
ten aanzien van den pohon-loo of den loo-boom, die dan ook
om deze reden mede heilig of taboe is.
Ook van den L areengboom beb ik reeds gesproken. Deze
boom is een palm-soort. Onder zijne hooge bladeren-kroon
hangen zware trossen met vruchten, die echter niet eetbaar
zijn. De dikke stengel dezer trossen wordt afgekapt, en het
vocht of sap , dat er overvloediglijk nit druppelt, in bamboezen-
kokers of aarden potten opgevangen, en daarna tot eene suiker
verkookt, die onder den naam van //javasclie suiker” bekend
en zeer bruin van kleur is. Van zijn’ zwarten draadachtigen
bast of schors, of vezelachtig bekleedsel, gemoetoe geheeten,
- dat als gevlochten of geweven lappen of lompen, of als paarden-
haar en matwerk längs den stam nederhangt, - wordt het be-
kende ijzer—sterke gemoetoe-touw, gelijk ook vlcermatten, ver-
vaardigd. Ook vormt hij eenige sterke zwarte vezelen of takjes,
waarmede de gemoetoe, aan den eigenlijken stam gehecht is,
en die zeer veerachtig zijn even als baiein. Hiervan maken
de Javanen hunne sclirijfpennen. In oude tijden kenden ze
geen andere pennen dan deze smalle en kleine stokjes, om
hunne lontar-bladeren te beschrijven. Van de dünne en lange
sprieten of ribben (lidie), die aan de takken uitspruiten, maken
de inlanders stalbezems (s a p o e -lid ie ). Ook levert de stam
eene goede zwamsoort op. — Het pas-afgetapte sap uit den vrucht-
stengel geeft den zoeten sagoweer-drank, die na 24 uren
gistens in een bedwelmend vocht overgaat. In dit gegiste
vocht laat men vaak een stukje B itte rh o u t of b id a r a - la u t
aftrekken, en verkrijgt dan een’ krachtigen en smakelijken
drank, die in de M o lu k k o s ook door Europeanen dikwijls
gedronken wordt. De Alfoeren maken ook insnijdingen in den
bloemtros, en tappen daaruit het door hen zoo geliefde bittere
en bedwelmende k o o lw a te r. —
Te T jir in g ie n hebben we nu nog de sigarenkokers te be-
wonderen, die de inlanders van het distrikt Menes van fijnen
bamboes weten te vervaardigen, en vertrekken daarna naar
P an d eg lan g . We nemen den schoonen binnenweg, die p. m.
12 uren gaans lang is. Het rijtuig wordt door koelies of
loondienaars getrokken, en wij zelven gaan of te paard, of per
draagstoel, djoelie of tandoe genaamd. Opvolgend trekken we
lancrs den 6052 voet hoogen berg K a ra n g , den A s s a p -a n
en den K o k o s - a n , en hebben het gezigt op den 4061 voet
hoogen P o e lo e sa ri* terwijl we in de verte de schemering zien
van den 2019 voet hoogen G ed éh , den 2040 voet hoogen
B a to e r, den 1071 voet hoogen D ad ap , den 1500 voet
hoogen P a jo n g , den 1480 voet hoogen P a n n e n jo a n , den
1531 voet hoogen T a n n a h -b e u r em , den 2411 voet hoogen
L iem an , den 1593 voet hoogen L a n g k a p , en den 3218 voet
hoogen P la s s a rie , - allen bergen der residentie Bantam. We
passeren de rivieren en riviertjes T jin a n g o n g , T jo e ro k ,
T jo e ro n g en T jik a re n . Op een hoog bergpunt, P a n d a t
genaamd, stil houdende, hebben we een schoon gezigt over de
landstreek, op de peperbaai, op de zee, op eene prächtige
vallei, op het Duizendgebergte of Goenong-Seriboe, en op
heerlijke sawah’s of natte rijstvelden, wier vele wateren als
zoovele Spiegels het zonlicht weerkaatsen !
Omtrent den bouw der padie—velden, of, met andere woor-
den, omtrent de rijstkultuur, zal ik hier een paar opmerkingen
mededeelen. De rijst (padie) wordt geplant òf op ,/tipars” ,
dat is: op hooge velden die niet onder water gezet kunnen
worden, of in „sawah’s ” , dat is: in velden, die men kan
laten onderloopen. De tipar wordt ook ladang, gagah of
tjegger genoemd. Aan de rijst-kultuur op sawah’s wordt de
voorkeur gegeven, ofschoon de tipars dadelijk voor de kultuur
geschikt zijn, terwijl de sawah’s eerst in het derde jaar goede
rijst opleveren. De sawah—darat (hooge sawah) wordt aan-
gelegd op verhevener terreinen, en de sawah-dalam, d. i.
diepe sawah, in moerassen en valleijen. De sawah s worden
afgedeeld in pittakh’s , die met een dijkje (galang) omgeven
worden. Een pittakh is een stuk gronds van 20 roeden lengte
en 10 breedfe. Men ziet op J a v a veelal eene gansche helling