boomen, en vau eenige mangistan- (garcinia mangostana), ram-
boetan- (1 ), djerok-manis en djerok-assam-boomen (oranje-
appelen en citroenen), verscholen liggen, - zien er allen vrij—
welvarend uit, en worden, voor zoo veel ze aati zee gelegen
zijn, bijkans door enkel vissclierslieden en klein-handelaren
bewoond. Gedurende ons trajekt hebben we een groote menigte
van houten bruggen overgereden, en een aantal riviereu en
riviertjes en sawali’s en groote met duizend wilde eendvogels
bedekte rawa’s of moerasssen gepasseerd, — terwdjl we inmiddels
ook over läge en kleine rotsachtige kapeu getrokken zijn, die
ons een ruim nitzigt op- de zee gaven, als onder anderen de
kapen (oedjong) B o e n d o e -L ir a n g en H a n e r -H a u e r . Over
het algemeen echter zijn de wregen in het binuenland van J a v a
veel aangenamer, dan de 21 uren gaans lange, altijd met kalk
en schelpzand bedekte, weg längs zee van Rem bang naar Toe-
ban. — Yan G eg e r—sap i komen we eindelijk in de kotta
T o e b a n , lioofdplaats der Afdeeling T o eb an , alw'aar de regent
ons in zijn5 ouden dalem gastvrijheid aanbiedt.
Toeban is een lief plaatsje, prijkende met een fraai huis
en tuin van den adsistent-resident, een groote en zeer nette
aloen—aloen, goede pakhuizen en eenige europesche woningen,
waaronder een logement. Het is sterk bevolkt., en telt onder
zijne vele javaansche inwoners eene groote menigte Chinezen,
waaronder er zijn, die ook uit den liandel in de beroemde
//Toebansclie sigaren55 goede voordeelen trekken. De huizen
dezer wakkere kolonisten zien er zeer net u it, en vooral die
van den kapitein en der beide luitenants der Chinezen, en dat
van den Chineschen p o tia of pachter van den passer.
De naam Toeban zou eigenlijk Teban moeten geschreven
worden , indien het beveren jnist is, dat die naam verkort en
verbasterd is van de woorden Watoe— of B a to e—teban, d.i.
(1) B am b o e ta n beteekent: g e h a a r d of h a r i g , (van r a m b o e t : het h a a r ) .
De schil der vrucht heeft lange vezels of stekels, die er even als dikke hären
uitzien.
g ev a llen steeneu. De traditie zegt namelijk, dat hier een-
maal t.wee J o n i ’s van trachytsteen uit den hemel nedervie-
le n ! . . . Doch, of men Toeban of Teban schrijve, - zeker
is het, dat de kotta in haar midden en in hare omgeving veel
merkwaardigs heeft, en hiermede zullen we ons nu liever bezig
houden, dan over hären naam uitwijden.
Yooreerst dan steken we uit het huis van den regent den
grooten postweg dwars over, en zijn dadelijk aan het strand
der J a v a -z e e . Hier gaan we, daar het juist ebbe of laag
getijde is, 6 a 7 schreden in het gebied van den zilten plas,
en zien een5 gegraven en gemetselden put, die met zoet en
smakelijk welwater gevuld is. Straks echter komt de vloed, en
spoelt de zee er over heen, maar bij h e t . volgende läge tij
smaakt het putwater nog even zoet en zuiver als thans. Die
put is het sprekend bewijs, dat hier in vroeger jaren huizen
gestaan en menschen gewoond hebben, maar dat de gulzige en
vratige en immer-woekerende zee die menschen gedwongen heeft
om meer landwaarts in te verhuizen
Yan het strand trekken we naar den door den hoogleeraar
bliime beschreven en beroemden ra n d o e—alas of wilden
k a p o k -b o om (kapok is boomwol). Deze boom is een
wonder onder de boomen. Zijne hoogte bedraagt p. m. 150
voeten, en de omvang van zijn5 stam bij den wortel zal mis-
schien wel 90 voeten beloopen! Op zijn breede flanken draagt
hij vele namen, die de talrijke bezoekers in zijne schors gesneden
hebben. Sommigen dier namen hebben eene monsterachtige
grootte verbiegen, dewijl de letters natuurlijk in den groei en
de uitzetting der schors gedeeld hebben. Zijn5 tweelingbroeder
of tegenhanger,'een’ anderen reusachtigen r a n d o e - a la s , hebben
we op het eiland N o e s a -K o em b a n g a n bij B a n tin g -m a ti
gezien, doch, voor zooveel ik weet, vindt men nergens elders
zulke geduchte wmudreuzen meer. Slechts ¿en is er op J a v a , -
slechts een op N o e s a -k o em b an g an ! Men zou haast zeggen,
dat onze beide randoe’s elk een geheel eiland moesten hebben
om tot schouwtooneel liunner grootlieid te strekken, en dat of
IS*