat overvloedige water-
deelen, die de dorstige reiziger door eene kleine insnijding kan aftappen en die
hem goed drinkwater opleveren. De vrucht van den K e m i r i e wordt in de bekende
K e r r i veelal gebezigil. Ze h e e ft een harde schaal, even als de K e t a p p a n en