de vertegeuwoordigers heeten van een later op Ja v a ingetreden
architektonisch tijdperk. - Volgens de . overlevering ligt bij den
tempel van Koedoe’s een voormalige soesoehoenan of keizer van
Demak, en wel, naar ik meen, de eerste Muhamedaansche keizer
van Jav a , raden p a t a h , begraven. Hieraan heeft Koedoes,
het oude K o edoos, of Klioedoe s, hetwelk „ heilig” betcekent,
waarschijnlijk zijn’ naam te danken.
Doch, hoe dit zij, we bevinden ons nu in J a p a ra , en
J a p a ra is eene residentie van suiker. Wel zien we er vele
koffijtuinen en eenige tabaks-velden, zoomede uitgebreide aan-
plantingen van nopal (cactus eochinelliferum) te D jo e ran g en
Daweh bij Tj o 11 o; maar de uitgebreidste kultuur is die van
suiker. Overal zien we suikerrietvelden en suikerfabrieken. Die
fabrieken zijn 9 in getal en heeten: L an g se e , T a n d jo n g -
M o d jo , T r a n g k i l - lo r , de Hoop of T am b a k , B e s ito ,
P a k k ie s , P e tja n g a h a n , K la lin g en B en d in g . Behalve
deze 9 fabrieken zijn er nog twee kleine zoogenaamde suiker-
treknaolens. Eenige jaren geleden waren er ook nog de beide
suikerfabrieken Kad e an en Allongo. Als groote liefhebbers
van suikerriet zwerven er duizenden van b a b i-o e ta n (wilde
varkens) in de bosschen van J a p a ra rond, en doen aan de
suikerriet-tuinen groote schade. Het aantal wilde varkens is
er zelfs zoo groot, dat men eenige jaren geleden genoodzaakt
werd, om door middel van zoogenaamde drijfjagten de gelede-
ren van dit vernielend gedierte te decimeren.
Van Koedoes rijden we längs een" goeden binnenweg, en
getrokken door partikuliere of regentspaarden, naar de onde
stad J a p a r a , en naderen we van nabij den bekenden berg
van J a p a r a , of den M o e ria h , die 5000 voeten hoog is
en tot verkenning voor de schepen dient. Eenige distrikten
en dessa"s, als T an g o e i, M ajo n g , Bassa en Kedongboele,
liggen längs onzen weg, en heerlijke sawah-velden, waarboven
duizenden van rijstvogeltjes (b o e ro n g -g la tik en b o e ro n g -
p r ie t) fladderen en tjilpen, en hoog welig suikerriet, waaruit
ja p a r a .
hier en daar breede pluimen opschieten, verlustigen aan weers-
zijden het oog van den reiziger. Van tijd tot tijd loopt de
route over heuvelen of aanhoogten, en passeren we een paar
regt-romantisch begroeide plekjes, waaruit soms de vlugge
poeijoe (eene soort van kleinen patrijs-vogel,) schichtig op-
vliegt en plotseling 'weder in het struikgewas of het hooge
gras verdwijnt, of een boschhaan (a ijam -a las) zijn eigen-
aardig gekraai laat hooren, - zien ter linkerhand weldra eene
soort van kreupelhout, dat ons aan de nabijheid der zee doet
denken, en bereiken weldra de stad J a p a ra . Deze stad, vlak
aan zee gelegen, is eene der oudste Europ&che vestigingen op
J a v a , en in de Nederlands-Indische historie bekend Boor de
zegepraal, die c o r n e l is s p e e lm a n in 1678 hier op den reeds
meermalen genoemden Maduresclien prins t u o en o - d jo y o behaalde.
Ze is aangelegd door de Portugezen, aan wier voormalige vesti-
ging alhier de bezoeker herinnerd wordt door een groot en
sterk gebouwd fort van klipsteen, welks dikke muren, bastions en
steenen schildwacht-hnisjes, ofschoon reeds p. m. 300 jaren oud,
nog bijkans onsedeerd voor hem staan. Op een" heuvel gebouwd,
kon zijn gesehnt zoowel de plaats zelve, als de reede bestnjken.
Aan de uiterste punt van J a p a ra lig t, zeer nabij het strand,
een klein eilandje, M an d e lik a genaamd, waarop reeds memg
sehip, door stroom en duisternis misleid, zijn’ ondergang ge-
vonden heeft. Naar allen schijn zal dit eiland zieh na verloop
van vele jaren aan den wal van J a v a vastheehten, niet door
alluvien misschien, maar door bodem-opheffingen en koraal-
aanwas. Geschiedt dit, dan zal M a n d e lik a siechte het voor-
beeld van het gewest J a p a ra volgen, dat eertijds ook een
eiland moet geweest zijn en zieh ten laatste met den wal van
Ja v a moet vereenigd hebben.
De k o tta-Japa ra ziet er uit als een klein Hollandsch stadje,
met goede huizen en eenige goede straten of wegen. Het Gou-
vernementshuis is geheel een ouderwetsch Hollandsch huis, en
door den assistent-resident, den heer t e n c a t e (1852), worden
‘ we in dat huis gastvrij ontvangen. Met den regent aldaar, die