
goed gebouw, op eenigen afstand buiten de eigenlijke plaats,
digt bij een steenen blokhuis aan den zoom eener met sawah’s
overdekte vfakte gelegen, en de resident, de heer Jonkhr. v a n
h o g e n d o r p (1852, thans resident van Sam a ran g ,) biedt ous
hier vriendelijk gastvrijheid aan.
De residentie Banjoemaas (go u d stro om of g oudwater)
is in vijf afdeelingen gesplitst, als B an jo em a as, P o e r -
b o lin g o , P o e rw o k e rto , B a n d ja r-N e g a 'ra en T jila tja p .
Overal in deze afdeelingen treft ons het gezigt van heerlijke
rijstvelden, prächtige koffijtuinen, schoone indigo-velden, en
partikuliere aanplantingen van cubeba of staartpeper, kaneel,
tabak en thee. Op eene enkele plaats zien we ook suikerriet-
velden. Het zijn die der suikerfabriek K a lie -B a g o r. De bekende
verw—wortel mangkoedoe komt overvloedig voor, en de residentie
levert ook eenige vogelnestjes op. — De taal is hier
weder, even als te C h e rib o n , half javaansch en half sundasch
of de zoogenaamde berg-taal.
We zullen de opgenoemde afdeelingen geregeld doorreizen,
doch ons eerst nog voor eenige oogenblikken bepalen tot de
hoofdplaats. Hier liebbeu we de school te bezoeken voor zonen
van inlandsche hoofden, bevolkt met 77 leerlingen en bestuurd
door een’ Christen-onderwijzer. Overal elders zijn de meesters der
inlandsche scholen J a v a n e n , doch die van P ek a lo n g an en
Banjoemaas maken eene uitzondering op den regel, en die uit-
zondering is geheel in het voordeel der scholen, daar beide
Christen-meesters zeer bekwaam zijn en het javaansch grondig
verstaan. Door de goede zorgen en dadelijke bemoeijingen van
den resident v a n h o g e n d o r p is de school van Banjoemaas even
bloeijend als die van Keboemen, welke we hooger geprezen
hebben. Ook de regent van Banjoemaas is met deze school
zeer ingenomen. — Eene gouvernements lagere school was er
in 1852 nog niet, doch de noodige voorstellen er toe waren
reeds gedaan — voorstellen, die later nog ondersteund zijn.
De regering heeft daaraan günstig gevolg gegeven, zoodat er
reeds in 1856 eene gouvernements school in werking was.
De Protestantsclie gemeente van Banjoemaas", d. i. der gan-
sche residentie, telt 183 zielen, waaronder 94 ledematen en
79 kinderen. Zoo als boven reeds gezegd is, is deze gemeente
gecombineerd met die van B a g e le n , en wordt ze met deze
sedert 1857 door een’ eigen’ predikant bediend.
En thans gaan we, volgens ons opgegeven plan, de afdeelingen
der residentie bezoeken, en begeven ons eerst naar T jila
tjap . De aanvankelijk een weinig om de zuidoost en dan
om de zuidw'est loopende rijweg derwaarts voert doorgaans door
laag en moerassig land. We passeren menige dessa, als Glim-
p a n g , K r ik i e l , Adibara., en W ila h a r , - varen de K a l i -
w'eddi of w e d i, waar een kleine benting of fortje staat,
over (1), rijden längs een’ kaneeltuin, en zijn spoedig waar we
wenschten te komen. De kotta T jila tja p is een levendige
plaats, vlak aan zee, met een groot garnizoen, en met vele
goede huizen, officierswoningen en groote pakhuizen bebouwd.
Het eiland (Noesa) Koembangan - (noesa beteekent: eiland;
als N o n saÜ lau t in de Molukkos, hetwelk eigenlijk beteekent:
zee-eiland), - dat er juist tegenover ligt, vormt hier een Straat,
waarin schildpad en parelmosselen worden gevischt, en bezorgt aan
T jila tja p eene uitmuntende reede. De nederlandsche schepen,
die de koffij, indigo en suiker van Banjoemaas en Bagelen
komen laden, liggen er zeer veilig. Bij het uitzeilen echter van
den oostelijken ingang der straat, waar op het genoemde eiland
de plaats K a r a n g -b o llo n g gelegen is, moeten ze voorzigtig
manoeuvreren om de ■ koraalrotsen te vermijden, die midden in
het vaarwater te zien zijn en w'aarop een hevige branding staat.
De assistent-resident van T jila tja p , de heer n o o r d z i e k (1852,
(1) De overige voorname rivieren in B a n j o e m a a s z ijn , belialve de S e r a j o ,
de I i a n g s a n a , de A j a , de A d i r o j o , de T a m b a k , de D i e r i k , en de K o e la -
w i n g , die zieh digt bij de ko tta B a n j o e m a a s in de S e r a j o ontlast. De
K a l i -w e d i i s , even als de D o p l o n g , een arm der rivier A d i r o j o , welke het
woest en drassig d istrikt A ja bij na ja a rlijk s. overstroomt.