
J a p a r a , Samarang, T ag a l en C h e rib o n . — De kotta-Bem-
b ang is een zeer langwerpig en smal, docb tevens zeer net,
stadje, met eenige goede straten en een aantal goede europesche
liuizen, doorgaans in oud-vaderlandschen tränt gebouwd. De
meesten dezer huizen, en hieronder het logement, en de nette
woning van den predikant s c h i f f (1852), die ons vriendelijk
gastvrijheid verleent, staan aan den zoom der beide hoofdstraten.
De stad heeft eene talrijke bevolking van inlanders en Chinezen,
maar ook eene aanzienlijke bevolking van afstammelingen van
Europeanen of zoogenaamde inlandscbe kinderen. Dezen vormen
als het wäre de burgerij der stad, en kunnen met de
klassen van Christen-burgers te Samarang en Soerabaija
vergeleken worden. Eene fraaije Protestantsche kerk versiert de
plaats. Ze staat aan het strand in een park van hooge boomen,
die hunne rijke bladeren-kroonen rondom haar uitspreiden
en haar de groene lommerende takken vriendelijk toereiken, als
wilden ze het godshuis tegen de hitte der zonnestralen in hunne
verkoelende bescherming nemen. Ze werd op kosten der gemeente
in het jaar 1829 of 1830 gesticht, en mag onder de fraaiste
kerken op J a v a geteld worden. — Het ouderwetsche residentie-
huis is ongeveer in 1750 gebouwd, en staat binnen de hooge
steenen wallen van het oude fort, Het beneden-huis heeft dus
geen uitzigt, dan alleen aan de noordzijde, waar die wallen of
muren met een hek vereenigd zijn. Door de wijde tralien van dit
hek kan men de schepen zien, die de Java-zee bekruisen of soms
op de reede van Bembang ten anker komen. Het boven-huis
daarentegen biedt een schoon panorama op de volle zee ten
noorden, den berg Mo eriah of den berg van Ja p a ra ten westen,
den berg van L a ssem ten oosten, en de heuvelachtige
landdouwen ten zuiden. Ten oosten van het gebouw heeft men
een fraaijen tuin en groot park aangelegd, waarin vele wandel-
wegen met een paar zoogenaamde waterpartijen afwisselen. Yoorbij
dat park vindt men de Chinesche kamp, die een goed voorko-
men heeft en met een fraaije k l in tin g of Chineschcn tempel
prijkt. In deze omgeving vindt men ook het oude Christenkerkhof,
dat goed onderhouden en ommuurd is, en iets verder
de woning en aloen—äloen van den regent.
De Protestantsche gemeente in de residentie bestaat (1852)
uit 537 zielen, waaronder 163 ledematen en 208 kinderen. Ze
woont, zoo als in alle residenten het geval is, gedeeltelijk ter
hoofdplaats en in de afdeeling Bembang, en gedeeltelijk in
de afdeelingen T o eb an , B o d jo n eg o ro en Blora. Van de
combinatie der gemeente van J a p a r a met die van Bembang
heb ik reeds onder J a p a r a gewaagd. — Volgens de door mij
geraadpleegde oorkonden is de Bembangsche gemeente het eerst
bezocht door den predikant van B a ta v ia , J . w e n t in g , in 1731.
De gouvernements lagere school van Bembang telt (1852)
34 kinderen.
De school voor zonen van inlandsche hoofden is bevolkt met
50 leerlingen. De regent van Bembang heeft met de overige
Hoofden der afdeeling een uitmuntend steenen sclioollokaal doen
bouwen, gedeeltelijk uit eigen middelen en gedeeltelijk uit de
kas van den Missighiet of Muhamedaansche kerkekas. Beeds
hebben we zoodanige door de inlandsche Hoofden zelven voor
het onderwijs hunner zonen opgerigte schoollokalen meermalen
aangetrofen, en op onze verdere reis zullen we er nog meer
zien. Ze mögen ten bewijze strekken, hoeveel belang de Hoofden
in dit onderwijs stellen, en hoe welkom hun de gelegen-
heid is, die het gouvernement hun ter verstandelijke vorming
hunner zonen heeft aangeboden.
Van de hoofdplaats Bembang voert een binnenweg längs
L an d o h , Komadoe, Kepon eu Me tang naar Blora. Zoo
ver hier het oog reikt, is het heuvelachtig en golvend terrein
met tabak beplant. Velen der met Nicotiaansch kruid begroeide
velden behooren tot de onderneming van Malo. Ofschoon
het aantal tabaksfabrieken in Bembang vrij groot is, heeft het
nogtans reeds veel vermindering ondergaan, en, zouden - we in
1857 deze residentie weder bezoeken, dan zouden we dat aantal