meente gebloeid lieeft, en uit afstammelingen der Portugezeu,
de eerste europésehe kolonisten in den In d is c h e n A r c h ip e l,
bestoud. Omstreeks liet jaar 1678 moet ze langzamerliand van
B a ta v ia naar Toegoe en Koeroes zijn overgekomen, mis-
schien omdat deze streken, die sedert de inname van J a k a tr a
ontvolkt waren, voor den rijstbouw en de jagt op wilde varkens
zeer geschikte gronden en velden opleverden; of misschien ook
omdat liet land van Toegoe aan een’ barer predikanten be-
hoorde, die er veelal in zijn landhuis woonde. Ze is ook de
eenige der voormalige portugésche gemeenten in den Nederlands-
Indiscben Archipel, die de portugésche taal harer voorouders
in liet dagelijkscb leven beeft bewaard, terwijl deze 'taal overal
elders bij de iulandsche christenen voor de maleische taal beeft
plaais gemaakt. ’-sNog tot in het begiu dezer eeuw had men te
B a ta v ia predikanten, die in de portugésche taal predikten, en
de eerste leeraar, die in deze taal godsdienstoefeningen voor de
portugésche gemeente hield, heette n . m o l in aetjs , die haar van
16-33 tot 1639 bediende en 4-6 opvolgers had. De beide laatste
dezer 46 predikanten waren a . z o m e e d l jk en a . a . e n g e l b e e g t ,
gedurende de jaren 1804 tot 1808. Eenige jaren hierna, te
weten in 1816, werd op den l st,'n November de portugésche
gemeente met de maleische gemeente vereenigd, dewijl de portugésche
taal van lieverlede door de maleische verdrongen was,
en de portugésche gemeente even goed het maleisch als het por-
tugeesch verstond. De oorzaak van dit al meer en meer en
weldra geheel in onbruik geräken der portugésche taal moet
bijzonderlijk gezöcht worden in den overgang der nederlandsclie
bezittingen op de kusten van C ey lo n , Coromandel en Mala-
b a a r onder engelsche heerschappij, in het tijdperk van 1780
tot 1814. De eertijds zeer levendige communicatie toch met
die kusten, alwaar de portugésche taal de taal der inlandsche
christenen is , werd toen geheel afgebroken, zoodat ook de
predikanten, die in het seminarium van Ceylon werden opge-
leid, niet meer naar J a v a overkwamen.
Overigens verkeert de christengemeente te Toegoe in vervallen
toestand. Ook het onderwijs op bare met 26 leerlingen
bevolkte school is weinig voldoende. Verseheidene voorstellen,
die ter verbetering harer kerkelijke, godsdienstige en zedelijke
belangen, zoomede ter verbetering van het onderwijs in hare
school, gedaan zijn, mögen, naar ik hoop en wensch, met een’
günstigen uitslag bekroond worden. —
Doch ik bemerk dat ik nog niets van de vereenigde kam-
pongs Toegoe en K o e ro e s , noch van hare omgeving en de
reis derwaarts, gezegd heb. Wat het eerste aangaat, kan ik
volstaan met te verklären, dat die kampongs klein en van de
muhamedaansche kampongs niet te onderscheiden zijn, en dat
de bamboezen huisjes, met atap (lang wild gras) gedekt, er
armoedig uitzien. Eenige klapperboomen en pisangboomen ver-
spreiden het breede lommer, waaronder die huisjes staan, terwijl
verseheidene smalle voetpaden zieh tusschen boomen en hutjes
heen slingeren. Bondom liggen eenige rijstvelden en groeijen
boschjes van kreupelhout.
De reis naar Toegoe kan op twee manieren geschieden.
Men kan namelijk die plaats van o u d -B a ta v ia uit längs de
An tjo lsch e rivier en de zoogenaamde Y in c k e v a a rt per roei-
vaartuig bereiken. Maar het is verkiesKjk om den weg te
nemen door het z u id e r - en o o s te r -k w a r tie r der B atavi-
asche ommelanden. We rijden dus eerst naar M e e s te r—
Corne lis. Hier staat nog de oude Sterreschans, die in 1811,
na dappere verdediging en heldhaftigen tegenstand der onzen,
door de engelsche troepen werd ingenomen. En dit feit besiiste
het lot der kolonie, die kort daarna (18 September) onder
britsclxe heerschappij overging, tot dat ze in 1816 weder aan
de kroon van Nederland geheclit werd. In den omtrek dezer
sterkte zien we eenige notenmuskaat-aanplantingen, peper-tuinen
en sirie-tuinen, waarbij we een oogenblik vertoeven willen.
Men weet dat de peperplant eene rank is of klimop, en tot
de soort der slingerplanten behoort. De zaden of korrels worden
gestrooid rondom opzettelijk hiertoe aangeplante dünne en